home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

november 2002


week 48

donderdag 28 november

De jaren tachtig zijn nog steeds cool

Van de Minny Pops verschijnt begin 2003 eindelijk materiaal op cd. Helaas nog niet het met geen enkele andere Nederlandse plaat te vergelijken debuut Drastic Measures, Drastic Movement, maar het tweede album Sparks In A Dark Room (oorspronkelijk in 1982 uitgebracht door Factory Benelux) plus een compilatie met later materiaal. De cd's worden uitgebracht door LTM, een Britse maatschappij die zich afficheert als your favourite post-punk archive label. Tussen de vele hippe Britse indiebandjes die ze hebben heruitgegeven staat ook solowerk van de van oorspronkelijk Engelse Cath Carroll. Zij was ooit zangeres in het trio Miaow, getrouwd geweest met de tweede gitarist van Big Black, bezongen op de gelijknamige single van Unrest en te zien op de hoes bij de cd Perfect Teeth van dezelfde band. Op de nieuwspagina van LTM is te lezen dat deze maand The Gondoliers of Ghost Lake uitkomt en 13 januari volgend jaar When It All Comes Down. De eerste cd is nieuw en bevat liedjes van Cath Carroll uit de periode januari en juli 2002, opgenomen in haar huidige woonplaats Chicago. De tweede titel is een compilatie met materiaal van Miaow waaronder ongetwijfeld de vrolijke, door Paul Kendall geproduceerde 12" When It All Comes Down (Factory Records, 1987) en het liedje Sport Most Royal van de compilatie C86 (Rough Trade, 1987).

Kill! Kill! Kill!

Rapper Killa Kela heeft helemaal geen draaitafels, drumcomputer of andere randapparatuur nodig. Op zijn meest recente album The Permanent Marker vult hij de tracks het liefst volledig, enkel en alleen met zijn mond al smokkelt hij zo nu en dan wel een beetje. Check Check One en Boom Accesorry. De geluidskwaliteit is niet bepaald op cd-niveau (dat is nog eens een understatement, red.), maar je krijgt in ieder geval wel een idee van Killa Kela's kunnen.

*

Gerucht wordt vraag: is er een eerste slachtoffer van fusie?


woensdag 27 november

TV eye wide shut

Het scherm blijft zwart. Gisteren haperde mijn meer dan twintig jaar oude tv-toestel, vandaag heeft het apparaat definitief de geest gegeven. Ik kijk vrij weinig tv en toch raak ik lichtelijk uit mijn doen. Mijn avonden hebben meestal een vast patroon dat begint met het journaal van zes uur en een half uurtje AT5 al of niet gevolgd door een nutteloos rondje zappen langs Europese quizzen. Daarna gaat er een plaat op en snel ik koppen in Het Parool totdat het tijd is me voor te bereiden op een fietstocht naar het centrum van de stad. Op het aanrecht staat een afwas van een paar weken zielig te wachten op een schrobbeurt.

Het is dinsdag en de tv is stuk. Uitgerekend op dinsdag, de enige avond waarop ik geneigd ben thuis voor de buis te blijven hangen voor de enige serie die ik volg. Volgens mensen die er verstand van hebben is 24 baanbrekende televisie. Ik ben van de generatie die 's avonds naar vrienden ging om Twin Peaks te zien en na afloop onder het genot van een drankje te speculeren over betekenis en het verdere verloop van de bizarre verwikkelingen in het mysterieuze stadje aan de Canadese grens. Zo vernieuwend heb ik het sindsdien op het kleine scherm niet meer gezien. Van vervreemding, surrealisme en absurdisme is bij 24 geen sprake. 24 is een recht-toe-recht-aan-verhaal dat 24 uur lang de klok volgt en de suggestie wekt in real-time te worden verteld. De verschillende parallelle gebeurtenissen worden in kleine blokjes naast elkaar gelegd terwijl een digitaal uurwerk middenin beeld onverbiddelijk van seconde naar seconde tikt. In de bioscoop worden wel vaker films in dezelfde tijdspanne verteld als de actie lang is (ik kan me nu alleen het wel aardige, maar verre van opwindende Nick Of Time van John Badham uit 1995 voor de geest halen), dus zo bijzonder is dat gegeven niet. De enige reden waarom ik naar 24 blijf kijken is de constante actie, de onrust en bovenal de cliffhanger. Ik ben verslaafd geraakt aan de cliffhanger. Ik móet weten hoe het afloopt. Een week lang blijf ik in spanning, benieuwd naar het vervolg en de oplossing die zal komen na alweer een onverwachte twist in de gebeurtenissen. Ik wil dezelfde adrenaline voelen als de opgejaagde agent Jack Bauer.

Goddank loopt de video. Bij het afspelen is het beeld niet vrij van strepen, balken en andere oneffenheden, maar daar maal ik niet om. Ik heb geen idee wanneer ik de opname kan bekijken. Waarschijnlijk wordt de spanning langer dan een week uitgesteld en ebt de interesse voor 24 vanzelf weg. Om de plotselinge tijd te doden pak ik een van de drie tijdschriften op die deze week op mijn rommelige tafel zwerven. Ik blijf in filmsferen, blader door Sight & Sound en verbaas me dat in de door vijftig Britse filmcritici samengestelde top 10 van beste speelfilms vanaf 1978 slechts 1 film van Engelse bodem wordt genoemd. Amerika overheerst, de rest van de wereld heeft het nakijken.

UK Critic's Top Ten since 1978
1 Apocalypse Now (Francis Ford Coppola, 1979)
2 Raging Bull (Martin Scorsese, 1980)
3 Fanny & Alexander (Ingmar Bergman, 1982)
4 GoodFellas (Martin Scorsese, 1990)
5 Blue Velvet (David Lynch, 1986)
6 Do The Right Thing (Spike Lee, 1989)
7 Blade Runner (Ridley Scott, 1982)
8 Chungking Express (Wong Kar-Wai, 1994)
9 Distant Voices, Still Lives (Terence Davies, 1988)
10= Once Upon A Time In America (Sergio Leone, 1984)
10= A One And A Two... (Edward Yang, 2000)

Uitgerekend de Britse film is de enige die ik nog nooit heb gezien. Dat Martin Scorsese zelfs met twee films is vertegenwoordigd verbaast met niets. A One And A Two... is de meest recente titel en wat mij betreft een verrassende. Wat zou ik zelf gekozen hebben? Uit de genoemde films kies ik zeker voor Blue Velvet en Chunking Express. The Conversation is mij veel liever dan Apocalypse Now, maar het meesterwerk met Gene Hackman stamt uit 1974 en kan dus niet meedoen. Ik twijfel nog tussen Raging Bull en GoodFellas. Verder iets van Haneke, een titel uit het oeuvre van de Coen Brothers, Close-Up van de Iraanse regisseur Kiarostami, The Idiots, Se7en, Short Cuts, The Usual Suspects en Underground. Dat zijn er ongeveer 10 en nee, daar zit geen Nederlandse film tussen. Wat dat betreft ben ik net zo chauvinistisch als de Britse filmcritici.

