home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

januari 2002

week 5

donderdag 31 januari 2002

Terug uit Rotterdam

Net terug van een avond en een hele dag Filmfestival Rotterdam ben ik mijn wonden aan het likken. Aangezien er gewoon twee dagen gewerkt moet worden, duurt het even voordat een rapportage zal volgen. In de tussentijd kan ik jullie verblijden met een filmtip van mijn Amerikaanse connectie. Donnie Darko is niet echt te vergelijken met een bestaande film, schrijft hij vanuit Amherst Massachusetts. De film is hier momenteel de buzz. Het teenage-suburb-eighties gevoel doet denken aan Virgin Suicides, het super-stylized-met-overdadig-kleurgebruik doet denken aan Requiem For A Dream, het drama-met-intens-gevoel doet denken aan The Sweet Hereafter en het piekerend-de-bioscoop-uitlopend-nadenkend-hoe-het-nou-zat doet denken aan The Lost Highway. Maar de film lijkt op geen van allen. Dat klinkt zeer veelbelovend, en dat voor een film met Drew Barrymore en Patrick Swayze. 1 februari draait het speelfilmdebuut van Richard Kelly tijdens het Filmfestival Rotterdam 's avonds in Pathé 3. Later dit jaar hopelijk ook te zien in de rest van het land. Lees de synopsis op de site van het Filmfestival Rotterdam of bezoek de bijzonder vormgegeven officiële site van Donnie Darko.


dinsdag 29 januari 2002

Vido citeert

De geruchten gingen al een tijdje de ronde in het Amsterdamse, maar nu is het officieel: Zoals dat bij het afsluiten van een oud jaar en het beginnen van een nieuw jaar hoort, heeft de Amsterdamse band zea begin 2002 de balans opgemaakt over 2001 en de plannen voor 2002 op een rijtje gezet. Tijdens dit balans opmaken is gebleken dat gedurende het afgelopen zeer drukke jaar (o.a. veel optredens, zoals op Popkomm 2001 en in de UK; aan nieuw materiaal en opnames werken) verschil van mening is ontstaan over de in de toekomst te volgen muzikale koers. In gemeenschappelijk en goed overleg hebben de leden van zea besloten niet samen verder te gaan op muzikaal vlak. Vanaf heden maken Anton van de Kerkhof, Corina Kuiper en Michiel Verburgh geen deel meer uit van de bezetting van zea. Zanger/gitarist Arnold de Boer en toetsenist/zanger Remko Muermans zullen verder gaan als zea. Aldus het persbericht van het label Transformed Dreams.

Na het horen van de geruchten was ik even bang dat de naam zea verleden tijd zou zijn en de band een vroegtijdige dood was gestorven. Nu het nieuws een feit is moet ik toch wel even wennen aan het idee van een nieuwe zea. Binnenkort zal ik op deze site mooie herinneringen ophalen aan de oude zea. De band heeft mij de laatste jaren in ieder geval flinke inspiratie gegeven. Ik hoop dat de nieuwe zea voor nog meer bijzondere momenten gaat zorgen.


maandag 28 januari 2002

It's the little things. They make it big.

Het bovenstaande citaat, dat ik heb proberen te onthouden terugfietsend naar huis na het zien van Vanilla Sky, staat in contrast met hoe de film er uit ziet. Die is best wel groots aangepakt. Het is niet de beste film die ik ooit gezien heb, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik me uitstekend heb vermaakt. Enerzijds heeft het te maken met herkenning. Vorig jaar zag ik in de Melkweg Abres Los Ojos, de Spaanse film waar Vanilla Sky de remake van is. Het is opvallend hoe trouw de Amerikaanse versie van Cameron Almost Famous Crowe is gebleven aan het origineel. De regisseur mag dan prominent genoemd worden als schrijver van de film, het creatieve denkproces is toe te schrijven aan regisseur Alejandro Amenábar en co-scenarist Mateo Gil, beiden verantwoordelijk voor Abres Los Ojos.

