home |
Vido's LogZine
ARCHIEF
See ya! - Waarom Nederland niet zonder een zea kanBladerend door oude agenda's realiseer ik me dat ik zea 22 keer live heb zien spelen tussen 26 februari 1998 en de dag dat het nieuws bekend werd over het vertrek van gitarist Anton, bassiste Corina en drummer Michiel. Dan tel ik de paar solo-optredens van zanger/gitarist Arnold onder de naam Zany daar niet bij op. Volgens mij heb ik geen enkele andere Nederlandse band zo vaak gezien. Wat trekt mij in de band en waarom vind ik ze zo belangrijk? De eerste keer zea was een vergissing. Het was een gure avond in februari 1998 en ik had in West bij vrienden gegeten. Het toetje was een bandje in de Winston. Gone Bald stond in mijn agenda, zea was de naam die op het affiche prijkte op de deur van wat toen nog het rockcafé aan de Warmoesstraat was. Blijkbaar had de zaal het programma buiten mijn medeweten omgegooid. Binnen in het donkere zaaltje was het tamelijk leeg. Er speelde een voorprogramma waar ik de naam van ben vergeten. De muziek klonk niet veelbelovend. Het was dat ik een paar bekende gezichten ontwaarde bij het tafeltje naast de dikke pilaar waar je altijd kon schuilen als een band veel te hard speelde en/of te slecht voor woorden was. Ik ben bij het tafeltje blijven staan, zelfs tijdens de set van hoofdact zea. De vijf vanuit studentenbastion Uilenstede Amstelveen opererende bandleden speelden niet onaardig. Net als de demo's gingen de muzikanten speels om met voorbeelden uit de Amerikaanse gitaarunderground. De sampler maakte al een belangrijk onderdeel uit van het totaalgeluid. Zea was avontuurlijk, maar het bij elkaar rapen van invloeden kwam me te gekunsteld over. Het verschil was drie maanden later zeer groot. In de Sleepin' Arena tijdens de Amsterdamse Popprijs werd het optreden door wedstrijdomstandigheden kort gehouden. De band speelde alleen hoogtepunten. Op die avond, en ook een maand later tijdens de finale in de Melkweg, viel het fanatisme op waarmee zanger/gitarist Arnold en geluidenbrouwer en tweede vocalist Remko zich op het materiaal stortten. Dat de overige muzikanten zich ietwat stoïcijns dan wel geconcentreerd buiten beeld hielden deed er niet toe. Zea was zea en het klopte. Tijdens de Popprijs stonden ondermeer leden van Seedling in de zaal. De groepen waren elkaar al tegengekomen tijdens de presentatie van een Pixiescovercompilatie een jaar eerder in Paradiso. De belangrijke functie van zea was toen al duidelijk: ze waren een essentiële schakel in een nieuw opborrelende underground van Nederlandse popbands. Zea wist als geen ander hoe belangrijk het is om te netwerken en gecombineerd vriendschappelijke en zakelijke contacten te onderhouden met gelijkgestemden in binnen- en buitenland. Samenwerking tussen muzikanten is ook een van de gedachten achter het label Transformed Dreams. Vandaar dat zea daar zo goed bij paste. Onder de paraplu van het label reisden groepen gezamenlijk naar podia, deelden ze onderling apparatuur, namen ze bij elkaar muziek op en repeteerden ze in dezelfde ruimte. Concurrentiestrijd, zoals bij andere bands soms voelbaar is, was zea vreemd. Sterallures kon je de muzikanten al helemaal niet toeschrijven. Bescheidenheid sierde ze. Een van de activiteiten waar leden van zea, Seedling en het in die tijd startende label Transformed Dreams zich mee bezighielden waren de zogenaamde SOAP-avonden in de Winston te Amsterdam. Het idee achter de avonden was: zet twee lokale bands op het programma en voeg daar een band van buiten Amsterdam aan