home
|
Vido Liber
woensdag 4 juni 2014 Tara Jane O’Neil live @ dB’s, Utrecht (3 juni 2014) Tara Jane O’Neil was gisteren in een opgewekte stemming, ondanks de sinusitis die haar dwarszat. Aan het begin van de avond keuvelde ze met muzikale vrienden bij ondergaande zon in het gras naast de ingang van dB’s en tijdens de soundcheck stond ze wiegend te soleren op een plaat van Otis Redding die de geluidsman na het lokale voorprogramma Golden Holdmund had opgezet. Haar vrolijke bui vormde een mooi contrast met de sombere ijle liedjes tijdens de soloset.
TJO gebruikt haar delaypedaal en andere effecten live niet als trukendoos maar als middel om losse noten om te zetten in een basis van warme akkoorden. Haar ingetogen, hoge zang zweeft op de akkoorden mee. De zweverige akkoordenschema’s en nevelige soundscapes wekken de indruk dat de fluisterliedjes al improviserend worden uitgevoerd. Als je bekend bent met haar platen, en eerdere optredens hebt meegemaakt, weet je dat de zoekende manier van spelen een terugkerend element is in het geluid van TJO. Haar muziek gaat zelden loos. De enige keer dat ze zich gisteren liet verleiden tot een luide gitaarpartij was om uit te testen hoeveel volume de voor haar onbekende gitaarversterker aankon. Niet alle gitaareffecten klonken zoals TJO ze had gepland en een ode aan een Utrechtse vriendin werd voortijdig afgebroken door toedoen van onwillige snaren. De zangeres ving de onvolkomenheden op met humor en maakte op die manier de afstand tot haar publiek nog kleiner. Bij wijze van toegift speelde ze een paar covers waaronder een extra melancholische versie van Henry Mancini’s Moon River uit Breakfast At Tiffany's. Toen ze daarna nog steeds niet weg mocht van het publiek sloot ze definitief af met de ballad Howl van haar vorige studioalbum A Ways Away uit 2009. Verstilling overheerste in dB’s. De lichte echo op de dubbele microfoon maakte van het zaaltje een klein kerkje, een gevoel dat werd versterkt door de harde houten bankjes waar het publiek op zat. In een intieme setting is Tara Jane O’Neil op haar best. |