home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

muziek - film - Amsterdam

lid van het Schaduwkabinet der Subjectivisten


week 44

woensdag 30 oktober

Het valt niet mee
Check bij dinsdag 29 oktober de updates over beschadigingen van cd's (zie hieronder)

De vele gezichten van ...

Me blindstarend op regisseurs vergeet ik soms goed op te letten welke acteurs in de aftiteling genoemd worden. Het duurde daarom een paar jaar voordat ik doorhad dat de moddervette en kaalgeschoren Gomer Pyle in Full Metal Jacket (1987) door dezelfde acteur wordt gespeeld als de lange, tengere en bebaarde scenarist David Kahane die door Tim Robbins in The Player (1992) om zeep wordt gebracht. Vincent D'Onofrio heeft flink moeten lijden voor zijn eerste grote, opvallende rol als doordraaiende soldaat in opleiding. Hij had zich zo volgevreten dat hij met moeite zijn schoenveters kon strikken en hij snel gewond raakte tijdens de filmopnamen. Vrouwen die hij buiten de set benaderde wilden niets van de jonge acteur weten. People used to say things to me twice, because they thought I was stupid, vertelde hij de New York Times in 1987.

Het kostte de acteur flink wat fitnesstrainingen om na 1987 op normaal gewicht te komen. Het stelde hem onder meer in staat in de huid te kruipen van Orson Welles in de biopic Ed Wood (1994) en tot tweemaal toe in die van Bill Newman (een getuige van de moord op Kennedy, zowel in JFK uit 1991 als een jaar later in Malcolm X). Toch mag D'Onofrio zich nog steeds graag fysiek geweld aandoen als het verhaal erom vraagt. In het eerste deel van Men In Black wordt zijn lichaam gekaapt door een buitenaardse kakkerlak en strompelt en kwijlt hij zijn destructieve weg door New York. Als afzichtelijke seriemoordenaar Carl Stargher probeert hij in The Cell (2000) Jennifer Lopez de stuipen op het lijf te jagen in haar dromen. De meest afschrikkende figuur die ik hem tot nu toe heb zien spelen is Pooh-Bear in The Salton Sea van regisseur D.J. Caruso.

De drugsdealer heeft zijn bijnaam te danken aan zijn geamputeerde neus. Zoals Winnie The Pooh zich op de honing stortte, zo stak Pooh-Bear zijn reukorgaan iets te diep in de verdovende middelen. Excessief cocaïne snuiven maakt meer kapot dan je lief is. Hij bedekt de wond met een plastic nepneus, provisorisch gelijmd op de lege plek in zijn gezicht. Zijn blonde kop is rood van teveel zon en hij vreet zich vet aan gebakken hersenen. Als hij ons laat griezelen met zijn praatjes haalt hij moeizaam piepend adem door zijn mond en als hij in beeld is speelt hij Val Kilmer volkomen van het scherm. Jammer dat er aan The Salton Sea voor hem verder niet zoveel eer valt te behalen.

Aardig detail: in Full Metal Jacket zien we R. Lee Ermey als sergeant briesend tekeer gaan tegen Gomer Pyle. Vijftien jaar later zit hij er in The Salton Sea heel stilletjes bij als vader van Kilmer's vermoorde vriendin. Een groter contrast is moeilijk denkbaar.

Hit the north

Op de site van Noorderslag, de nieuwjaarsborrel in Groningen, staan al acht namen in het programma. Dan is het ook geen verrassing meer welke bands binnenkort een Essent Award mee naar huis mogen nemen.


dinsdag 29 oktober

It's the end of the world as we know it (inclusief update)

Dat is even schrikken. Zit ik gezellig met Roger T. over muziek te babbelen in de trein richting Breda, bericht hij plotseling over de zorgwekkende roestvlekken die langzaam sommige cd's in onze collecties aan het opvreten zijn. Het nieuws was al veel eerder bekend, maar mij nog niet ter ore gekomen. De platen die het Britse bedrijf Philips & Du Pont Optical UK Ltd (PDO) in de periode 1988-1993 heeft geperst krijgen door een productiefout in de loop der jaren een bronskleurige uitslag wat uiteindelijk leidt tot verlies van informatie. Daar gaat mijn zorgvuldig opgebouwde muziekverzameling. Roger stuurde me een dag later een lijst met gewraakte titels. Daar staan albums tussen die in mijn kast staan (onder meer van Coil, Extreme Noise Terror, Nurse With Wound en Psychic TV), maar als ik willekeurig enkele doosjes uit de kast trek vind ik de beschadiging ook bij de Rollins Band (Hard Volume op World Service uit 1989) en twee platen van NoMeansNo (Sex Mad/You Kill Me en Wrong). Die laatste band was indertijd ondergebracht bij Alternative Tentacles. Oeps. Van dat label heb ik indertijd meer gekocht. En ja hoor: ook Lard (zowel The Power Of Lard als The Last Temptation Of Reid), Jello Biafra & DOA en de compilatie Terminal City Richochet zijn de dans niet ontsprongen.

Het leed kan gelukkig verzacht worden, want het is mogelijk de aangetaste schijven schriftelijk te melden bij Du Pont Optical. Zend je brief naar het adres onderaan deze link en je krijgt kosteloos een nieuw schijfje toegestuurd. Verzamelaars van klassiek moeten de labels ASV, Unicorn-Kanchana, Pearl, DGG, IMP, Decca, Collins en Hyperion aan een nader onderzoek onderwerpen. Als je zeker wilt zijn dat het om een door Du Pont Optical geperste cd gaat, moet je controleren of aan de binnenkant van het plaatje de afkorting DPO staat. Hopelijk blijft de schade beperkt.

Update 30 oktober: Na een nadere inspectie blijken ook de volgende cd's in mijn kast besmet door de bronzen plaag:
B12 - Electro-soma
Depth Charge - Depth Charge
Eon - Void Dweller
Evil Twin - The Black Spot
My Bloody Valentine - Isn't Anything
Neurosis - Souls At Zero
Neurosis - Enemy Of The Sun
Polygon Window - Surfing On Sine Waves
Shockheaded Peters - S.H.E.
Shockheaded Peters - Fear Engine
Soft Machine - The Peel Sessions
Wire - The Peel Sessions

Bovenstaand lijstje duidt erop dat naast Alternative Tentacles en Strange Fruit de labels Creation, Vinyl Solution, Warp en World Serpent verdacht zijn. Daar kan ook Go!Discs aan worden toegevoegd, want een lezer mailde me dat hij zijn cd's van Paul Weller ook kon weggooien. De schade valt dus niet mee.


maandag 28 oktober

Monday, monday

Fanzine Do Something Pretty meldt dat In Charge Of Meats, het voor deze maand geplande debuutalbum van Bearsuit, nog even op zich laat wachten. De band is gedwongen naar een ander label te zoeken nadat Sickroom GC blijkbaar het bijltje er bij heeft neergegooid. Op de Britse website vind je overigens naast veel recensies ook interviews met The Delgados en Econoline.

*

Journaliste Ellen Bokkinga heeft haar eigen website. De redactrice van FRET en medewerkster van LiveXS schrijft graag over film, wat tot uiting komt in de rubriek Woorden waarin ze haar artikelen en interviews voor de Daily Paradise (de dagkrant van het Rotterdams Filmfestival) heeft verzameld. Ze sprak onder meer met Christopher Nolan (Memento) en Miike Takashi. De aantekeningen in haar logboek zijn niet gedateerd waardoor ik niet weet of ze die vaak ververst.

*

Happy Thom (en vergeet niet je speakers aan te zetten)
(via: Thrown Askew)


week 43

zondag 27 oktober

So it's Halloween
And you feel like dancin'

(Gone Bald in een Amsterdamse kraakkerk, 26-10-2002)

M. reikt me een nieuw flesje aan. Een ander etiket ditmaal. Het Belgisch bier is al op.
Uit de neus van de jongen aan de bar groeit een kindervoetje, zegt hij zonder een spoortje van verbazing te tonen.
Ik wijs over M.'s schouder en waarschuw op mijn beurt voor de man in het pak achter hem. Hij heeft de handen in zijn zak en de holle ogen in zijn witte paardenhoofd kijken ons onderzoekend aan.
Ik voel me saai tussen op zwemvliezen stappende Japanners, Nosferatu's, laveloos en hoekig dansende paramilitairen, elfen, ijsjes etende olifantenmannen en prinsessen van de nacht. Bij de ingang heb ik niet eens, zoals J., indianenstrepen op mijn wangen laten zetten. Ben ik te schijterig voor. We lopen een rondje door de gekraakte St. Thomas Van Aquino Kerk aan de Rijnstraat. We zijn behoorlijk vroeg. Het feestje tere van het eenjarig bestaan start pas over anderhalf uur. Lange tijd zijn we de enigen die door het droomdecor lopen. De altaren zijn versierd met schilderijen, een levensgroot spinnenweb wacht op eerste slachtoffers, verstopt naast de ingang staat een westers klaagmuur waar je een op een papiertje geschreven wens tussen de stenen kunt schuiven. Een gevaarlijk wankele trap leidt naar de hemel. Betreden op eigen risico, staat op een bordje gekalkt. Boven worden cocktails geserveerd en ligt een enkele verdwaalde bezoeker in de greep van een maagdelijk witte zitzak.