De videorecorder is gestopt met opnemen. De nieuwe Godspeed staat op repeat. Een perfecte soundtrack voor het verwerken van de paar documentaires die ik gisteren zag tijden het IDFA. Je vindt een impressie bij Cinema Subjectivista.


maandag 25 november

De meest recente single van Melt Banana heet 666. Het vinyl wordt heel toepasselijk uitgebracht op 6" formaat. Het is niet voor het eerst dat de groep een plaat op afwijkend formaat uitbrengt. Naast een 12", 10" en 7" maakte het Japanse noisekwartet samen met Xerobot een split-5" (op Coat-Tail Records in 1997). Kleiner vinyl heb ik tot nu toe nog niet kunnen ontdekken. Van de nieuwe Melt Banana kun je een nummer downloaden van de site van het label Level Plane.

*

Sands is de titel van het tweede album van Lanterna (een afsplitsing van The Moon Seven Times uit Illinois). De band maakt instrumentale shoegazer die zo prettig toegankelijk is dat zelfs Steven Spielberg een nummer gebruikt voor de trailer van zijn nieuwste film Catch Me If You Can.

*

Maak je eigen dub
(via Memepool)


week 47

zondag 24 november

Van de straat


The Streets stapt van het podium. Booooooooo! roept een gedeelte van het publiek. Vergis je niet. De uitpuilende zaal is juist heel enthousiast. Het Britse aandeel van de aanwezigen weet dat je voorman Mike Skinner een plezier doet als je als een koe naar hem loeit. Er zijn heel veel Britten. Ik sta ingeklemd tussen gemoedelijk dronken en benevelde overzeese hedonisten. Het maakt niet uit of ik stilsta of beweeg, ik kom hoe dan ook in contact met bezwete lichamen. De eerste helft van het optreden blijven mensen naar voren lopen terwijl daar geen enkele ruimte meer kan zijn. Ze duwen ons bruusk opzij of blijven doodleuk vlak voor ons staan. Gelukkig zijn de meeste Britten klein van postuur.

Het laatste optreden van The Streets op continent Europa is een groot succes. Je merkt het al aan de veel te lange rij buiten de Melkweg. Binnen wachten we op een kluitje gespannen tot het licht in de zaal dooft. Spots belichten het aanstekerlogo dat groot boven de drums hangt. De backing tapes worden aangezet. Het is onvermijdelijk dat de set start met het openingsnummer van Original Pirate Material. Violen uit een doosje zwellen aan. Turn The Page is een ideale ouverture, ook live. Mike Skinner begint al te rappen voordat hij het podium heeft bereikt. Achter hem staat een begeleidingsband van drie man: een bassist, een drummer en een toetsenist. De zwarte vocalist Kevin Mark Trail staat Skinner bij met aanvullende raps en zang. Video's op het grote witte scherm boven de drummer doen de rest. Als vervolgens Has It Come To This? wordt ingezet vrees ik even dat de band gewoon het hele album op het podium gaat reproduceren. Vanaf het derde nummer (Same Old Thing) haal ik opgelucht adem. The Streets spelen verderop in het optreden zelfs twee nummers die ik niet ken. 2Step-drums zetten de voorste rijen in beweging. Skinner kijkt ons aan met ondeugende pretoogjes. Hij geeft een stickie door, deelt blikjes bier uit, wuift naar Calvin Smalvin die links vooraan tussen het publiek staat, roept of iemand Charlie bij zich heeft, zwiept wild met een schuimend bierblikje, plaagt zijn bandleden door ongevraagd aan hun instrumenten te zitten en zwaait met zijn petje naar een jongen die precies hetzelfde hoofddeksel draagt.

Spelen in Amsterdam lijkt een thuiswedstrijd voor de opgewekte Skinner. Het beschonken nummer Too Much Brandy is geïnspireerd door een dagje doorhalen in de hoofdstad, beginnend op het Centraal Station (charged up like Scarface) en via de Grasshopper eindigend op de dansvloer met barstende koppijn vanwege het vele zuipen. Dat de video die op de achtergrond wordt geprojecteerd is gedraaid in het centrum van London doet er even niet toe. Een langzame skabeat duwt de single Let's Push Things Forward vooruit en blijkt ideaal voor een fragmentje Ghosttown van The Specials. De band stapt middenin de set van het podium. Wat? Kappen ze er nu al mee?! Nee, hoor. Tijdens The Irony Of It All moet een videoclip het zware werk doen. In een komische filmpje zetten een stoere bierdrinker en een zweverige en te dikke brilglazen dragende blower hun filosofieën over druggebruik uiteen. De band komt terug (boooooo! joelt het publiek) en de ventilatie gaat aan. Een koude tocht blaast in onze nekken. Het feestje wordt onverminderd voortgezet.

In tegenstelling tot het debuutalbum is er live geen tijd voor introspectie. The Streets speelt slechts één ingetogen nummer: It's Too Late, een weemoedig liedje over gemiste kansen en te laat komen voor het belangrijke afspraakje met het meisje van je leven. Alleen met dit liedje laat Skinner tijdens het optreden zien dat hij een heel klein hartje te heeft. Een liveoptreden is er om lol te maken en gelijk heeft hij. Diepgang bewaar je maar voor thuis. De plaat is geweldig, het optreden is gewoonweg heel leuk. De twee vocalisten rennen over het podium en besproeien elkaar met de inhoud van plastic flesjes Spa Rood. Onderwijl dendert een discobeat in afsluiter Weak Becomes Heroes.

Het optreden is snel over. De DJ mag weer slappe plaatjes draaien. Hippe kids nemen onze plek op de dansvloer in. Ik ga direct naar huis en zet Original Pirate Material nog maar eens op.


zaterdag 23 november

Humanoids In The Deep presents...

Bob Log III bleek 'm te zijn gesmeerd. De platenmaatschappij wist van niets en ook de boeker was totaal verrast over zijn vroegtijdige vertrek. Ome Bob zou zijn Europese tournee gisteravond afsluiten tijdens het op het laatste moment in elkaar gedraaide festival in Amuse. De afwezigheid van de Amerikaan was voor vijf musicerende doodgravers een reden hun optreden deze keer wat langer te laten duren. Ze klonken als de voodooversie van De Kift en Stuurbaard Bakkebaard. De lijkbleke mannen kwamen vlak voor onze neus staan. Hun hoge hoeden gerafeld en ingedeukt. De voorman zette het hoofddeksel af en zong schel, begeleid door de begrafenismuziek van zijn metgezellen. Ze liepen door de zaal en eindigden vlakbij het tafeltje waar we de hele avond rondhingen. Publiek danste en klapte om hen heen. Nu moesten we wel onze monden houden. Het eerste gedeelte van het uitgebreide optreden van de Dead Brothers uit Zwitserland was eigenlijk nogal langs ons heengegaan. We gaven de schuld aan de gemoedelijke sfeer in de Amuse. Het zaaltje tegenover de Melkweg was ingericht alsof we in de jaren vijftig waren beland en er elk moment een highschoolfeestje kon losbarsten. Pas vroeg in de ochtend kwam gisteren het mailtje binnen waarin het festivalletje van Humanoids In The Deep stond aangekondigd. Niet veel later belde J. op, over een bandje in de OCCII en of ik zin had mee te gaan. Laten we eerst dat festival uitproberen, stelde ik voor. Bob Log III speelt ook, je weet wel, die Amerikaanse eenmansband met die rare helm op zijn kop.

