home
|
Vido Liber
maandag 17 maart 2014 Radar Men From The Moon en The Men live @ Doka, Amsterdam (16 maart 2014) Langs de vernieuwde Wibautstraat in Amsterdam is veel ten goede veranderd. In en rondom de voormalige krantengebouwen kloppen creatieve harten en heerst veel cultureel initiatief. Vooral aan oostelijke kant is meer ruimte voor voetgangers, maar die ademen nog steeds meer schadelijke fijnstof in dan volgens de Europese richtlijnen toelaatbaar is. Luchtvervuiling loopt als een rode draad door de straat rechtstreeks naar de ingang van Doka, de tijdelijke club in de kelder van het achter metershoge bouwstellages verborgen oude Volkskrantgebouw. We werden gisteravond verwelkomd door nicotine. De dame bij de kassa rookte. De jongen achter de merchandise rookte. De DJ rookte. De geluidsvrouw rookte. De glazenophaler rookte. Het duurde niet lang voordat elke bezoekende nicotinejunkie een sigaret had opstoken. De Doka is een ongeschikte plek voor antirookmagiërs en staat vijandig tegenover astmapatiënten en mensen met chronische bronchitis of een oogaandoening. Airconditioning is afwezig of was gisteren stuk. In de L-vormige ruimte was de klok twintig jaar teruggedraaid, naar een tijd waarin ik nog geen recht had op een rookvrije ruimte en sigarettensmog een onontkoombaar onderdeel vormde van het kijken naar bandjes. Openingsband Radar Men From The Moon uit Eindhoven speelde in het halfduister, omdat de felste lampen permanent op de paar fotografen vooraan bij het podium gericht stonden. De vier bandleden regen een ketting aan invloeden aan elkaar, kortweg en een beetje gemakzuchtig te omschrijven als instrumentale psychedelische krautrock spacerock stoner met soms new wave-effecten op de pedalen en een enkele keer discodrums. Het volle, dreunende gitaargeluid, aangevuld met akkoorden en elektronische effecten, is typisch Eindhovens. De nummers zijn relatief compact en niet zo uitgesponnen als die van Hollandse stonerlegende 35007. De zware riffs moesten wennen aan de kelderakoestiek en vormden nog net geen brei. De drummer hield het totaalgeluid slagvaardig bij elkaar door weinig variatie toe te laten. De stevige stamppot die dat opleverde was licht verteerbaar, maar leed ook enigszins aan vitaminegebrek.
Hoofdact The Men stond met een man extra op het podium. De band uit Brooklyn had zich beter kunnen beperken tot de gitaren. Door technische onvolkomenheden haperde de elektronische piano en was de Amerikaanse band gedwongen af en toe een afwachtend pauzemuziekje in te zetten. De technische problemen waren wellicht verantwoordelijk voor een optreden dat nooit echt volledig tot leven kwam. Ik weet niet of de afwachtende houding van het publiek daar mede debet aan was. In een poging het tij te keren speelde The Men vroeg in de set een cover van Pink Frost van The Chills, misschien wel het mooiste popliedje uit Nieuw Zeeland. Aan het luchtige gitaarloopje zou je niet vermoeden dat het nummer onlosmakelijk is verbonden met het overlijden van Chills-drummer Martyn Bull. Als het mooiste liedje in je set niet van jezelf is, heb je als band een beetje een probleem. De proto-punk, pubrock en punkrock zijn gebaat bij een begeesterde uitvoering en daar ontbrak het aan in de Doka. The Men maakte enigszins blij op de momenten dat de muziek aan andere bands deed denken. Op hun felle poppy momenten klonken de liedjes opgewekt zoals Buzzcocks in Ever Fallen In Love. Een van de riffs kwam rechtstreeks uit de koker van wijlen Ron Asheton van The Stooges. Pas toen ik rond middernacht thuiskwam las ik dat zijn broer en Stooges-drummer Scott Asheton afgelopen weekend is overleden, dus misschien was de riff een eerbetoon aan deze muzikant en zijn invloedrijke band. |