Terug beneden worden we doodgeknuffeld door een uitgelaten Razorblade Jr. Hij vertroetelt ons met nieuwe scheldwoorden. Maïslikkers, roept hij meer dan eens. Die kende ik nog niet. Hij drukt me een nieuwe cd in mijn handen van zijn band Gone Bald, niet voordat hij het doosje gezegend en verzegeld heeft met een zoen. Geheimzinnig grijnzend voegt hij er een bezwerend citaat uit een van zijn liedjes aan toe. Exotic claustrophobia, fluistert hij in zijn prachtig slissende accent. Twenty-four hours scare. Het is goed om hem zo uitgelaten te zien. Daar drinken we op. S. is ook binnengekomen met een groep vrienden. Wat ons betreft kan de DJ plaats maken voor livemuziek. Midden op de kerkvloer staat een kleine verhoging vol instrumenten. Drie jongens proberen boven het geroezemoes uit te komen. Hun rammelende lo-fi maakt geen indruk. Gelukkig houden ze het kort en laat tweede band Gone Bald niet lang op zich wachten.

Het trio speelt voor het eerst in de nieuwe bezetting. Een betere doop dan hier, in deze heilige omgeving, op deze bizarre, stormachtige avond, kun je niet bedenken. Marc steekt de drumstokken omhoog vooraleer hij ze stort op weerloze drumvellen. Zijn drumstijl is heel fysiek en net zo log en ondersteunend als de eenvoudige basnoten van Dixonn, de jongen met de pet. De ritmetandem vormt een hechte basis voor de manische gitaarpartijen van de lange, tengere snarenbeul Razorblade. Hij briest, hij fluistert, hij grimast, hij kijkt brutaal. Hij wisselt Joegoslavisch af met Engels. Zijn kompanen volgen zijn bewegingen trouw. Marc schreeuwt soms mee. Zijn hoofd achterover, gillend naar het ver boven hem torenende kerkgewelf. Links boven de band draaien filmpjes van hard tegen de grond smakkende motorcoureurs. Stop looking at the fucking video's, roept Razorblade streng tussen twee nummers.

Gone Bald is minder melodieus dan Heroface, een van de vele andere bands van Razorblade. Heroface speelde een paar dagen eerder in de OCCII hun eigenzinnige emomix van Sonic Youth en Shellac. Zanger/gitarist Gijs was zichtbaar meer vertrouwd aan de op hem gerichte spotlichten. In elk nummer song hij mee met de noisy gitaarakkoorden. Als hij niet hoefde te zingen durfde hij veel meer dan voorheen lege plekken op het podium te vullen met zijn wilde stappen. Bassist Razorblade en drummer Rob (uit Supersub!) zorgden voor een zware en drukke begeleiding. Gijs zong ingehouden en gevoelig, Razorblade brulde zijn strot aan gruzelementen. De eerste twee nummers waren krachtiger dan ik de band tot nu toe heb horen spelen. De bombast van Gone Bald past echter minder goed bij Heroface. Naarmate de set vorderde duurden de nummers langer dan noodzakelijk waardoor de melodieën iets te vaak aan zeggingskracht moesten inboeten. De drumpartijen waren technisch dik in orde, maar te overdadig en te vol waar juist eenvoud en een meer lichamelijke manier van spelen gewenst was. Beide bands zijn zeer energiek. Vergeleken met Heroface voelden de uitgesponnen nummers van Gone Bald helemaal niet zo lang aan. Ik heb in de kerk niet door dat Radio Cambodia elf minuten in beslag neemt en zie dat pas als ik thuis de cd It Takes Guts To Tango in de speler schuif en de display lees.

De afsluitende disco valt in het niet in de kerkruimte. De installatie is niet hard genoeg en als de meeste dansers dicht bij de speakers gaan staan wordt de muziek verder verstomd. De rij voor het enige en steeds goorder wordende toilet is zo groot dat we vlotter kunnen pissen bij M. thuis, een tiental meters om de hoek van de straat. Terug in de kraakkerk mengen we ons tussen de gemaskerde feestvierders. Het bier is al op en de blind date van R. is zoek. 's Nachts gaat de droom verder en rijdt ik over een nachtelijk en stormachtig polderpad beschoten door welgemikte bliksemschichten. Het is onvermijdelijk dat ik geraakt ga worden. In de droom sluit ik mijn ogen en wacht ik op de genadeklap.

Wormvormig aanhangsel
(Transformed Dreams in Breda, 25-10-2002)

Mooi, hè? We hadden niet direct een antwoord voorhanden op de vraag van de oude dame. Ze had ons in het voorbijlopen zien staren naar de hypermodern vormgegeven Mezz, de nieuwe poptempel van Breda. Ik had niet het idee dat ze ooit de zaal van binnen zou gaan zien, ondanks de met moeite verborgen trots die in haar vraag klonk. In een oneerbiedige bui zou ik Mezz omschrijven als een bronzen reuzendrol. Sympathieker is het de constructie te vergelijken met een versteende worm uit de filmversie van Dune. De geribbelde, roestkleurige huid glinsterde van de regen. Na een kwartiertje lopen vanaf het station, geleid door een uitgeprinte plattegrond in de hand, waren we vlak voor de ergste bui bij de ingang aanbeland. Aan de achterzijde, gelegen aan de Keizerstraat, schoof een immense muur opzij, ruimte gevend aan het Diksbusje van de bands die vanavond zouden optreden. We liepen achter een behulpzame, door onwennigheid licht nerveuze medewerkster het pand in. Het interieur rook naar vers gezaagd hout. Boven op het balkon riekte het minder aangenaam, alsof de airco stond aangesloten op het riool. De geur paste goed bij het idee opgesloten te zitten in de maag van monsterworm. De concertzaal is meer breed dan lang en doet zo minder groot dan het in werkelijkheid is. De houten wanden welven zich richting plafond. De vloer vlak voor het podium bereik je via grote traptreden. Lampjes ter grootte van mieren markeren de rand van de treden. Kleine bezoekers hoeven zich geen zorgen te maken. Vanaf elke hoek in de zaal heb je goed zicht op de bühne.

De voorbereidingen op een avondje Transformed Dreams bestonden uit een soundcheck, een groepsfoto en een vooral voor Seesaw veel te kortstondige maaltijd bij de Chinees enkele straten verderop. Ze haastten zich na enkele snelle happen richting instrumenten. De overige muzikanten en aanhang deden iets rustiger aan. We brachten onze jassen en tassen naar een veilige plek en kochten consumptiebonnen. De bewaakte garderobe was gratis, een biertje kostte 1 Euro en twintig cent. Ook de kennismaking met het heldere geluid uit de PA-installatie van Mezz was aangenaam. Achteraf hoorde ik dat ik meer details in de muziek van Seesaw waarnam dan de muzikanten lief was. Elk instrument had zijn eigen plek in het totaalgeluid. De mix gaf alle ruimte aan de zang van Asta, meer kristallijn dan ooit. De hoorbare subtiele nuances gaven eindelijk de geheimen van de nieuwe liedjes prijs. De puzzels vielen elk op hun plaats. Seedling wisselde de hits (William, Cool Baby) af met nieuwe liedjes waarvan vooral de twee korte nummers opvielen door de gretigheid waarmee de drie meiden en the skinny guy zich erop stortten. Drie maanden lang niet spelen maakt hongerig. De verliefd kijkende eerste rij jongens zong de teksten mee van een pittige uitgevoerde Outkast-cover. Zoppo sloot af. Ik had gedacht nu wel klaar te zijn met de set die de vier mannen al een lange tijd live spelen, maar nee, zelfs vanaf een verre plek in de zaal, achterin bij het kleine tafeltje waar Seesaw en Seedling om beurten letten op de meegebrachte cd'tjes, lp's en oranje aanstekers, drong de kracht van de emotioneel geladen liedjes keihard door. De felheid en de noodzaak van Flashback en Enemy Structure daverden uit de boven het podium hangende speakers.