We hebben Bobby uiteindelijk niet gemist, al begon de avond niet al te bijster boeiend met het Spaanse rock-'n-rollduo Los Idiotas. In Spanje spreken ze geen woord Engels en als ze het wel proberen klinken de accenten onverstaanbaar zwaar. My Generation van The Who wordt dan zoiets als talkin' 'bout ejaculation. De gitarist harkte vurig op zijn snaren, de drummer met bakkebaard had er minder zin in. Hij drumde vermoeid en slordig en riep af en toe onduidelijke kreten in de microfoon. De gitarist schreeuwde om de zin het woord baby. De rest van zijn teksten ontging me totaal. Los Idiotas was niet eens de minste act van de avond. De flyer kondigde Bebe & Serge aan als the drunken Sonny & Cher. Dronken waren ze zeker niet en aan hun landgenoten deden ze al helemaal niet denken. Op de te zacht afgespeelde tape klonk een ratjetoe aan stijlen, van slappe disco tot foute metal. Een man (zwart baardje en zonnebril) en een dame (lange donkere haren en permanente nepgrijns) voerden een vervelende, onnavolgbare variétéact op. Aan het slot sloeg de man met een zweepje op een grote tekening en moesten de microfoonstandaards het ontgelden. J. en ik keken elkaar aan. Zullen we alsnog naar de OCCII gaan? Nee, laten we blijven en kijken hoe het afloopt.

We bestelden opnieuw een veel te prijzig biertje en hielden onszelf rechtop aan het tafeltje. De Amuse was langzaam volgestroomd en we spotten veel vertrouwde gezichten onder de glitterballen. Veel bezoekers waren eerst naar een andere concert geweest (zoals het uitverkochte Orchestre Baobab in Paradiso) of hadden een filmpje gepikt tijdens het IDFA. Ze zagen Belch een tafeltje vol vage apparatuur op het podium zetten. De eenmansformatie uit Arnhem nam plaats en speelde tegelijkertijd gitaar en drums. Wat de machines voor zijn neus allemaal deden weet ik niet, maar ze maakten een flinke bak herrie. Het was vrij imponerend, al had je na een nummertje of vijf wel genoeg gehoord. Het ervaren Lo-Lite speelde een nonchalante portie garagerock vol bluesschema's. De tournee van het Arnhemse duo eerder dit jaar door Canada en de Verenigde Staten had ze goed gedaan. De meisjes vooraan, waarvan eentje gehuld in een T-shirt waarop botten van een geraamte prijkten, lieten hun mooiste danspasjes zien. Tijdens de Dead Brothers hadden we het zo naar ons zin en waren we zo intensief in gesprek geraakt met bevriende muzikanten, radiomakers, programmeurs, collega's en voormalige klasgenootjes dat we bijna vergaten dat er een band op het podium stond. Gelukkig hadden de Zwitserse muzikanten ons in de gaten en kwamen ze heel geduldig verhaal halen. Na hun akoestische afsluiting bogen ze diep en applaudisseerden wij hard. Terwijl de twee tuba's terug in de koffer gingen en de DJ een nieuw plaatje opzette, waggelden we blij naar de uitgang.

Het is de bedoeling dat er in Amuse naast het initiatief Stoutplein (waarbij elke woensdagavond drie amateur-bandjes worden gepresenteerd) elke week minstens 1 avond geprogrammeerd gaat worden. De zaal wil proberen gaten in agenda's te dichten en bands naar de hoofdstad te halen die niet terecht kunnen in de andere zalen, net iets te klein zijn voor Melkweg en Paradiso en te groot voor de Winston. Het lijkt er op dat Amuse een podium is om in de gaten te blijven houden.


vrijdag 22 november

Kleinigheidjes

Zombie & Mummy form a hiphopband

*

One Man & His Log

*

Klik op het 5e groene gekantelde vierkantje onderaan de pagina van Troubleman Unlimited en check MP3's van onder meer American Heritage, Calla, Camera Obscura (niet te verwarren met Camera Obscura), Erase Errata, The Flying Luttenbachers, Karp, Kepler, Peechees en Rye Coalition.

*

Wie zitten er achter Burning Love Jumpsuit? Geen idee. En zijn dat niet de Yeastie Girls die je hoort rappen in Mouse (MP3)? Reken maar van yes!


woensdag 20 november

Appeltjes voor de dorst

Het liefst had ik ze alle tracks van The Discovery Of A World Inside The Moone horen spelen. In exact dezelfde volgorde als het album uit 2000 inclusief toetsen, bongo's, fluiten, toeters (heel veel toeters) en bellen. Het is echter twee jaar later en The Apples In Stereo hebben een nieuwe plaat uit. Velocity Of Sound is niet zo instant meezingbaar als de voorganger. Minder gedetailleerd uitgewerkt, meer rock. Simpeler, ruiger. Geen orkestje op de achtergrond. De nieuwe cd draait terwijl ik schrijf. Ik wordt er wel vrolijk van, maar niet extra warm. Het is een plaat die live makkelijk is na te spelen, wat gisteren in Ekko te Utrecht direct vanaf het eerste nummer was te merken. Zanger/gitarist Robert Schneider, het kleine, kalende mannetje met baardje, had zich tijdens het voorprogramma SallySkunk opgewarmd door flink te lopen, heen en weer tussen het publiek en richting het tourbusje dat voor de pui van Ekko geparkeerd stond. Na een paar nummers in de Apples-set zette hij zijn bril af. Het ding gleed door het zweet van zijn neus en hij zei toch niet verder dan de microfoon te kunnen zien, met of zonder brillenglazen. Are you ready, guys? riep hij richting zijn maatjes en met een sprong zette hij een volgend nummer in.

The Apples hadden lol, ondanks of misschien wel vanwege het feit dat ze hun laatste optreden deden van de Europese tournee. Een reis die een kleine twee weken geleden startte bij London Calling. De hoge, dunne, geknepen stem van Schneider werd aangevuld met de koortjes van zijn drie medebandleden. De ook al kleine, zwaar gebouwde Hilarie Sidney nam vanachter haar drumstel enkele malen de leadvocalen over. Ze sloeg zo hard op snare en bekkens dat haar blonde lokken meer dan eens voor haar ogen vielen. Ze lachte naar de lange, donkergekrulde tweede gitarist John Hill wiens glimlach niet van zijn gezicht was af te branden. Bassist Eric Allen probeerde ook nog een zangpartij voor zijn rekening te nemen. De techniek stond hem echter in de weg. Om beurten ging op de mengtafel achter ons elke schuif eventjes extra open. Zonder resultaat. Zijn stem was niet te horen. De liedjes werden luid en rauw uitgevoerd. Het ging de Amerikanen niet om perfectie. Het mocht best rammelen, als de liedjes maar overeind bleven. En dat deden ze. Inclusief een Beach Boys-cover, de Beatlespastiche waarvan ik de titel ben vergeten, de pa-pa-pa-pa-koortjes in Baroque en de paar liedjes die ze gelukkig ook nog speelden van The Discovery... waaronder The Rainbow.