Looper or Radiohead? vraagt David Aames (Tom Cruise) in de auto scheurend door Manhattan aan zijn maatje Brian (Jason Lee). Jeff Buckley or Vicky Carr? vraagt Sofia (Penélope Cruz) later op haar beurt aan David. Jules et Jim of À Bout de Souffle? The Seven Year Itch of Dr. No? Cameron Crowe houdt van namedropping. Is het dankzij hem dat de soundtrack zo cool is? Volgens mij is dat het kleine beetje dat nodig was om me mee te slepen. Net alsof iemand in je platenkast gesnuffeld heeft om te weten welke deuntjes op welk moment mij bij de les zouden houden. Vanilla Sky opent dromerig met Everything In It's Right Place van Radiohead. Alles op de juiste plek. Tenminste, dat suggereert Thom York. Binnen vijf minuten weten we dat helemaal niets op de juiste plek zit in deze nachtmerrie. De afgeladen soundtrack bevat verder ondermeer Red House Painters (zanger Mark Kozelek heeft een cameo in het mannentoilet van een discotheek), R.E.M., John Coltrane (je zou het bijna een cameo kunnen noemen), Peter Gabriel (zijn Solsburry Hill zit ook prominent in de trailer), Sigur Rós, The Chemical Brothers, Leftfield, Andrea Parker, Underworld (tevens te horen in hun eerdere incarnatie als Freur) en, in de mooi geschilderde finale, Spiritualized met Ladies And Gentlemen, We Are Floating In Space. Ja, dan heb je mij ingepakt en kan het eigenlijk niet meer fout gaan. Met of zonder Tom Cruise.


week 4

zondag 27 januari 2002

Reis naar het einde van De Nachten

Laat ik het eerlijk bekennen. De idioot in de zaal, die met zijn zotte kop het optreden moedwillig stond te verpesten, had ik besteld. Aan het begin van de avond had ik hem geronseld op het Centraal Station. Voor een Euro of twee wilde hij wel door mij de concertzaal binnen gesmokkeld worden. Aereogramme was het slachtoffer. De drie Schotten uit Glasgow hadden in eerste instantie niets door. Ze hadden zich, vlak voor aanvang van hun bijdrage aan De Nachten in Paradiso, in het halletje bij de trap flink zitten verbazen over de literaire fratsen waarmee het festivalprogramma vol zat. Niets had ze echter voorbereid op de tengere, Indisch ogende jongen die ik pontificaal links van het podium neerzette met de opdracht wartaal uit te slaan vanaf het derde nummer.

Aereogramme opende met twee oorverdovende tracks van hun album. Probeer dan maar eens een stoorzender te zijn. Daarna was het scoren in open doel. Mijn idioot had alle ruimte in het sfeervolle, verstilde derde liedje Hatred en het was meteen raak. De zanger, die in eerste instantie met de ogen dicht en een hand voor een oor geconcentreerd zijn ding deed, keek geïrriteerd richting het geschreeuw van de krankzinnige. Hij probeerde met handgebaren kenbaar te maken niet gediend te zijn van de ongevraagde vocale inbreng. De bassist, niet bepaald iemand waar je een meningsverschil mee durft te hebben, begon zich ermee te bemoeien. Fuck off, riep hij kwaad tijdens zijn gitaarspel en hij probeerde een fluim welgemikt in de gek zijn gelaat te plaatsen. Het weerhield mijn stoorzender er niet van zijn wensen (of waren het verwensingen?) openbaar te maken. Ik heb geen idee wat hij verlangde van de drie bandleden. Het is niet makkelijk de taal van de door verdovende middelen geestelijk minder bedeelden om te zetten in begrijpelijk Nederlands.