Tegen de storm in rijdend terug naar de hoofdstad toverden Arjan en Paul van Zoppo achterin het busje de bierblikjes te voorschijn en zochten de mannen voorin naarstig naar een geschikte radiozender om de reis mee te begeleiden, foeterend op Diks omdat in elke bij hen te huren wagen de cd-speler ontbreekt. Middenin de kakofonie van de tourbus probeerde bassist Jeroen de meegereisde journalist uit te leggen dat de muziekscene die de schrijver vanavond wilde optekenen eigenlijk helemaal niet bestond. Hij beargumenteerde zijn stelling zo overtuigd dat je hem bijna gelijk zou geven.


vrijdag 25 oktober

Bull

Het eerste akkoord was nog niet ingezet of ik haastte me al richting kapstok. Heel even hield ik me in. Het is niet netjes een band zo snel te veroordelen. Ik gaf ze iets meer tijd. Vanaf het tweede akkoord wist ik het zeker: dit komt nooit, maar dan ook echt helemaal nooit meer goed. Zittend op een barkruk trok B. demonstratief zijn mondhoeken naar beneden. Een understatement. Glazen en flessen trilden. De versterkers stonden schofterig luid afgesteld. Bilbo, Frodo en Samwise van de band Bulbul speelden alsof ze in een psychose waren beland en niet meer in staat waren fatsoenlijk woorden te vormen. Ze spraken, murmelden, brulden en schreeuwden in een taal die niet van deze wereld was. Alle lettergrepen werden door elkaar geschud tot een vormloze brij. Voorzichtig stak ik mijn hoofd langs het eilandje dat de mengtafel in de OCCII vormt. Mijn maag keerde zich om.

De drie Hobbits hadden hun vlezige bovenlijven ontbloot. Als je klaar was met het tellen van vetkwabben had je tijd genoeg voor het in kaart brengen van het borsthaar van de onaardse keelgeluiden voortbrengende opperHobbit. Uit hun podiumhouding was op te maken dat de bandleden zelf dachten een supervette band te zijn. Onderwijl klonken ze als een stomdronken metalband die na tientallen jaren voor het eerst weer eens de instrumenten heeft opgepakt voor het uitvoeren van een stuurloze jamsessie. Het afstotende kabaal was een zwarte gat waarin alles dat maar een beetje op ideeën of speelsheid leek direct werd opgezogen. Bulbul was met afstand de slechtste, ongeïnspireerde en a-muzikaalste band die ik dit jaar in het spannend programmerende zaaltje heb zien staan. Bulbul was een belediging. Eigenlijk had je als publiek maar twee opties: wegwezen of het podium opspringen om het trio resoluut het zwijgen op te leggen. Desnoods met geweld. Pek en veren. Gelukkig was ik zo verstandig mezelf in te houden. Of de achterblijvers na mijn vertrek alsnog in opstand zijn gekomen weet ik niet. De paar overgebleven getuigen mogen zich melden op het vertrouwde adres.

De avond was niet geheel en al verloren dankzij voorprogramma Heroface, maar daar kom ik later op terug. Eerst even op temperatuur komen.
(wordt vervolgd)

[update 13.00 uur: een reactie van getuige Hugh Krawats: wij zijn ons heil in De Doofpot aan de overkant gaan zoeken, hebben daar de eerste plaats op de Triviantmachine ingenomen en zijn daarna wedergekeerd. Dat was een evenzo wijs besluit.]


donderdag 24 oktober

Losse groeven

De locked groove is een groef op vinyl die zichzelf in de staart bijt, net als de door Savage Pencil vormgegeven slang die in het kleurloze, doorzichtige vinyl van Lee Ranaldo's mini-lp From Here To Infinity (Blast First, 1987) is gegraveerd. Het is onverstandig je naald in die tekening te zetten. Alle dertien tracks op de plaat blijven in de laatste groef hangen zodat je na elk nummer het hefboompje van je pick-up moet optillen wil je het volgende nummer kunnen horen. Ondanks de opkomst van de cd is vinyl gelukkig nooit verdwenen en de makers van platen zijn door blijven gaan met het uitbuiten van de doodlopende groef. Op het album Laika van de Haarlemse band El Camino blijft het geluid doorgaan in de uitloopgroef. Het project Disc (Lesser en Kid606) wisselen op hun doorzichtige lp (Deluxe Records, 2000) gewone tracks af met locked grooves. Het elektronisch geruis is danig abstract waardoor je tijdens het draaien vaak niet weet waar de compositie overgaat in een oneindige herhaling. De vinylversie van het laatste Speedy J-album Loudboxer bestaat in zijn geheel uit losse groeven. Speedy J. biedt ze aan als ideale tools voor DJ's. De grenzen worden extreem verkend door het Amerikaanse label RRRecords en de uitgave RRR 500 uit 1998. De ondertitel van die plaat geeft aan wat je kunt verwachten: Various 500 Lock-Grooves By 500 Artists. Jawel, je leest het goed, 500 acts op 1 plak vinyl. Tussen de vele onbekende noise-acts vind je, met heel veel moeite prikkend, bijdragen van Bruce Gilbert, Felix Kubin, Jad Fair, His Name Is Alive, Deerhoof, Brutal Truth, Free Kitten en Sonic Youth.

Wat bij de laatstgenoemde uitgave opvalt is dat de geluiden vrij willekeurig zijn aangeleverd, want slechts een paar tracks blijven lekker hangen. Bij de rest hoor je heel duidelijk waar de loop begint, meestal als een tik die helemaal niet in het geluid of het ritme thuishoort. De mooiste locked groove is die waarbij begin en einde niet te horen zijn. Wat dat betreft is het project Lockers op ERS een prachtig voorbeeld. Ik dacht dat de LP uitverkocht was, maar vond gelukkig vorige maand alsnog een exemplaar in de nieuwbak van een van mijn favoriete platenboeren. Op de plaat blijven beats in een regelmatig dansbaar ritme hangen, geluidslandschappen blijven egaal, stemmen herhalen obsessief hun woorden en de reggae van Twilight Circus Sound System klinkt als een dubnummer waarin maar niets wil veranderen. De lp bevat 162 titels (81 op elke plaatkant) van een iets kleiner aantal uitvoerenden waaronder veel Nederlanders (o.a. Rude66, Goem, Arno Peeters, Fcknbstrds en Radboud Mens) en buitenlandse bijdragen van ondermeer Zion Train, DJ Spooky, Merzbow, Electronicat en Philosopher's Stone. Houd er rekening mee dat een lp die bestaat uit alleen maar locked grooves heel bewerkelijk is om af te spelen. De luisteraar zal aan het werk moeten en naast de draaitafel moeten blijven staan of zitten voor het ondernemen van zijn of haar muzikale ontdekkingstocht.

Als je na RRR 500 en Lockers nog meer voorbeelden wilt horen, check dan ook zeker de serie Lymph van Starfish Pool, de vinylversie van het album Lipswitch van Richard Devine (op Schematic) en de compilatie Deadpan Escapement : Reconstructed op Context (2000). Misschien kent de lezer nog meer goede voorbeelden. Ik houd me aanbevolen.


woensdag 23 oktober

I'm a train, I'm a train, I'm a chucka train, yeah

Gelukkig hoef ik niet elke dag met de trein naar het werk. Op het moment dat ik verhuisde naar de hoofdstad zette de NS nieuwe dubbeldekkertreinen in. Forensen worden sindsdien in de wagons 2e klas de hele reis geconfronteerd met een uiterst irritant, indringend en hoog drietonig melodietje. Ik heb wel eens geprobeerd regelmaat in de tonen te ontdekken, maar dat is me nooit gelukt. Vorig jaar kwam Dave Krooshof op het idee de intervallen op te nemen en te verwerken in de experimentele dancetrack 2e Klas Niet Roken. Je kunt het nummer hier downloaden. Onder de naam DaveK & Maartje T. heeft Krooshof onlangs met zangeres Maartje Teussink een bijdrage geleverd aan de compilatie Dutch Breakz Vol. 2.

*

How does one become a rock critic


dinsdag 22 oktober

One-hype-wonder?

Het viel me alleszins mee. Ik had new wave-poseurs verwacht, maar Interpol rockte maandagavond alsof de band het echt meende. Strak, zowel muzikaal als in het pak. De jassen gingen na drie nummers uit in de verhitte, uitverkochte bovenzaal van Paradiso. De vijf Amerikanen hielden hun stropdassen netjes om de nek ondanks de benauwende warmte. Op verzoek van zanger/gitarist Paul werd het blauwe licht gedimd. Zwart was de kleur van de gordijnen achter de band, zwart was de kleur van de meeste hemdjes op het podium. De zwarte kuiven van de bassist en toetsenist waren elk in een andere richting gekamd. Door zijn intensieve spel hing de lok van de eerste al snel slordig verwaaid voor zijn ogen, hoe vaak hij ook probeerde het weer recht te trekken. De ritmesectie was solide. Daar kun je met een gerust hart nummers op bouwen. Net als landgenoten The Strokes gingen de mannen economisch te werk. Er werd geen noot teveel gespeeld. Die aanpak maakte de meeste nummers voor mij wel erg afstandelijk. Ik had de hele tijd het gevoel dat Interpol meer met de vorm dan met de inhoud bezig was. Met die vorm was helemaal niks mis, laat daarover geen twijfel bestaan. Vooral de in vele effecten badende gitaarpartijen in NYC werkten hypnotiserend.