Gek genoeg lijkt het alsof bandjes geen vleugels willen krijgen in de Ekko. Ik ben er menigmaal geweest en geen enkele band die ik er zag steeg op tot grote hoogten. De tegenstelling is groot met bijvoorbeeld de Kalenderpanden (RIP) in Amsterdam waar vrijwel elke act die ik er meemaakte meer dan alles gaf. Sommige podia inspireren blijkbaar minder dan andere. Ik ben er nog steeds niet uit waar dat nu precies aan ligt. De Ekko is een fijn zaaltje en The Apples In Stereo waren gisteren heel leuk, maar hun optreden zal ik toch snel gaan vergeten.

The Apples op MP3-formaat: Please


dinsdag 19 november

Drill, drill, drill

In Vido's bijdrage aan het Schaduwkabinet staan deze week drie singles vol breakcore of drillcore of hoe deze extreme vorm van drum'n'bass ook moge heten. Vandaag hebben we enkele downloads in de aanbieding waarbij het raadzaam is je goed aan je stoel vast te riemen. Xanopticon is in Droma (MP3) op volle oorlogssterkte. Ook Symphwrak hakt er stevig in, ondanks de verzachtende synthesizertapijtjes. Als je geen genoeg kan krijgen moet je zeker de overige twee tracks op zijn site checken.

Aan de basdrum te horen houdt Noize Creator ervan gabberinvloeden aan de breakbeats toe te voegen. De titel Ballet Of The Chicks (uitgebracht door Suburban Trash Industries) verwijst naar Ballet Van De Kuikentjes In Hun Eierschalen uit Schilderijententoonstelling van de Russische componist Modest Moessorgski. Noize Creator heeft daar een melige coverversie van gemaakt. Helaas is deze MP3 een fragment. 2stepz Up Yer Azz, Sukker (afkomstig van Necromaniacs Industry) is wel een volledig nummer (mono helaas). Op de site van Atomly vond ik de track Endgame, een nummer dat is opgedragen aan Noize Creator. Op de downloadpagina van Atomly staat overigens een overvloed aan downloadbare dancetracks van het heftige soort. Gabberliefhebbers kunnen hun lol op met de Noisy Harcdcoremix op Desorder. Noize Creator is daarin vertegenwoordigd met het nummer Snowball.

*

De meest prettige aanwinst van het afgelopen weekend is een lp op het Duitse label Tomlab. The Books is het project van de in New York woonachtige Paul de Jong. Zijn album met de flauwe titel Thought For Food staat vol akoestische gitaren die worden omringd en begeleid door computergestuurde geluiden. Stemsamples van over de hele wereld maken de tracks luchtig. Behalve in Motherless Bastard waarin een jongetje wanhopig om zijn ouders roept. Hij krijgt geen hulp en wordt zelfs bars toegesproken door een nare man. De vioolpartijen maken de track extra triest. Het openingsnummer Enjoy Your Worries, You May Never Have Them Again maakt het meest duidelijk wat je op het album kunt verwachten. Wat mij betreft de MP3 van deze week.

Bunsenstraat ontwaakt

Bunsenblog is terug. Hij windt zich ditmaal op over het slechte geluid in De Vloer te Utrecht


week 46

zondag 17 november

Animal(s)

Het is flauw een drummer te vergelijken met Animal uit de Muppet Show. Toch is dat waar Guilherme Tavares van de Haagse band Orange Sunshine op lijkt: Animal met een bril op zijn neus en na enkele nummers ontdaan van T-shirt. Tavares houdt zijn stokken omgekeerd vast zodat hij extra hard op drumvellen en bekkens kan slaan. De rest van de band is minder goed te horen. Gelukkig maar, want de gitarist soleert als een nuchtere Rory Gallagher. De kale bassist bromt onduidelijk. Zijn snel over de frets rollende vingers lijken andere bedoelingen te hebben. De zo goor mogelijk uitgevoerde seventies bluesrock kan niet zonder drumsolo. De tribal drums van Tavares pijnigen de oren in de galmbak die het zaaltje is. Zijn schreeuwvocalen zijn minder angstwekkend dan de monsterlijke grimas die zijn gezicht doet vertrekken. Dit is nog eens wat anders dan de underground techno die hij in de vorige eeuw met zijn formatie Unit Moebius maakte. Tavares is niet alleen een van de drijvende krachten achter Bunker Records, hij runt daarnaast al menige jaren Motorwolf, label voor het ruigere rockwerk.

Verveeld zitten mijn maatjes en ik op het balkon van het Nighttowntheater te wachten tot Orange Sunshine klaar is. We zijn naar Rotterdam afgereisd voor een potje Guitar Wolf. De Japanse rock-'n-rollhelden zijn weer in het land en dat willen we niet missen. Dat het trio ons zeker niet teleurstelt kun je lezen bij de Subs.


zaterdag 16 november

Tombola & Fall

De nieuwjaarsreceptie was vroeg dit jaar. Aan de naam van het festival te beoordelen meer dan een jaar te vroeg. Tijdens Tombola 2004, het feestje van De Konkurrent en KindaMuzik afgelopen donderdag in Paradiso, struikelde je over de bekende gezichten. Bijna alle Subs waren gemobiliseerd. VPRO, Oor, NRC en Volkskrant waren goed vertegenwoordigd. Bekende boekers hadden een vrije avond genomen om hun gezicht te laten zien. Handen werden geschud. Biertjes uitgedeeld. Wetenswaardigheden uitgewisseld. Namen kregen voor het eerst gezichten. Van gekkigheid wilde ik zelfs kennismaken met mensen die helemaal niet werkzaam waren in de muzieksector. Zo stond ik zomaar de naam te vragen van een bezoeker die waarschijnlijk wel zijn kaartje had betaald.

Bij aanvang van het festival probeerde ik nog net te doen of ik ongestoord bandjes kon kijken. Na vijf nummers Múm maakte onrust zich van me meester. Volgens het programma speelden beneden tegelijkertijd Azure Ray, The Good Life en Bright Eyes en daar wilde ik graag wat van meepikken. Weg was ik. Een verdieping lager bleek de eerste groep al klaar en kon The Good Life me niet afleiden van de mij omringende gesprekken. Ik kan dan ook niet met goed fatsoen een oordeel over hun set vellen. Ik mag er alleen wat over zeggen als ik op zijn minst vooraan had gestaan. Het optreden was bijzaak geworden. De distantie was groot tussen wat ver weg op het podium gebeurde en de sociale contacten die in de buurt van de bar werden onderhouden. De afstand maakte het onmogelijk tijdens en achteraf te oordelen. Ook het orkestje van Bright Eyes maakte zo geen indruk ondanks de inzet van fanatieke voorman Conor Oberst. Ik zette mijn eigen mening opzij en probeerde die van anderen te peilen. Gavin Friday werd verrassend meerdere malen als referentie genoemd. 16 Horsepower, zei iemand anders, wijzend naar de banjo. Namen zeggen niets over kwaliteit. De overslaande stem van Oberst liet mij in ieder geval koud.