toe. De lokale bands krijgen de zaal wel vol en het Amsterdamse publiek ziet een nieuwe band. Op hun beurt vroegen de uitgenodigde bands in hun regio de Amsterdamse bands voor gezamenlijke optredens. Er kwam geen programmeur aan te pas. Do It Yourself was het credo en het leverde meestal hele leuke avonden op. Zea keek verder dan de muziek hard, mooi en gedreven was. 1999 stond in het teken van film. Hun muzikale invulling bij en liefdevolle behandeling van de stomme film Nosferatu (F.W. Murnau, 1922) bracht de bandleden niet alleen op zolders en in zalen van jongerencentra maar ook in het Stedelijk Museum tijdens de Uitmarkt. Nog idealer voor de klassieke Dracula-film was de ruïne van Bredero in Santpoort-Zuid tijdens een festival in augustus. De kale griezel Max Schreck kroop over het reliëf van afgebrokkelde kasteelmuren terwijl zea zijn bewegingen minutieus volgde. Het debuutalbum Kowtow To An Idiot (Transformed Dreams, 2000) laat een band horen die een non-conformistische draai aan popmuziek geeft. De cd bevat veel bewerkingen van favorieten van de voorafgaande demo's en compilatiebijdragen zoals de catchy liedjes Kinship Is Like Glue en Rudy, maar laat ook een voorkeur voor noise horen zoals in het oorverdovende Headcleaner (Shut Up). De popliedjes willen niet te perse behagen en de band verloochent op Kowtow de Nederlandse identiteit niet. Het album opent met een voorbij rijdende tram en Arnold vertaalt typisch Nederlandse uitdrukkingen letterlijk in het Engels. Er is veel aandacht aan de productie besteed. Het album zit vol geluiden en geluidjes die soms de overhand nemen zoals de lang aangehouden, onheilspellende elektronische belletjes in de laatste minuut van Rudy. Tijdens de optredens afgelopen jaar toonden de nieuwe nummers nog meer avontuur. Vooral het laatste optreden dat ik van de oude bezetting mocht meemaken, op de Transformed Dreamsnacht oktober vorig jaar, gaf aan in welke richting de band was gegroeid. De sporen van Pavement en het beetje Sonic Youth van weleer waren vrijwel verdwenen. De recente invloeden werden niet zozeer muzikaal in de nummers verwerkt, het was meer de attitude van binnen- en buitenlandse groepen en producers die onderdeel vormden van de muziek. De grilligheid in akkoorden en ritmes zoals bij The Ex, de poppy elementen van de Elephant 6-clan, de danceinvloeden van Kid606 (wanneer de beats alle kanten op stuiterden) en de vernieuwende r&b van producer Timbaland. Ze zaten opgeborgen in een totaalgeluid dat alleen met zichzelf vergeleken kon worden. Vernieuwingsdrang binnen popstructuren, non-conformisme, samenwerken in plaats van concurreren, spil binnen een internationale muziekscene, bescheidenheid in plaats van sterallures, streven naar uniciteit. Ik zeg niet dat zea de enige band in Nederland is waarvoor deze trefwoorden gelden. Er is tegenwoordig zelfs een flinke lijst met voorbeelden samen te stellen. Ik noem zea omdat de band het beste voorbeeld is van een gezond elan in de Nederlandse ondergrondse popmuziek die doet blijven geloven in de vitaliteit en de noodzaak ervan. Hoe meer je van dichtbij de band en bandleden hebt meegemaakt hoe meer je er van doordrongen bent dat zea van belang is als katalysator binnen een nieuwe generatie avontuurlijke bandjes. Ze weten niet alleen oudere popscribenten en andere vastgeroeste mediamensen te prikkelen, maar vooral ook generatiegenoten aan te spreken. Nederland heeft een zea nodig. Tekst: Vido Liber, eerder gepubliceerd op de site van De Subjectivisten, maandag 4 februari 2002 |