De New Yorkers citeerden lustig uit de Britse wave en dan voornamelijk uit het repertoire van depri vertegenwoordigers als: Joy Division (toen ze nog Warsaw heetten), The Chameleons en The Smiths (leg Say Hello To The Angels maar eens naast This Charming Man). Interpol liet geen twijfel bestaan over de invloeden. Vooral de dertigers in het publiek moeten zich gelukkig hebben gevoeld met zo'n vertrouwd geluid. Vanuit de delaydoosjes onder de voeten van de gitaristen echoden de catalogi van 4AD en Factory Records. De zanger deed zijn best zoveel mogelijk als Ian Curtis te klinken. De toetsenist zorgde voor een komische noot door op zijn Yamaha de letters af te plakken tot alleen de A en vooral AHA overbleven. Zijn muzikale bijdragen waren het moeilijkst te horen. Het maakte niet veel uit. De door Interpol opgewarmde jaren tachtig klonken lekker. Hun nostalgie was aangenaam. De band zal zeker later dit jaar opduiken in grotere zalen en op de belangrijke festivals. En daarna? Zijn de muzikanten in staat op een volgend album hun geluid verder uit te bouwen tot iets dat meer van henzelf is? Of zullen ze blijven steken in het (on)bedoeld citeren uit hun favoriete periode in de popmuziekgeschiedenis? In dat laatste geval zullen ze na de huidige hype stilletjes uit het collectieve geheugen verdwijnen.

Interpol live (RealAudio) bij Morning Becomes Eclectic op KCRW (29 juli 2002).

Verbannen

Het Parool stuurt Vido deze week naar een onbewoond eiland.


maandag 21 oktober

That joke isn't Fanny anymore

Mijn bril besloeg direct bij binnenkomst. De OCCII was afgeladen. Hé, Vido! riep een stem rechts van me. Ik probeerde op gevoel de precieze plek van de roeper te vinden. Aan de bar zaten de twee heren van Cyozlab. Ze legden me uit waar al die mensen vandaan kwamen. Housers, punkers, metalheads, gabbers, EBM'ers en Goths. Het jongerencentrum aan de Amstelveenseweg werd gevuld door een bont gezelschap. Venetian Snares had blijkbaar voor meerdere genres en subgenres iets te bieden. Zijn maatje, het voorprogramma Fanny, was even doorbijten. Een magere, oudere jongere (ex-The Exploited!) drukte op knoppen en schoof de fader heen en weer op een klein mengpaneel onderwijl de ene na de andere sigaret opstekend. Hij zapte ongeduldig van de ene onrustige breakbeat naar de andere. Het klonk alsof hij tv-kanalen afstroopte die allen een verschillende oorlog uitzonden. Van de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog tot de precisiebombardementen in het Midden Oosten. De geluidskwaliteit was navenant. Het ene moment ruisend en ver weg, dan weer zwaar en trommelend tegen onze maagstreek. Fanny's handbewegingen waren heel erg nonchalant en onbesuisd. De aaneenschakeling van ratelende drums, ruis, punky geschreeuw en ander lawaai stortte willekeurig de zaal in. De man liet meerdere keren een steekje vallen waardoor het een fractie van een seconde helemaal stil werd en hij weer van voren af aan moest proberen de paar stuiterende dansers vooraan in beweging te krijgen.

Een man met een lange witte baard betrad het podium. Tijdens de set van zijn maatje babbelde hij wat, deelde hij een sigaret en wachtte hij kalm tot het zijn beurt was. Hij oogde als een in het zwart gehulde Johannes de Doper. Het zou me niet verbazen als hij in zijn vrije tijd drummer was in een duister metalbandje. Net als Fanny haalde Aaron Funk van Venetian Snares zijn geluidsbronnen uit zwarte mapjes vol glinsterende cd's. Zijn bewegingen over de elektronische speeltjes waren echter onnavolgbaar, alsof een magiër plaats had genomen achter de tafel. De geconcentreerde vingerdans toverde razendsnel hamerende en drilborende beukbeats tevoorschijn. Ze werden bij elkaar gehouden door even en oneven maatsoorten en tot een eenheid gevormd dankzij gonzende bassen. Soms doken herkenbare samples op of werd een paar maten rust gehouden. Tussen de breaks dook onverwachts het geluid van een skaband op uit de grote speakers. Het optreden startte snel en nam alsmaar in vaart toe tot de basdrums ratelden als luid versterkte automatische geweren.

De kleine massa fans danste dicht opeen zonder al te veel tegen andermans lichaam te botsen. Nicotinedampen werden met moeite verdreven door naar vanille ruikende Gothmeisjes. Ze wuifden de lucht met sierlijke bewegingen van zich af. Door de snelheid van de ritmes was iedereen vrij zijn eigen dans te bedenken. Staand op de houten blokken langs de muur schudden langharige jongens hun lichamen als marionettenpoppen, lange mannen stuiterenden op de snel kletterende snaredrums, anderen deelden het tempo door de helft en bewogen twee keer zo langzaam. Een jongen met een grote krullenbos had zijn T-shirt uitgetrokken en zijn bril afgezet. Hij trok met zijn torso achterwaarts en de armen in de lucht de zaal in, iedereen de tijd gevend een pas opzij te zetten wanneer hij passeerde. Vooraan knikten petten mee op verder stokstijf stilstaande lichamen. De hele OCCII was in beroering. Niemand leek genoeg te krijgen van de muzikale aanval op zijn of haar tere gestel. Een toegift was onvermijdelijk, ook al toonde de glimlach van Aaron Funk enige vermoeidheid. Pas ver na middernacht stonden we buiten. Venetian Snares had ons voldoende energie gegeven. Daar konden we op zijn minst een week mee voort.


week 42

zondag 20 oktober

Killing Tom

Aanstaande donderdag draait Road To Perdition in de Nederlandse bioscopen. In de tweede speelfilm van Sam 'American Beauty' Mendes schiet Tom Hanks meerdere mensen naar de andere wereld. Hanks als moordenaar, pikken we dat zomaar? In Cinema Subjectivista probeert Vido op die vraag een antwoord te geven.


donderdag 17 oktober

Een nieuw label

De CEM Studio in Amsterdam gaat deze maand van start met een eigen label. Op Vynalogica is te horen hoe Nederlandse en buitenlandse muzikanten zich hebben mogen uitleven op de antieke analoge synthesizers die in de veertig jaar oude studio liggen opgeslagen. De resultaten verschijnen op vinyl EP's. Sommige tracks zullen later ook op compilatie-cd's terechtkomen. De serie wordt geopend door Dntel uit de Verenigde Staten. Pas in de tweede track is zijn herkenbare sound (experiment gecombineerd met gitaar en vocalen) te horen. Schril gepiep en onverwachte geluiden gaan gecombineerd met de warme klank van snaren en zachte mannenzang. Deel twee is een samenwerking tussen Legowelt en Orgue Electronique. Hun composities zitten nog steeds diep geworteld in oude electro. Slechts in het een na laatste nummer komen de heren los uit het electrokeurslijf en produceren ze spacey bromtonen en elektronische oerwoudgeluiden. In de nabije toekomst kun je EP's verwachten van in ieder geval Stefan Robbers, Rude66 en Thomas Köner.

Donnie Danko

Danko Jones had gisteravond een volgepakte Oude Zaal van de Melkweg in zijn greep. Je vindt een impressie bij de Subs.


woensdag 16 oktober

Kort op woensdag

Morgenavond zendt John Peel opnieuw een studiosessie uit van Solex. Ik ben de tel kwijt hoe vaak Elisabeth Esselink al bij de BBC op bezoek is geweest. Onder de nieuwe nummers zit ook een cover van Pavement's Shady Lane. De uitzending is een week lang online te beluisteren.