Omdat er in de bovenzaal geen doorkomen aan was bij The Isolation Years, ik de solosets in het minuscule tussenzaaltje sowieso al had opgegeven en Spoon beneden een set speelde die lang niet zo leuk meer was als hun album Telephono uit 1996, belandde ik in het halletje waar nog meer bekende gezichten opdoken en ik me prima amuseerde, me totaal niet bekommerend om de optredens die ik miste. Vanaf Girls Against Boys gingen de versterkers voluit en was elk afleidend gesprek in de grote zaal onmogelijk. Helaas waren de noisy grooves van de Amerikanen nogal inwisselbaar en de gruizige stem van Scott McCloud een iets te eentonige variant op Mark E. Smith. She's Lost Control van Joy Division was als cover een welkome afwisseling. De enige band die zin had het publiek echt plat te spelen stond boven. De instrumentale, psychedelische stoner van 35007 uit Eindhoven werd belicht door bonte, breed geprojecteerde video's. Twee mannen zaten achter knopjes. Tussen hen in sloeg de drummer vrijwel constant op de bekkens. De beide gitaristen keken vrijwel geen moment de zaal in. Ze werden totaal opgezogen door het zwarte gat dat ze op het kleine podium creëerden. Je had weinig keuze. Je kon weglopen of je laten onderdompelen in het hypnotiserende lawaai. Als ik me niet vergis heb ik voor het laatste gekozen.


donderdag 14 november

Sealed with a kiss

Hij zwiept onstuimig met zijn niet eens zo lange haar. Zijn luchtgitaar hangt laag. Hij kent alle teksten uit zijn hoofd. Ik geloof dat hij heel gelukkig is daar vooraan op het podium. Whose fist is this anyway, gromzingt gitarist Tommy Victor, ondertussen geamuseerd opzij kijkend naar de onverwachte gastbijdrage naast hem. De roadies grijpen vooralsnog niet in. De blonde jongen mag tot en met het refrein zijn gedreven playbackshow opvoeren. Dan springt hij terug in de draaikolk van de eerste rijen waar gebalde vuisten het centrum zijn van woest gedans.

Prong is na vijf jaar rust weer actief. Voorman Victor heeft drie muzikanten om zich heen verzameld voor een eerste livealbum en een tournee vol greatest hits. Ik kan me niet herinneren de band in de goede oude tijd te hebben gezien. Niet met drummer Ted Parsons en hun versie van Third Rock From The Sun en ook niet ten tijde van Cleansing, de industriële metalplaat uit 1994 die ik nog regelmatig uit de kast trek, zeker wanneer agressie uitgezweet moet worden. Als ik Prong eerder live had meegemaakt zou ik nu niet zo verbaasd hebben gekeken naar Prongoprichter en het enige overgebleven originele bandlid Victor. Wat straalt die man een vrolijkheid uit. Ik dacht eerst dat hij slechts aan het flirten was met de digitale camera die onder hem het hele optreden vastlegt voor DVD-doeleinden. Zo is hij wel vaker, vertelt het maatje naast me. Lachend, gekke bekken trekkend en spelend met het publiek, of de mensen nu vlak voor zijn neus staan of boven op het balkon. Sluit de ogen half en je zou zweren dat Robbie Williams staat te brullen en ultralage riffs staat te spelen op de bovenste snaren.

Werkelijk alle hits komen langs waaronder meezinger Prove You Wrong en favoriete tracks van Cleansing, van opener Another Worldly Device tot afsluiter Test en veel van wat daar tussen zit. Vele dertigers in de zaal veranderen in losgeslagen schoolknapen. De aimabele Victor is als een magneet op sommige jongens. Leunend tegen de rechterspeaker hurken ze vlak voor hem zodat ze niet al te hard tussen de nummers door hoeven te roepen. Enkelen bedelen om een plectrum. Het toppunt van adoratie wordt tot het eind bewaard. Een kale jongen stapt het podium op, loopt op Victor af en geeft hem een natte smakkerd op de wang. Daarna wandelt hij op Brian Perry af. De wereld van de bassist bestaat volgens mij slechts uit haren en snaren. Hij kan nauwelijks iets zien, maar voelt toch de kus naderen en weet die met gemak te ontwijken. Ook gitarist Monte Pittman schudt de belager met een schijnbeweging van zich af. Drummer Dan Laudo moet het doen met een naar hem toe geblazen handkusje. Dan stapt de jongen weer terug de zaal in. Heel behoedzaam. Stagediven is alweer een tijdje uit de mode.


woensdag 13 november

Disco Inferno

Van Death In Vegas tot Donna Summer. Lees hier het verslag van een bonte avond.


maandag 11 november

Tanned Tin, een festival over de grens (de korte versie)

Donderdag
In goed gezelschap aan het eind van de ochtend tijdens overstap stranden op vliegveld. Computerstoring zorgt voor algehele chaos. We zijn overgeleverd aan Spaanse willekeur. De informatievoorziening is allerbelabberdst. Boos worden heeft geen zin. Zes uur later weten we zeker dat we onze eindbestemming die dag niet gaan halen. Eerste van drie festivalavonden wordt ons ontnomen. We kunnen er niet om lachen. Vliegtuigmaatschappij biedt ter compensatie hotel aan. In de eveneens aangeboden maaltijd moet zich een bedorven diertje hebben verborgen. Een nacht lang spook ik in een ruime en van alle gemakken voorziene badkamer vanwege hardnekkig kwaaltje.

Vrijdag
Op laatste kracht wordt de reis voortgezet en vliegen we rechtstreeks naar stadje aan de noordkust. Overdag probeer ik weer de oude te worden. Dat lukt redelijk, maar het gaat niet snel genoeg. Ik ben niet voldoende genezen voor een lange avond muziek. Zo mis ik de tweede dag van het festival.

Zaterdag
Terug op ongeveer vertrouwde sterkte. Een beetje de toerist uithangen over stijgende en dalende straatjes van het stadje. Achttien graden Celsius, een licht spetterende sluierregen. Pizza bij Pinocho. Kop onder de kraan in hotel. We zijn er klaar voor. Eindelijk naar het theater. We zijn de enige buitenlanders. In het Engels een biertje bestellen heeft geen zin. Vanaf de eerste rij zien we de laatste vijf acts van het festival. Een Fransoos staat ongemakkelijk achter microfoon en zingt als derderangs Charles Aznavour niet een, niet twee, maar minstens drie covers. We proberen ons gegrinnik te verstoppen door steeds dieper in onze comfortabele stoelen te zakken. Een Spaans trio laat zich niet al teveel kisten door technische problemen en speelt een sfeervolle, rootsy set postrock. Ze worden afgewisseld door een kauwgom kauwende Amerikaan met Gilbert O'Sullivanpetje die akoestische fingerpicking afwisselt met zweverige singer-songwriterrepertoire. Band en Amerikaan rocken gezamenlijk en allen zichtbaar meer relaxed nog wat liedjes.