De gitarist en drummer speelden in het volgende nummer mee met een backingtape. De brede bassist had daarbij alle tijd om van het podium te stappen en verhaal te halen. Goliath in gesprek met David. David stak zijn hand uit, maar Goliath weigerde die te schudden. Het viel me mee dat David niet ter plekke, en plein publique, gewurgd werd. Ik zou het wel geweten hebben. Het maakte het optreden extra spannend en daar doe je het toch voor op een festival dat verder te saai voor woorden was. Mijn maatjes en ik hadden een half uur eerder Hawksley Workman graag zelf met blote handen standrechtelijk naar gene zijde begeleid. De veel te jolige presentator kondigde hem in de grote zaal aan als een kruising tussen Bono, Bowie en Jeff Buckley. Als zo'n poging tot aanprijzing je al niet in de gordijnen joeg dan deden de eerste noten van de Canadese bard dat wel. Mijn hemel, wat zette deze zanger/gitarist een afgrijselijk staaltje muzikale overacting neer. Eventuele inhoud werd onherroepelijk door een te veel aan vorm de das omgedaan. Mijn gezelschap kreeg er een ongeneselijke slappe lach van. De diarree gleed nat en warm over onze benen. We probeerden achter de rug van de ander te schuilen, een vluchtmethode die ons vanzelf heel snel terugbracht in de hal van Paradiso.

De Nachten is een Crossing Border voor mensen met een beperkt budget. Er staan te veel prevelende dichters op het programma en de muzikale programmering straalt zoveel willekeur uit dat niemand echt bevredigd de deur uitstapt terug de storm in. Een dag eerder waren The Moldy Peaches en Jeffrey Lewis de redders in nood (en niet te vergeten Bobby Conn voor de gelukkigen die hem hebben gezien), vandaag kregen we het een beetje warm bij Aereogramme. Voornamelijk vanwege de momenten waarop ze geen backing tapes gebruikten en als noisemonsters op vervaarlijke wijze decibellen op elkaar stapelden. Slechts dan was er sprake van samengebalde energie die als bliksemschichten oversloegen op de eerste rijen. Met de backingtapes verdween de magie en daar kon zelfs mijn idioot niets aan veranderen. Hij was, tot teleurstelling van de band, plotseling verdwenen bij het laatste nummer. De drie mannen hadden hem zo graag met volume verpletterd. Wat gingen ze te keer. Heerlijk. Het was echter te laat. Ik heb geen idee waar hij nu is. Misschien wel ijlend tussen de pilaren van het Max Eeuweplein, natgeregend en verkleumd, hopend op een aalmoes. We zagen hem in ieder geval niet in de benedenzaal waar An Pierlé met band een portie fantasieloze rock in onze gezichten smeet. Alsof dat niet erg genoeg was werden we daarna getrakteerd op een performance die niet meer was dan Ace of Base met een dichteres. Wat hebben we een lol gehad. Lang leve Heineken en de gevatte opmerkingen van mijn vrienden.


zaterdag 26 januari 2002

The Moldy Peaches in Amsterdam (deel 3, slot)

Het hoogtepunt van de eerste avond van De Nachten in Paradiso was volgens enkele van hun stuk gebrachte getuigen het optreden van Bobby Conn. Laat ik die toch gemist hebben. Ik had eerlijk gezegd in een vlaag van eenkennigheid van tevoren niet al te aandachtig op het programma gekeken. Er zouden veel dichters zijn, daar viel niet aan te ontkomen. 11 september dook nadrukkelijk op in menig gedicht. Ik zag enkele Belgische dichters in hun performance vette sigaren roken, een andere dichter werd door een dwerg gefolterd terwijl op een groot scherm fragmenten uit de filmgeschiedenis voorbijtrokken (de videomaker had een fragment uit The Hudsucker Proxy bewerkt waardoor de zich van een wolkenkrabber stortende acteur het gezicht had van Herman Brood). Na de aandoenlijke anarchie van Jeffrey Lewis en The Moldy Peaches lag het optreden van oudgediende Bill Janovitz veel te zwaar op de maag. De grote zaal van Paradiso is, zeker tijdens een festival, totaal ongeschikt voor akoestische sets van solisten. De ruimte was dan ook niet stil te krijgen. Aangezien mijn verslag van het laatste Amsterdamse optreden van The Moldy Peaches iets te lang is geworden, heb ik hem een plekje gegeven in de rubriek Live. De titel had de toevoeging deel 4 kunnen krijgen als ik donderdagavond laat het verrassingsoptreden had meegemaakt dat The Moldy Peaches gaven in Paradiso. Dat heb ik echter gemist. Whiskas meldt dat de MP's die avond zelf ook voor een verrassing kwamen te staan.