*

Mary Timony (ex-Helium) heeft sindskort een eigen site. Je kunt er video's en liedjes downloaden waaronder de demoversie van The White Room. Begin volgend jaar komt de zangeres naar Europa voor liveoptredens.


dinsdag 15 oktober

Read for me

Envy 13 is niet alleen een label. De mensen die er achter zitten delen hun interesse voor de gitaarunderground ook via het gelijknamige e-zine waarin je interviews tegenkomt met Boss Hog, Cat Power, Edith Frost, Hefner, Jad Fair, Low, The Microphones, Mirah, Royal Trux en Will Oldham. De namen in de catalogus van Envy 13 kwamen me niet bekend voor. Gelukkig zijn van alle acts MP3's te downloaden. Bij de eerste die ik aanklikte was het direct raak. Still van Tiger Saw (afkomstig van hun tweede album Blessed Are the Trials We Will Find) heeft eenzelfde spanning en vergelijkbare tweestemmige intervallen als bij Low. De kennis dat de groep uit Massachusetts heeft gespeeld met bands als Ida en Tarentel geeft een indicatie waar je de muziek kunt plaatsen. Een aangename kennismaking.
*

I Hate Music
(met dank aan grrrt)

Radio, live transmission

WYBC AM 1340 is een gevarieerd radiostation gerund door studenten van de Yale Universiteit in New Haven, Connecticut. De programma's zijn freeform & commercial-free zoals je kunt zien in het programmaoverzicht en kunt beluisteren via een livestream.


maandag 14 oktober

My dog was a cosmonaut

De apotheose tijdens het optreden van El Camino afgelopen zaterdag in de OCCII kwam direct nadat filmmaatje H. afscheid had genomen. Na een week in Amsterdam vol opruimen en weggooien in zijn oude huis en afscheid nemen van familie en vrienden ging hij weer terug naar het Verre Oosten. Voorgoed ditmaal. De biertjes eerder op de avond in De Zotte hadden ons extra moe gemaakt. H. dommelde weg op de langzaam golvende gitaarakkoorden. Gaat er nog gezongen worden? Nee, niet echt. Slechts twee maal naderde gitarist Erik de microfoon. Een keer voor gemompelde woorden en eenmaal voor met falset gezongen regels. Beiden momenten niet verstaanbaar, maar dat was volgens mij ook niet de bedoeling. We vonden Erik's rode Rocky T-shirt ontzettend cool. Toen H. de deur achter zich sloot liet de gitarist in de laatste akkoorden zijn lichaam gewillig schudden bij elke heftige aanslag. Zijn mond stond open van zoveel inspanning, weifelend tussen het inhaleren van broodnodige zuurstof of het uitslaken van een oerkreet.

Zondagmorgen luisterde ik voor het eerst naar het nieuwe album van de band. Laika wordt door Muze Records wederom uitgebracht op een dik plak vinyl verpakt in een smaakvol vormgegeven hoes. Het verschil tussen album en liveoptreden is groot. In plaats van traag opzwellende instrumentale gitaaruithalen die onherroepelijk uitmonden in een luide climax bevat Laika voorzichtig aftastende, onheilspellende muziek opgevangen in Haarlemse slaap-en woonkamers. Zacht getokkel op snaren heeft de overhand. Niet de noten zijn belangrijk, maar de beweging en de bijgeluiden tijdens het aanslaan. De elektrische gitaren en een enkele akoestische worden aangevuld met omgevingsgeruis, bewerkte tapes, vage drumtracks, kerkklokken en zo af en toe een ontstemde piano. Slechts heel even neemt geraas de plaats in van de verstilling zoals in Experimental Berlin waar een kakofonisch klokkenspel de luisteraar wakker houdt. De droeve gitaartonen in Awakers doen denken aan de schone weemoed die straalt uit de laatste groeven van Hex, het album van Bark Psychosis uit 1994. De overige tracks op Laika zouden niet misstaan in de catalogus van het label Constellation. El Camino heeft echter genoeg een eigen geluid en laat zich niet al te gemakkelijk vergelijken met Godspeed en co.

Luister naar A Ghost/A God (MP3) en probeer de band live te zien, bijvoorbeeld aanstaande donderdag tijdens een Muze/Mortale-avond in de Volta te Amsterdam. Binnenkort verschijnt een split 7" van El Camino samen met Zoppo.


week 41

zaterdag 12 oktober

Retour Castricum

Geen enkel optreden van The Microphones is hetzelfde. Als hij niet in zijn eentje speelt vraagt hij de band met wie hij toevallig op de poster staat in te pluggen en mee te doen zoals vorige maand in Engeland met The Swirlies. Vlak voor de opnamen van VPRO's De Avonden schreef hij ter plekke nieuwe teksten op om er tijdens het zingen uit te putten terwijl de inkt nog nat was. Het loont om zanger/gitarist Phil Evrum overal te volgen voorzover de tijd en ruimte je dat toelaten. Helaas vielen op het laatste moment optredens uit waardoor afgelopen week niet iedereen in Nederland en België in de gelegenheid werd gesteld The Microphones van dichtbij mee te maken. Gisteren speelde hij in De Bakkerij te Castricum, een onooglijk jeugdhonk aan het donkere en verlaten Bakkerspleintje.

De wandeling van het station tot aan de Bakkerijdeur nam nog geen vijf minuten in beslag. Opgeschoten jongeren kibbelden met elkaar bij de fietsenstalling. Twee jongens stonden stiekem een stickie te roken in het steegje tussen plein en winkelstraat. Tot mijn grote verrassing en vreugde stonden niet alleen The Microphones en Scout Niblett aangekondigd maar ook de Britse band Hirameka Hi Fi en dat allemaal voor de verbijsterend lage toegangsprijs van twee Euro. Binnen hing de lokale jeugd aan de bar en deden de kids wat gezonde jonge mensen behoren te doen op hun vrije vrijdagavond: babbelen, drinken, roken, lonken, sjansen en verlangen. Een licht aangeschoten jongen was zwaar onder de indruk van de geheimzinnige Engelse dame die naast hem was gaan zitten. Zijn zus ging zelfs bij de DJ informeren of de muziek wat zachter mocht omdat de twee elkaar moeilijk konden verstaan.

De DJ's draaiden overigens geweldige plaatjes. Zo hoor je ze zelden in het zogenaamd vooruitstrevende Amsterdam. In het zaaltje denderde voornamelijk prettig gestoorde pop al of niet gelardeerd met breakbeats (denk aan Capitol K en Kid606) af en toe afgewisseld met eigenwijze klassiekers (State of Shock van The Ex). In combinatie met de gedurfde programmering kun je gerust stellen dat Castricum een stadje is om in de gaten te houden. Hier zijn een paar mensen heel goed bezig. Zelfs de lokale band die mocht openen probeerde avontuurlijk te zijn. Helaas was de lol na het eerste nummer over aangezien de instrumentale jams elk een vrijwel identiek ritme meekregen. De muzikanten bleven steken in hun eigen wereldje en leken niet muzikaal op elkaar te reageren. Het ontbrak aan interessante ideeën en variatie. De bassist speelde snelle lijntjes, de met zijn rug naar de zaal staande gitarist hing voornamelijk voor versterker en over effectpedalen en de toetsenist speelde eenvoudige thema's op zijn Casio afgewisseld met soms onhoorbaar geblaas op een vaag fluitje. Gelukkig waren Zany en vakbroeder Stereo aanwezig voor de broodnodige afleiding en het delen van alcoholica.

De twee gitaristen van Hirameka Hi Fi zagen eruit als de jongens die vroeger op school tijdens gym nooit werden uitgekozen als er teams werden ingedeeld. Ze durfden tussen de nummers door niet naar het publiek te kijken, laat staan de aanwezigen toe te spreken.Toch straalden de pittig uitgevoerde nummers van hun onlangs verschenen album Sprezzatura (uitgebracht door Gringo Records) geestkracht en brutaliteit uit. Bassist Pete Heddle, wiens haar bij elkaar gehouden werd door een Arafatsjaal, stapte tweemaal de zaal in om daar aan de snaren van zijn instrument te trekken. De uiterst tengere en gebochelde zanger/gitarist Tom Coogan riep zijn teksten luid in de microfoon terwijl de band gedreven hoekige riffs speelde en de bescheiden vervormde akkoorden scherp hield met dissonant klinkende noten. De teksten van Coogan kwamen over als zeer persoonlijk. I gave up on surgery/The end results are so graceless/I sculpt myself with honesty. Ook toen het eenmaal over was groette de band ons niet.

Scout Niblett verliet haar tijdelijke barvriendje en ging het gevecht aan met een geleende versterker. Vreemd genoeg konden wij in eerste instantie niet horen wat er aan het apparaat mankeerde en vroegen we ons af waarom de zangeres enkele malen een liedje staakte. Wanhopig keek ze naar de geluidsman. Pas tegen het einde van haar set, toen ook in de zaal het haperende geluid ging opvallen, stak ze de plug in een van de andere versterkers. Keuze te over. Een van de liedjes brak ze af omdat onverwachts tranen uit haar ooghoeken biggelden. De liedjes over het missen van een beschermende aanraking en ander liefdesleed waren iets te kwetsbaar in een rumoerig jongerencentrum zo ver weg van huis. De zangeres ging in op mijn suggestie Big Bad Man te spelen, aangezien het een van haar vrolijkere liedjes is. Zo kon ze de kans op nieuw verdriet tot een minimum beperken.