Tijdens de pauzes wordt hevig gerookt en doen Spaans en een Frans label (beiden organisatoren van het festival) hele goede zaken. De derde band doet heel erg denken aan Galaxie 500 vanwege verstilling, hoge zangstem en spaarzaam akkoordgebruik. Lapsteel en mondharmonica zorgen voor Calexicotrekjes. Een sampler tovert zwaar aangezette cello's tevoorschijn. De vermoeide en nerveuze Schotten spelen een wel heel erg korte set vol iets te lange nummers. Een band uit Chicago doet me het lijden van de eerste twee dagen vergeten. Hun delicaat vormgegeven triestheid krijgt de uitverkochte zaal doodstil. Soms roepen mensen smachtend om een nummer, een andere keer kunnen ze hun emoties niet bedwingen en wordt middenin een nummer gejuicht na een instrumentale explosie. Het publiek is om te zoenen zo devoot, de akoestiek uitmuntend, de sfeer optimaal. De zangeres van de band bedankt ons in haar mooiste Spaans. De lange reis is toch niet helemaal voor niets geweest. Even een traantje wegpinken. We moeten echter nog even doorbijten, want de locale helden sluiten af. Op een donker podium doen de Spanjaarden heel erg hun best te lijken op Godspeed You! Black Emperor inclusief video's vol fragmenten uit klassieke Hollywoodfilms. De bandleden hebben niet voldoende muzikale bagage om hun pretenties waar te maken. De sombere mannen weten helaas van geen ophouden en dus staan we pas om kwart over vier 's nachts op straat.

De terugreis een dag later verloopt vlekkeloos. Ditmaal geen 24 uur vertraging. Helaas wel 24 uur een jetleg.

*

Binnenkort vind je op Blue-log niet alleen een beter, maar vooral ook een uitgebreider verslag.


week 45

woensdag 6 november

The truth and nothing but the truth (vlak voor de stroomstoring in de hoofdstad)

Even snel een impressie. Nu ik nog in de gelegenheid ben. Straks pak ik het vliegtuig voor een paar dagen zon en muziek in Santander. Geen idee waar dat precies ligt. Ja, in Spanje, maar vraag me niet het plaatsje aan te wijzen op de wereldkaart. Er is weinig tijd. Ik moet een reistas inpakken en zodadelijk de regen in voor het pinnen van de benodigde cash. Toch moet ik eerst kwijt dat het gisteren waanzinnig was. Wachtend op de overloop boven de ingang van Paradiso hoorden we flarden Manic Street Preachers. Over die band zal ik zwijgen. Platte rock glipte af en toe door de zaaldeuren beneden ons. We hadden niet het idee dat we iets misten. Boven onze hoofden, daar zou het gaan gebeuren. De kleine zaal vulde zich met veel vertrouwde gezichten. Net als bij Interpol was dit blijkbaar weer een optreden waar je bij moest zijn. De paar mensen die Liars voor de zomer in Club Lek tekeer hadden zien gaan hadden hun missiewerk goed verricht.

Laat ik de inleiding schrappen. Streep erdoor. Direct ter zake. Angus Andrews is een hele lange jongen. Een kruising tussen de jonge Nick Cave en Gibby Haines, fluisterde mijn informant, en hij had gelijk. Voordat ik de zanger goed in me op kon nemen, werden de lichten gedimd. Angus verdween uit mijn zicht, kruipend over de vloer, draaiend aan knoppen van zijn effectendoosje. Zijn drastisch bewerkte stem groeide uit tot monsterlijk brommen en gieren. Dat deed Gibby vroeger ook in The Butthole Surfers. Wie weet doet hij het nog steeds. Maar wie zit er nu nog op The Buttholes te wachten? Of op The Birthday Party? Al het goede van die twee bands zit in Liars. Op zijn minst. In de verte schuilt ook een beetje Popgroup. Mensen die het kunnen weten roepen Gang Of Four. Verdere vergelijkingen kan ik zo snel even niet bedenken. Vergeet de vergelijkingen. Liars is de vleesgeworden onrust. Ontiegelijk hard. Zwaar aangezet. Opwindend. In de overdrive. Voortdenderend als een niet te stoppen kudde bizons die recht op je afstevenend.

Can you hear us? riep Angus. Horen? Voelen zul je bedoelen. Dwars door mijn maag, mijn lendenen en het tot proppen gerolde Wc-papier in mijn oren. Watten waren op. Bassist Pat Nature had slechts een paar noten per nummer nodig voor het doen trillen van de concertvloer. Doeltreffende noten. Een kwestie van de juiste timing. Gitarist Angus Hempell speelde nauwelijks akkoorden. Hij liet het liefst zijn instrument luid feedbacken over het lompe gehengst van drummer Ron Albertson. Als die versnelde en de hi-hat gebruikte voor een discobeat kwam de lawaaimachine pas goed op gang. Microfonen en muziekstandaards begaven het. Roadies maakten overuren. De zanger kende zijn krachten niet. Zelfs het eenvoudigweg oppakken van een standaard deed het hulpstuk uit elkaar vallen. Angus sprong en kronkelde over de bühne. Hij had veel te weinig ruimte voor zijn lange ledematen. De klimpartij links op het podium was niet geheel zonder gevaren. Hij stootte bijna zijn hoofd tegen de hoog hangende speaker. Vanuit de hoogte dirigeerde hij het schrille ritmische piepen uit de gitaar. Destroy Amsterdam, meende ik hem te horen schreeuwen.

Wake up! Wake up!. Van enige zanglijnen was vrijwel geen sprake op By the seaside/Left the seashore/That's where I got lost uit Mr Your On Fire Mr na. De rest was een ritmische recitatie, een verzameling kwaad geslaakte gevatte oneliners gevangen in rocknummers. Wat er nog meer gebeurde? Angus schonk bier uit over de podiumplanken. Hij liet het publiek meeklappen en werd bijna verlegen van de enthousiaste bijval. Misschien had hij zich eerder op de dag tegoed gedaan aan iets teveel ontspannen makende rokertjes. Het zat zijn energie nergens in de weg. De inzet van de band was tomeloos. Tot en met de toegift aan toe. Toen de zanger ons verliet, nam de gitarist zijn kans waar. Hij stak een microfoon in zijn mond en liet horen net zulke onaardse stemgeluiden te kunnen voortbrengen als de frontman. Het concert was veel te snel afgelopen, de lichten gingen veel te snel aan en de bar ging veel te vroeg dicht. De adrenaline pompte na in onze bloedvaten. Liars maakten ons rusteloos, smachtend naar meer. Minder mag je niet van een band wensen en met minder neem ik zeker geen genoegen meer.

Het is woensdagavond en het regent nog steeds buiten. Toch moet ik echt de deur uit. Er is nog zoveel te doen. Als ik terug ben meld ik me weer.


dinsdag 5 november

Under the Milky way tonight

Het zal je maar overkomen. Je vader stapt middenin de nacht je slaapkamer binnen met de mededeling dat hij zojuist een goddelijke boodschap heeft gehad, dat de Apocalyps nadert en dat hij uitverkoren is zeven demonen te vernietigen. Dan knipper je als tiener een paar keer met je ogen en hoop je dat je in een nare droom bent beland. De volgende ochtend, als je met je broertje naar school wordt gereden, benadrukt pa dat je niemand over zijn opdracht mag vertellen. Je droomt niet. Waanzin heeft daadwerkelijk toegeslagen. Vader (gespeeld door debuterend speelfilmregisseur Bill Paxton) krijgt van een vlammende engel zeven namen van gewone burgers toevertrouwd. Hij ontvoert ze en hakt ze voor je ogen aan mootjes. Je protesteert hevig, het gevaar lopend door pa als een van de demonen gezien te worden.

Ik zou van het bovenstaande gegeven niet bepaald de slappe lach van krijgen. De man links van me op de voorste rij in de Melkweg Cinema denkt daar anders over. Hij zit op het puntje van zijn stoel en is muisstil, totdat hij ergens halverwege Frailty zo ingehouden mogelijk maar toch overduidelijk begint te lachen. Ik kijk naar het doek en probeer te zien wat er zo grappig is. Dat de oude sheriff een onaangename verrassing staat te wachten in de donkere kelder van pa Paxton is te voorspellen. Leuk is anders. Als je goed kunt tellen weet je dat er meer personages een ellendig lot zijn toebedeeld, zoals de FBI-agent (Powers Boothe) die het angstwekkende verhaal in flashback verteld krijgt door de volwassen geworden zoon (Matthew McConaughey). Ook tijdens de ontknoping in een nachtelijk rozentuin biggelen de tranen over de wangen van de oude bioscoopbezoeker. Normaal gesproken is het vrij ergerlijk als individuen tijdens een film heel anders reageren dan het verhaal bedoelt. De proestende man steekt me aan. Ik moet ditmaal oppassen niet zelf in een lachstuip te geraken ondanks het feit dat Frailty een hele sfeervolle, verre van expliciete en mede daardoor best spannende thriller is.

*

Na afloop van de film begint een kwartier later in de Max de presentatie van het label Def Jux. RJD2 toont acrobatische trucjes vanachter vier draaitafels. Hij is een en al beweging en mixt lp's en 7" singles tot een dansbare opwarmer voor een avondje alternatieve, geëngageerde hiphop. Ik zie om me heen voornamelijk mannen, mannen en nog eens mannen. Veelal bleek, sommigen voorzien van een petje, al of niet met de klep naar achteren gekeerd. Vrouwen zijn heel jong en verre in de minderheid. De rokers hebben allen een stickie in de mond. Hasjdampen maken me high. Tussen de vreemde gezichten duikt plots een bevriende Amsterdamse muzikant op. Hij is net twee uur geleden teruggekomen uit Engeland en nog lang niet genezen van de toer die zijn band daar een week lang heeft gemaakt. De blije roes straalt uit zijn ogen. Voordat hij me het hele verhaal uit de doeken doet verdwijnt hij, terug de massa in.

Mr. Lif en El-p stappen het podium op. Het feestje kan echt beginnen. De muziek gaat een tandje harder. De vocalisten juinen het publiek op. Dit is geen film, rapt El-p, dit is hiphop en daar hoort interactie bij. Everybody say ho-ho!. De armen gaan in de lucht. Ho-ho! Als je niet meedoet met het spel heb je hier eigenlijk niets te zoeken. Mr. Lif wijst omhoog, ver boven zijn dikke rastalokken uit, zo aangevend hoe hard hij het gejoel wil hebben. Ik versta helemaal niets van de teksten, maar ik vermaak me prima bij de luide muzikale begeleiding van de regelmatig meerappende RJD2. Tussen de nummers komt de politieke boodschap beter tot zijn recht. Ik schaam me Amerikaan te zijn, roepen de rappers. De rake oneliners worden zo snel de zaal in geslingerd dat ik ze niet meer kan reproduceren. Voor de meeste mannen in de zaal is dat veel minder een probleem. Het publiek laat zich opwinden door teksten en beats net zolang tot iedereen als vanzelf op en neer springt. De energie zit in het woord.


maandag 4 november

Zondagsflarden

Middag: In de wel heel erg digitale openingsscène daalt een arend neer tussen de rotsen en pikt het dier een grote steen op. Hij vliegt ermee naar een meertje waar geiten nietsvermoedend staan te grazen. Precies boven het hoofd van een van hen laat de arend de steen los met alle fatale gevolgen van dien. Een groep monniken is net te laat en kan niet anders doen dan het slachtoffer ritueel een goede reis naar de geitenhemel wensen. De trukendoos wordt de rest van de film gebruikt voor het overdreven inkleuren van berglandschappen en blauwe hemels. De openingstitels zijn nog niet verdwenen of ik heb al een vakantie naar Tibet geboekt. We zijn overgeleverd aan het verhaal van Tashi. De jongeman heeft een klein probleempje. Hij is net klaar met meer dan drie jaar mediteren in een uit een berg geslagen en onverlicht hutje. Vervuld van Nirvana laat hij zich door zijn metgezellen terug naar het klooster vervoeren. Daar wordt hij al in de eerste nacht getroffen door een natte droom. Daar ben je mooi klaar mee. Als Boeddhistische monnik. Samsara legt uit dat een erectie in het Himalayagebergte je leven danig in de war kan schoppen.

Avond: Ongepland zie ik de laatste drie liedjes van Schneider TM in de bovenzaal van Paradiso. Drie mannen in witte pakken dansen voor een wit doek waarop rode figuren worden geprojecteerd. De middelste pakt een microfoon en zingt mee over een backing tape. Hij playbackt de koortjes door met zijn hand praatbewegingen te maken. Een vocoder maakt overuren. Ik herken pas heel laat AvS. Hij staat enkele passen voor me en neemt een laatste slok. Voordat hij vroegtijdig weggaat babbelen we nog even. Volgens hem is het album Zoomer geweldig. Bij de merchandising zie ik dat de plaat maar 13 Euro kost. Ik laat me overhalen en maak een Duitse jongen in een rood T-shirt weer wat blijer. Dankjewel, zegt hij trots in zijn beste Nederlands. Ik negeer hem verder en wijs naar een andere cd. Die is ook goed, zeg ik tegen AvS, vooral die cover van The Smiths. The Smiths? Ik wordt al misselijk als ik alleen die naam hoor, zegt AvS. Ondertussen komt de toegift vanuit de bovenzaal onze kant op. Take me out tonight. Ik leg uit dat Morrissey zich graag te pletter wil rijden met zijn geliefde aan zijn zijde. It's wonderful way to die, zingt hij. Is dat mooi of is dat mooi? Ja, dat is wel heftig, geeft AvS toe zonder al te veel overtuiging in zijn stem.

Niet veel later mag ik me in de matig gevulde benedenzaal tijdens Cinema Digitaal stierlijk vervelen bij de voorpremière van Millenium Mambo, de nieuwste film van Hou Hsiao-hsien. Meisje Vicky heeft verkeerde vriendjes en zet het in de hoofdstad van Taiwan op een ongenadig zuipen. Vrijwel constant begeleid door een housedreun steekt ze tussen en tijdens het gekibbel, geruzie en de liefdeloze vrijpartijen de ene sigaret met de ander aan. Het ziet er niet naar uit dat het ooit goed met haar komt. En dat duurt dan 105 minuten. Het paartje dat voor me zit begint steeds meer de rug te buigen. Ook mijn rug en zitvlak beginnen te protesteren tegen het houten stoeltje. Laat die aftiteling maar komen. Verlos ons uit ons lijden.


week 44

zondag 3 november

Girlpower: Damer (Winston, 1 november) en Erase Errata (OCCII, een dag eerder)