In Paradiso speelde Phil Evrum eerder deze week in zijn eentje. In Castricum stond hij ter afsluiting van de avond met een gelegenheidsformatie op het podium. Naast Zany op trompet werd hij vergezeld door vier mannen van Hirameka Hi Fi waaronder een roadie en de goed luisterende drummer. We're going to play just one song, vertelde Phil nadat hij het publiek dichter naar zich toe had gemaand. Hij hield zich aan zijn woord en de band zette een uitgebreide, langzaam aanzwellende versie in van The Moon. De zanger had alle ruimte een medley uit zijn repertoire te zingen. Eigenlijk had ik de half geïmproviseerde teksten moeten opschrijven om de spontane creativiteit van Phil voor het nageslacht vast te leggen. In plaats daarvan stond ik met een dronken grijns mijn hoofd ritmische heen en weer te knikken net als de paar andere mensen om me heen. Het gloedvolle moment was veel te snel over.

Op de terugreis, ditmaal in de auto van Zany, waren Phil en Scout (haar pruik verruild voor een warme muts) ondanks hun vermoeiende tournee zeer spraakzaam en keuvelden we knus over het verloop van de avond, popjournalistiek en windmolens tot we bij het Centraal Station aankwamen en ik de rest van de thuisreis tegen de koude wind in moest fietsen ondertussen mijn zojuist aangeschaft plaatjes warm houdend tegen mijn jas.

Tips: Hirameka Hi Fi speelt vanavond in de OCCII te Amsterdam. Het eerstvolgende interessante concert in De Bakkerij te Castricum is op 19 oktober wanneer Lawn en The White Broncos er zullen spelen.


vrijdag 11 oktober

Two turntables & The Microphones

Afgelopen dinsdagavond bood k-Tsjoem een ideaal programma voor als je een sombere stemming op gepaste wijze muzikaal wilde inkleuren. Het was de meest intieme aflevering tot nu toe van de een keer per maand door Transformed Dreams in Paradiso georganiseerde avonden. Eindelijk liepen er geen mensen rond die na een uitverkocht concert in de benedenzaal niets anders wilden dan de kleine zaal vullen met hun naborrelpraat. Iedereen kwam speciaal voor de bands die op het programma stonden. De kennismaking met singer-songwriter Scout Niblett uit Nottingham was voor sommigen iets te confronterend. De reacties waren gemengd. Achter de bar werd gegniffeld. Anderen slopen stilletjes de zaal uit om ongestoord te kunnen converseren in de hal bij het trapgat. Daar moesten ze een flink tijdje wachten. Scout wist van geen ophouden. We're all going to die, zong ze in een heel vers en zeer simplistisch verwoord liedje. Normaal gesproken krimp ik van gêne als mensen zulke strofen durven zingen. Ditmaal had ik de neiging hear! hear! te roepen. Gelukkig hield ik me in en hoopte ik dat de onder een groezelige zilvergrijze pruik verborgen zangeres betere liedjes uit haar repertoire inzette. Haar optreden werd even onderbroken toen een ukelele niet veel meer dan onheilspellend gekraak liet horen. De zangeres giechelde verlegen en pakte snel haar gitaar weer op. Eerder dit jaar had ze in de grote zaal laten horen dat een korte set veel meer zeggingskracht kan hebben.

Phil Evrum van The Microphones had het beter bekeken. Hij hield zijn performance redelijk beknopt. Iedereen die ik na afloop sprak vertelde me dat Phil apenstoned was. Ik vond zijn lange praatjes tussen de nummers best wel aandoenlijk. Het contrasteerde mooi met de openhartige en soms verdrietige liedjes. Ik vond het heerlijk me in zijn melancholie te drenken. De man speelde alle partijen geheel in zijn eentje waar op de platen een hele band wordt gesuggereerd. Hij improviseerde teksten en arrangeerde ter plekken oude vertrouwde nummers. Het was alsof hij wist dat ik zijn droefgeestigheid nodig had, alsof hij me persoonlijk toezong. Ik bleek niet de enige te zijn die zich mee liet slepen. Achter me zong een jongen mee. Normaal gesproken is dat niet zo'n goed idee. Ditmaal was het een mooie aanvulling. Ik had geen zin mijn tranen de vrije loop te laten gaan en hield ze tegen door op mijn tong te bijten. Dat is heel effectief, al ga je er wel heel raar van praten. Phil sloot af met The Glow. Levenslust werd dit jaar live zelden zo vol twijfel verwoord. Ik hoop dat we een beetje tot elkaar zijn gekomen, wenste de zanger. Niet lang daarna, toen twee leden van Zoppo fijne plaatjes draaiden, sliep Phil op de houten vloer, naast de tafel vol cd's, buttons en T-shirts, het hoofd verborgen in zijn armen die hij liet leunen op het zitvlak van een stoel. Afgepeigerd. Compleet van de wereld.

Het tot duo gereduceerde zea was de luidste band van de avond. Ze probeerden zich in te houden, er voor zorgend dat het contrast met de rest van het programma niet te groot zou worden. Vandaar dat deze keer vooral de kleine, broze liedjes de meeste zeggingskracht hadden. Remko danste op vertrouwde wijze achter zijn elektronische apparatuur en blies of riep door speelgoedinstrumenten. Arnold zong en speelde op de gitaar die hij een uur eerder aan The Microphones had uitgeleend. In andere omstandigheden zou je smeken dat de volumeknoppen flink open gedraaid werden. De creatief ontsporende electrorock/pop van zea moet het kunnen uitschreeuwen en dat deed het deze keer niet. zea het duo komt beter uit de verf dan zea met nieuwe extra bandleden. Bassist Bas van Seedling en drummer Jelmer van Cyozlab lieten enkele weken eerder in de OCCII horen geen moeite te hebben om de soms onnavolgbare ideeën van liedjessmeder Arnold te begeleiden. Hun geluid stond toen echter te hard en dof afgesteld waardoor de gedetailleerde geluiden uit toetsen en gitaar verwaterden. Als duo hebben de muzikanten meer speelruimte en daardoor zichtbaar meer vertrouwen in zichzelf. Je zag ze loskomen en meer plezier in hun spel krijgen. Hopelijk zie ik zea spoedig onder betere omstandigheden, met een beter geluid dan in de OCCII en zich minder bescheiden opstellend. Het diertje moet de ruimte hebben om te kunnen brullen.
(wordt vervolgd)


donderdag 10 oktober

Leesvoerlinks in afwachting van nieuwe verslagen

Indie voor beginners
De Indie 500, met een verklarende woordenlijst en een indie hall of fame.

Indie hall of Fake
De laatste FAKE (nummer 12 om precies te zijn) is alweer een tijdje uit. In afwachting van een wellicht gereviseerde nieuwe editie kun je gearchiveerde interviews door schrijfster Sybilla Poortman lezen op haar site Inter-net-viewer. Het betreft onvertaalde, originele versies van FAKE-artikelen, zowel in het Engels als in het Duits. Je vindt er interviews met onder meer Jim O'Rourke, Alan Licht en Rosy Parlane.

Webzine
The Wood is een onafhankelijk e-zine dat zich voornamelijk richt op de onafhankelijke muziekwereld. De meest recente editie bevat recensies over de platen van Dälek en Beck en een interview met Sea Ray. Sea Ray is een sextet uit Brooklyn dat hoorbaar beïnvloed is door Britse (indie)rock. Cello en toetsen spelen een belangrijke rol in de liedjes. Hun vorige EP werd geproduceerd door Tobin Sprout van Guided by Voices. De laatste EP Revelry is in zijn geheel te downloaden van hun site. Luister bijvoorbeeld eens naar het zoete en dromerige titelnummer waarin de geest van The Chills rondwaart.


dinsdag 8 oktober

Het weekend in vogelvlucht

Avalon op zaterdag
Avalon wordt vergeleken met The Matrix en eXistenZ. Met die kennis in het achterhoofd kan de Japanse film alleen maar tegenvallen. Polen is het grauwe decor van het futuristische verhaal over Ash (Malgorzata Foremniak) een vrouw die in een virtueel en verboden oorlogsspelletje slag levert en daarin aanbeden wordt als een heldin. Ze raakt geobsedeerd door Murphy, een man met wie ze ooit deel uitmaakte van de Wizards, een bijna onaantastbare gevechtseenheid die door een zwak moment van een van de leden tijdens een spel vernietigd werd. De geest van Murphy is in de computer zoekgeraakt. Waarschijnlijk verblijft hij in Avalon, een soort hemel in het computerspel. Alleen in combinatie met spoken en een bisschop kan Ash die plek bereiken. Na een aardig vormgegeven intro waarin soldaten digitaal uit elkaar spatten leunt het wankele verhaal voornamelijk op herhalende beelden en stilzwijgende geheimzinnigheid.
Het ritme van de film loopt niet lekker. Vaak worden totaal onbelangrijke scènes onnodig uitgerekt en zit je bijvoorbeeld bijna vijf minuten te kijken hoe Ash een groentemaaltijd voor haar hond bereidt. Machtig interessant. Telkens rijdt dezelfde oude tram met dezelfde mensen op dezelfde posities door het beeld. Tot twee maal toe wordt Ash aangeklampt door ex-Wizard Stunner (Bartek Swiderski) wat twee vervelende eetscènes oplevert. Om de zin neemt Stunner iets te nadrukkelijk de afkorting S.A. in de mond, een afkorting van Special A., het spelniveau dat naar Avalon leidt. De spelregels van Avalon blijven grotendeels in het ongewisse en het verdere leven van Ash is zo kaal dat het me niet wil lukken ook maar een greintje sympathie voor haar te hebben. Regisseur Mamoru Oshii is een uitmuntende animator (ga vooral zijn Ghost In The Shell (her)zien). Met echte acteurs weet hij zich minder goed raad.

OCCII op zondag
De supergroep Dish Hunt speelt voornamelijk voor vrienden en bekenden. Joop van Brakel en Toon Bressers (ex-Nasmak) en Peter Sijbenga (ex-Deinum) hebben in de kennissenkring niet alleen veel muzikanten. Tussen de oudere bezoekers (gemiddelde leeftijd is 40) lopen ook acteurs rond of een combinatie van muzikant en acteur (zoals Hans Dagelet). Het is de vraag of ze op voorprogramma Cyozlab zitten te wachten. De twee jongens uit Delft zijn nog aan het sparen voor laptops. Dat betekent in de toekomst minder sjouwen, maar dan missen we wel het veel imposantere aanzicht van twee grote computerschermen op het podium. Het duo staat naast elkaar achter een mengtafel plus randapparatuur. Beiden kijken ze gespannen naar wat zich op de schermen afspeelt en bewegen ze hun lichaam op de maat wanneer luide beats op de juiste plek vallen. Links worden willekeurige akkoorden en geluiden uit een synthesizer op rauwe wijze toegevoegd aan de voorgeprogrammeerde ritmes. Door het tempo van de sequencer te veranderen worden de drumpartijen heel grillig. Hoe heftiger de geluiden, hoe interessanter de set. Het duo stapt meer af van Autechre en schuift langzaam op richting Venetian Snares. Een verstandige keuze.
Dish Hunt blijft tijdens de presentatie van hun debuutalbum Maybe Home steken in de hoekige wave uit de jaren tachtig. Nu houd ik van en ben ik opgegroeid met hoekige wave uit de jaren tachtig. Mij hoor je niet klagen. Ik vraag me echter af of de muziek nog jongere generaties kan aanspreken. Bressers drumt slaafs mee met tapes waardoor zijn geconcentreerde, strakke en vaak onregelmatige ritmes (5/8ste, 7/8ste) niet swingen. Sijbenga en Van Brakel spelen beiden gitaar en zingen repeterende tekstregels. Halverwege het optreden begint de herhaling te vervelen en zou je wensen dat de nummers korter duurden. Dish Hunt ligt prettig in het gehoor, maar dat kan toch geen einddoel zijn. Het trio knaagt waar het zou moeten bijten.


maandag 7 oktober

Inhaken

Een banjo, een discobeat, metalgitaren en een bescheiden deathgrunt. Ik ben voor! Check Devil Dance (MP3, mono) van Midnight Configuration.

Bootje varen

Nog een week, tot en met 14 oktober, ligt het oude Duitse vissersschip van Stubnitz aangemeerd bij de NDSM-werf aan de TT.Neveritaweg te Amsterdam. De boot is verbouwd tot een reizend en autonoom opererend platform voor kunst en cultuur met ook veel aandacht voor muziek. In de agenda staan voor de laatste week onder meer Ron Anderson (bekend van zijn samenwerking met Ruins) en In Kharms Way, de nieuwe band van Ted Milton (ex-Blurt) (beiden op woensdag) en een festival georganiseerd door Sound Architecture met bijdragen van onder andere Rude66, Dexter, Seutek en Orange (aanstaande zaterdag).

Berlijns Dagen (deel 2)

Favez tussen hardrockers en punkers in SO36.


week 40

zaterdag 5 oktober

Alec Empire strikes back

Donderdagavond 3 oktober. Ik loop de Max binnen en denk even dat de lange man met het hoog opgestoken piekhaar op stelten loopt. Of kan er in Nederland weer ongestraft worden gecrowdsurft? Ik zit er behoorlijk naast. De zanger van The Crüxshadows staat op een barkruk middenin het publiek. Je moet toch wat doen om de aandacht af te leiden van de gedateerde electrogothicpop. Rechts op het podium staat een jongen onduidelijke dingen te doen achter een stapel keyboards. Links verzorgt een vrouwelijke gitarist voor aanvullende partijen. De violiste geeft een Keltisch randje aan de ouderwetse Electronic Body Music. De zanger pakt een fan bij de arm en danst zelfs even de horlepiep. Later banjert hij door de zaal en brengt hij een bezoek aan het balkon. Muzikaal lijkt de Amerikaanse band te putten uit het repertoire van O.M.D. en Eurythmics maar dan met een zwaardere basdrum en luidere sequencers. De band speelt een slappe, lichtvoetige variant op een geluid waar groepen als Front 242 en Frontline Assembly zo'n tien jaar geleden groot mee zijn geworden. Een nummer klinkt als Enola Gay waarin ditmaal Supergrover uit Sesamstraat voor de vocalen zorgt. De mooie gotische uitdossing van de bandleden, het bandlogo en de podiumaankleding (de Egyptische goden Isis en Osiris kijken op ons neer vanaf grote doeken) suggereren spannende geheimzinnigheid. De voorspelbaar opgebouwde, eenvoudige liedjes doen dat gevoel helemaal teniet. Misschien ambiëren de Amerikanen ook niet meer dan het bouwen van een feestje gebruikmakend van muzikale favorieten uit hun tienertijd. Twee danseressen aan weerzijde van het podium geven het voorbeeld en in het laatste nummer nodigt de zanger het publiek uit mee te dansen tussen de muzikanten in. Daar wordt gretig gehoor aan gegeven.

Het enige verband dat je kunt leggen tussen voorprogramma en hoofdact is de kleur zwart. Alec Empire is in donkere kledij gehuld. Hij komt op, steekt de microfoonstandaard het publiek in en maant ons tot schreeuwen. Turn the shit up! roept hij menigmaal. De geluidsman gehoorzaamt. Mijn neusvleugels trillen vanzelf mee op zoveel diepe bassen. Links achter de zanger staat een kale zwarte jongen in DHR-sweater stokstil achter een laptop. De drummer slaat mee op de maat van voorgeprogrammeerde ritmes. De gitarist rent heel wild in het aan hem toebedeelde gebied op de bühne. Zijn akkoorden zitten diep verborgen in het totaalgeluid. Meneer Empire oogt als Iggy Pop die in de huid van Donnie Darko is gekropen. Ergens halverwege het optreden trekt hij zijn handschoenen en zijn T-shirt uit, een striptease die stopt tot hij zijn bleke bovenlijf heeft ontbloot. Onder grote witte lampen en beschenen door stroboscopen en rode zwaailichten slaakt hij zijn kreten, slogans en oneliners. De Duitser houdt van simpele bewoordingen en herkenbare symbolen. Vandaar dat een van de tracks Everything Starts With A Fuck als titel heeft meegekregen en dat je bij aanvang daarvan beide middelvingers in de lucht moet steken. In de tracks van het nieuwe album Intelligence And Sacrifice herkennen we klassieke kretologie uit het industriële repertoire. New World Order verwijst naar de opener van Ministry's album Psalm 69. Ik moet ook aan die godfathers van de industrial metal en hun nummer Burning Inside denken als Empire schreeuwt over zijn pain inside. De titel Killing Machine is een citaat uit het nummer In The Neck van Revolting Cocks, een zijproject van Ministry.

De heftige set is een afwisseling van gejaagde, machinale hardcore en iets langzamere, loeihard beukende, noisy hiphop. In die laatste nummers hoor je Empire's andere band Atari Teenage Riot terug en dan met name nummers als Destroy 2000 Years Of Culture. Niets nieuws onder de zon dus, maar het is wel erg lekker. Als je niet wilt worden verplettert door volume sta je vanavond op de verkeerde plek. Het optreden is overtuigend stoer al weet je nooit of Empire er zelf ook de humor van kan inzien. Serieus kun je de muziek en de eenvoudige boodschappen niet nemen. Elke politieke motivatie die wellicht achter het lawaai steekt nemen we voor lief. Een liveoptreden van Alec Empire is een ideaal excuus voor ongegeneerd hossen, wat de meeste bezoekers dan ook doet. Heel even probeert de zanger mee te doen door te zwemmen op mensenhanden, maar het publiek duwt hem net zo snel weer terug. Het optreden eindigt met een oorverdovende kakofonie waarna de zwarte gordijnen definitief sluiten en de DJ zijn ding mag doen.