Als de vier meiden van Damer ergens geen last van hebben dan is het wel van pretenties. Het contrast was dan ook groot met voorprogramma Casino in de Winston. De drie mannen en een drumster gaan aan het eind van de maand meedoen met de Grote Prijs. Die gaan ze niet winnen. Sorry. Je hoorde hersenen kraken in het kleine zaaltje aan de Warmoesstraat. Als de bandleden niet aan het tellen waren dan deed het publiek dat wel. Een vergezochte maatsoort hier, een niet ter zake doende vertraging daar, een paar plichtmatige gitaarsolo's en teksten die nergens over leken te gaan. The spareribs of the soul, meende ik ergens te verstaan. Je moet die watten uit je oren halen, was de goede tip van de DJ die achter me stond. Als Casino een onvergetelijke melodie in petto had dan heette die vast en zeker Godot. De band maakte zich extra belachelijk door aan het eind van de set, toen iemand van de organisatie kwam vertellen dat er nog 1 nummer gespeeld kon worden, verbaasd en verbouwereerd te roepen dat ze er nog twee in petto hadden. Dat had Casino beter moeten plannen. De gevoelstijd van hun afsluiter was overigens alsnog drie nummers. Gaan dit soort bandjes zelf ook wel eens naar liveconcerten of sluiten ze zich de hele week op in de repetitieruimte? Ik zou concertbezoek als verplicht vak willen aanraden voor de Rockacademie in Tilburg.

Damer pakte het slimmer aan. Kort en bondig, pakkend en niet zwaar op de hand. De onderwerpen van liedjes kunnen het beste heel dicht bij de maker staan en daarom zong Damer in goed verstaanbare teksten over de supermarkt, advertentiecolporteurs van de Telegraaf, wachten op treinen die niet willen komen en over mokken aan de waterkant. Geen moment had de groep behoefte te pronken met virtuositeit. Dat ze niet virtuoos zijn helpt natuurlijk een handje. De muziek rammelt binnen de perken. De composities worden bij elkaar gehouden door fijne meerstemmige koortjes en een frisse no-nonsense presentatie. Je kon niet zien of horen dat de band al drie maanden niet op het podium had gestaan. Damer verspreidde vrijdag de potentiële hits dusdanig over de set dat ze het publiek na de superhit Radioshow eenvoudig een toegift wist af te dwingen.

Van hits en catchy songs was bij de vier jonge vrouwen van Erase Errata een dag eerder in de OCCII geen sprake. Bij hen ging het om energie, verrassende wendingen, dwarsheid en doelbewuste vaagheid. De teksten van zangeres Jenny werden door het bandlawaai gesmoord. Haar zang klonk als melodieuze declamaties. Ze verstopte zich regelmatig onder haar capuchon. Wanneer ze de trompet inzette boog ze net als Miles voorover, in de ene hand het instrument en in de andere de microfoon. Haar blokfluitspel was minder goed te horen. De drumster speelde de schonkige ritmes met veel roffels en vol vaart. Soms zette ze een punkige discobeat neer. De voorste rijen lieten hun ledematen er gewillig door in beweging zetten. Sommige meiden hadden zich verkleed. Een grote, roze pruik ging van hoofd naar hoofd. Een klein meisje droeg duivelhoorntjes. Tussen de nummers joelden ze hoog en schel als Arabische vrouwen tijdens een huwelijksceremonie. De whiskyfles deed de rest. De blonde bassist leunde achterover. Haar gedachten volledig bij de allerlei onverwachte kanten opvliegende partijen. De gitariste speelde voornamelijk in de hogere regionen. Haar springerige loopjes en riffs klonken scherp. Als ze zin had mee te zingen ging ze naast Jenny staan en helde ze voorover richting microfoon. Erase Errata had geen moeite een feestje te bouwen met hun verbouwde No Wave.

Download hier het openingsnummer Tongue Tied van hun album Other Animals (op Tsk! Tsk! Records.


vrijdag 1 november

X-aggeRated: een cd-presentatie (twee avonden geleden)

Achter de nicotinemist staat een mannelijke schaduw onduidelijke handelingen te verrichten. Ik kan nauwelijks iets zien. Het is donker in Paradiso.

So this is cutting edge? vraagt de Australische jongen naast me.
Nee, dit is Banabila, al meer dan twintig jaar zijn eigen weg zoekend in de ambient. Vanuit thuishaven Rotterdam verweeft hij wereldmuziek met voorzichtige dancebeats. Zijn muzikale brouwsels zijn het meest interessant als het ritme verdwijnt, het experiment verschijnt en hij niet van die Jean Michel Jarre-akkoorden speelt op de synthesizer. De elektronische muziek wordt dan indringend, onverwacht en scherp. De voorste rijen dertigers in de grote zaal laten zich in kleermakerszit vervoeren naar hogere regionen.

What's that guy doing over there?
Achter de nicotinemist staat een mannelijke schaduw onduidelijke handelingen te verrichten. Ik kan nauwelijks iets zien. Het is nog steeds donker in Paradiso. Op het videoscherm pronken uitvergrote kristallen. vidnaObmana tuurt vanachter zijn machines naar snaren. Zoveel is nog wel te onderscheiden. De gitaar van de Belgische muzikant klinkt als wind waaiend door de duinen. Even later blaast hij op een lange, verticaal vastgehouden fluit. Een drumcomputer dribbelt behoedzaam rondom ijle noten. Hier is het woord etherisch voor uitgevonden. We weten van vermoeidheid niet of we op het linker- of het rechterbeen moeten steunen. In het halletje bij de ingang is het gelukkig een stuk koeler.

Terug in de zaal wordt een verse knoppendraaier flauw verlicht door zijn laptop. Achter de nicotinemist staat een mannelijke schaduw onduidelijke handelingen te verrichten. Ik kan nauwelijks iets zien. De muzikant beweegt niet. Ook de abstracte beelden van poollandschappen blijven statisch. De ambient van Biosphere is zacht, warm en kaal. Zijn platen zijn prachtig. Thuis beluister ik ze het liefst liggend op de bank, de koptelefoon op en de lichten uit. Zoiets kan hier natuurlijk niet. We verliezen de aandacht en gebruiken de muziek als begeleiding voor lange gesprekken. We zijn niet de enigen die op dat idee komen.

Is that Moby?
Nee, die kale man is Scanner. Hij is de afsluitende performer op deze avond vol iets te belegen vertegenwoordigers van het elektronische genre. De oude garde, waar we best wel mooie, maar geen vernieuwende bijdragen van hoeven te verwachten. De nicotinemist verdwijnt geleidelijk. Robin Rimbaud begint luid piepend. Voor het eerst op deze avond trillen de trommelvliezen voelbaar en vrees ik voor mijn gehoor. De verse aanwas in het publiek, zojuist binnengelaten voor de Noodlandingdansavond, kijkt angstig naar het podium. Wat is hier in godsnaam aan de hand, zie je ze denken. Daarna zet een vette dancebeat in en dreunt de vloer van Paradiso onder onze voeten. We leunen tegen een pilaar bij de bar. Het gesprek wordt moeilijk gemaakt door het luide volume dat vanaf het podium onze kant op komt. Eindelijk. Leven in de brouwerij. We worden er helemaal wakker van. Wordt het toch nog een feestje. Rimbaud geeft het goede voorbeeld en staat begeesterd te swingen.

Will the building collapse if I walk away from this pillar?
Dat zou ik wel denken, maar wacht even, dan bestel ik eerst een laatste biertje.


Oudere weblogs zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]