Als je Alec Empire (alsnog) in actie wilt zien, check dan de video van Addicted To You (RealAudio).


donderdag 3 oktober

Pet Sounds

Het zeer actieve Sally Forth Records is een reli-label dat niet als zodanig geafficheerd wil worden. Naast dance en emo brengen ze ook muziek uit waarin de echo's van de jaren tachtig duidelijk weerklinken. Het hoogtepunt (of dieptepunt naar gelang je voorkeur) van hun eighties revival was de compilatie Hits Of The Eighties. The Pet Series is een nieuwe, verrassende serie compilaties gewijd aan huisdieren. Deze week verscheen deel 1 waarop de hond in het zonnetje wordt gezet. Dat is in de nummers niet altijd even goed te horen. Wat heeft de cover Under The Milkyway van At The Close Of Every Day (in dezelfde versie al te horen op Hits Of The Eighties) te maken met een hond? Gelukkig bieden bijgeleverde illustraties een aanknopingspunt want alle deelnemers moesten naast een liedje ook een foto van hun geliefde keffertje inleveren. Zo kom je er achter dat singer-songwriter Scout Niblett (8 oktober in Paradiso samen met zea en The Microphones) in Black Hearted Queen zingt over een zwart vuilnisbakkie. Tussen de overige bijdragen op deze geslaagde internationale compilatie staan onder andere Unwed Sailor, Rose Of Sharon en The Nourallah Brothers. Onder de drie Nederlandse bijdragen zit een liedje van Rowing At The Lakes Of Kanada. Hun site levert op het moment van schrijven geen relevante informatie over de band op, maar de zang doet erg denken aan This Beautiful Mess, eveneens een act op Sally Forth Records. De stemmige cd leert ons maar weer eens dat poedels niet populair zijn. De volgende compilatie verschijnt begin 2003 en zal een lofzang op katten bevatten.


woensdag 2 oktober

A confused can

Hah! I can read Dutch! mailt Damon Tutunjian van The Swirlies trots naar een van de acts die vorige week speelde in de OCCII. Damon liet in thuisbasis Amerika een vertaalmachine los op het stukje dat ik op zaterdag 28 september postte over zijn band en vooral over de zotternij van de drummer. Ik vraag me af wat voor indruk hij heeft van Vido's schrijfkunsten. Die zien er zo nog beroerder uit dan ze gewoonlijk al waren. De Melkweg heet nu The Galaxy, in een deuk liggen verandert in to lay in a knock en een verwarde blik wordt a confused can. Het resultaat levert hilarisch leeswerk op.
(met dank aan Zany)

Verwacht na vandaag weer minder flauwe bijdragen.


dinsdag 1 oktober

Berlijnse Dagen (deel 1: plaatjes kopen in Kreuzberg)

Mr Dead & Mrs Free is een tamelijk idiote naam voor een platenzaak. Je vindt de winkel aan de Bülowstraat nummer 5 op een steenworp afstand van U-Bahnstation Nollendorf Platz. De zaak is een combinatie van Get Records en Distortion en is net zo klein als laatstgenoemde Amsterdamse winkel, maar zeker niet zo chaotisch ogend. Officieel gaat de zaak om elf uur 's ochtends open maar de maandagochtend dat ik voor de deur stond, waren ze niet zo stipt. Om de hoek van de straat snuffelde ik wat tussen tweedehands platen bij een iets minder interessante winkel en ik checkte aan de overkant van de drukke straat hoe duur een kaartje is voor het festival dat Thrill Jockey een dag later zou geven in de Loft/Metropol. Terug bij Dead & Free (zoals de verkoper zijn winkel noemt wanneer hij de telefoon opneemt) stond een van de werknemers de schappen te fotograferen. Ik deed net alsof er niets aan de hand was en begon mijn vindtocht. Zoeken doe ik nooit in platenzaken, ik zie wel wat ik tegenkom, hopend op een plaat te stuiten die ik allang opgegeven had. Neem nu One Star. Hun album Triangulum (op het New Yorkse March Records, 2000) had ik twee jaar geleden zonder resultaat besteld bij een Amsterdamse platenboer (ik zal geen namen noemen). In Berlijn lag de donkergroene hoes gewoon in het wild in de vinylbakken. De van oorsprong Japanse plaat (in dat land uitgegeven door Flavour Of Sound) bevat elf popperige en met licht experimentele elektronica aangevulde indieliedjes, volgezongen door een verlegen klinkende zangeres.


Een andere plaat die ik in Nederland tot nu toe niet heb mogen aantreffen tussen de cd's is het album Fjorden (op het Berlijnse label Monika, 2000) van Barbara Morgenstern. Haar naam duikt regelmatig op wanneer je credits op Duitse elektronicacompilaties aan het spellen bent. Op haar tweede plaat werkt ze samen met Pole (hij produceerde vijf van de twaalf tracks), Robert Lippok van To Rococo Rot en in het nummer Der Augenblick (MP3) met Thomas Fehlmann. De liedjes en instrumentale nummers liggen in het verlengde van landgenoten als Lali Puna en Donna Regina. Aangezien ik graag tijdens mijn vakantie muziek koop uit het land waar ik op bezoek ben nam ik vorige week ook de nieuwe 12" op City Centre Offices van Static mee. In Turn On Switch Off verzorgt Valerie Trebeljahr van Lali Puna de vocalen en verknipt op de B-kant Jan Jelinek hetzelfde nummer in minimootjes.


Een prettige verrassing was de single Feels Like Summer (Sanctuary Records, 2000) van Sing-Sing. Het duo bestaat uit Lisa O'Neill en Emma Anderson. Die laatste ken je misschien nog van Lush, de band die in oktober 1996 dramatisch uiteenviel na de zelfmoord van hun drummer Chris. Emma ontmoette haar nieuwe muzikale partner enkele jaren later toevallig toen Lisa via gemeenschappelijke vrienden terechtkwam in de woonkamer van Emma en haar vriendje in Camden, glaring at each other over a pile of ashtrays, porn videos and smelly socks. Emma kwam er achter dat een van haar favoriete liedjes op het album Morning Light van Mark Van Hoen's band Locust niet alleen door Lisa wordt gezongen maar dat ze het liedje ook samen met Van Hoen heeft gecomponeerd. Emma en Lisa begonnen gezamenlijk hun project Sing-Sing en gaven de productie van zowel de single als het album The Joy Of Sing-Sing in handen van Mark van Hoen. De zoete popliedjes hebben een tik van de jaren zestig meegekregen zoals je kunt horen in de twee minuten die je kunt downloaden van Feels Like Summer. Op de fansite is te lezen dat het debuutalbum begin vorige maand, twee jaar na de Europese release, in de Verenigde Staten is uitgebracht door Manifesto Records. Die uitgave bevat een videoclip die je ook kunt vinden op de pagina met downloads. Bekijk de foto's van Charlotte Photography als je wilt weten wie de gezichten achter Sing-Sing zijn.


De Oranienstraat lijkt het kloppende rockhart in stadsdeel Kreuzberg. Vlakbij U Görlitzer Bahnhof staat het podium SO36 en een blok verderop, om de hoek in de Wienerstraat, het punkhol Wild At Heart (met een grote poster voor het raam van The Apers want zij spelen er morgenavond). In deze straat kan een goede platenzaak niet ontbreken. Punkers en liefhebbers van aanverwant heftig spul zullen in Berlijn zeker niet met lege handen weglopen na een bezoekje aan Core-Tex. De winkel, waar je ook punkkleding en skate-attributen kunt kopen, is te vergelijken met Independent Outlet. De muziek die hard door de winkel gedraaid wordt mag dan boosaardig klinken, de prijzen zijn van het vinyl en de cd's zijn zeer vriendelijk. Tussen de platen stonden ondermeer de cd van Oil en de vinyluitgave van het debuut van Face Tomorrow. Zelf ging ik de winkel uit met Satanic Versus, het nieuwe, door Steve Albini opgenomen minialbum van de Amerikaanse band Milemarker (emo met toetsen en af en toe vrouwenzang op Jade Tree) en Good Health (uitgebracht door Lookout! Records) van Pretty Girls Make Graves (een band die goed past in het rijtje waar je ook Ikara Colt en Liars kunt vinden). De tracks Banner To The Sick van Milemarker en Speakers Push The Air zijn nog steeds te downloaden. Van het laatste nummer vind je hier de videoclip.


Oudere weblogs zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]