vrijdag 25 januari 2002

Te GET: The Moldy Peaches in Amsterdam (deel 2)

Nothing Came Out is een van de mooiste liedjes over onmogelijke liefdes die ooit op plaat is gezet. Op het album van The Moldy Peaches wordt zangeres Kimya uit haar concentratie gehaald door het rinkelen van de telefoon. Ze haalt al giechelend ternauwernood de afsluitende maten. In GET Records aan de Utrechtsestraat te Amsterdam had ze het gisteravond bijna te kwaad. Ze wordt sowieso verlegen van mensen die aandachtig naar haar luisteren. De slappe lach over zoveel adoratie op de vierkante meter in de pijpenla die de platenzaak is, probeerde ze te verbergen door de grote bos krullen over haar ogen te trekken. Als ze solo moest zingen wilde ze het liefst dwars door de muur heen wegvluchten naar het naastgelegen gebouw. Dit is eng! zag je haar denken en anders riep ze het wel zo hard als ze kon. Zomaar je ziel blootgeven in een winkel, akoestisch, zonder enige versterking. Het was bijna te veel gevraagd. Ze staarde naar haar hand waarin ze een pluisje oprolde en zong over de jongen aan wie ze niet durfde te vertellen hoe aardig ze hem vond en dat ze zo graag met hem wilde gaan fietsen en thuis tekenfilmpjes kijken. Hij zag haar natuurlijk niet staan en liep liever hand in hand met het magere meisje waarmee hij zo leuk over bandjes kon ouwehoeren. Kimya was kansloos. Kimya was verdrietig.

Nothing Came Out is het enige liedje dat tegelijkertijd kan verwijzen naar Scooby Doo en kan ontroeren. Tijdens de eerste nummers lachten we mee met de twee Amerikanen en hun onverbloemde teksten vol onmogelijke rijmwoorden. Het openhartige liefdesverdriet van Kimya kwam daarna hard aan. De afgeladen zaak was muisstil. We wisten even niet waar we moesten kijken. Zelfs de kinderen op schouders van ouders hielden vol bewondering hun mond. Adam verbrak de betovering door ongegeneerd scheef te soleren op zijn akoestische gitaar. Het is zijn handelsmerk. Kimya is zijn capriolen gewend. Ze liet zich er niet door in de war brengen. Daar zorgde onze aanwezigheid wel voor. Ter aanmoediging zongen sommige bezoekers mee met de refreinen of riepen ze hurray! wanneer het liedje daar om vroeg. De nieuwsgierigen konden zich met moeite tussen de cd-bakken persen. Onze gelukzalig brede glimlachen maakten de ruimte nog kleiner. Condens op de ramen hield ons onzichtbaar voor de buitenwereld. Voor heel even was GET Records het beste podium van Amsterdam, de intiemste huiskamer van Nederland, met het beste publiek en de beste muziek. The Moldy Peaches waren heel dichtbij. Je kon hun liedjes omarmen. Het afscheid morgen in Paradiso zal moeilijk zijn.


donderdag 24 januari 2002

Lekke oren : The Moldy Peaches in Amsterdam (deel 1)

Adam Green kon zijn microfoon niet vasthouden tijdens Metropolis vorig jaar. Hij had toen een gitaar in zijn hand en daar moest hij als een wildeman op soleren, zich ervan vergewissend dat elke juiste noot moest worden overgeslagen. Zangeres Kimya Dawson had zich ondanks de brandende zon in haar konijnenpak gehesen en glimlachte bescheiden van onder haar flaporen. Vanavond had Adam de microfoon met twee handen vast. En ik bedoel echt vast, alsof hij de kop van de microfoon beschermde tegen de kou. Dat was geen goed idee. Zijn stem, die van zichzelf al schel is, klonk nu als door de hoorn van een telefoon met aan de andere kant een vloekende en tierende Mike Tyson. Dat is niet fijn voor de gevoelige trommelvliezen. Mijn oren zijn nu lek en zoemen na terwijl ik dit schrijf. De scherp afgestelde gitaar raasde eveneens in een nare frequentie. De in gekke pakjes gestoken bandleden hielden de teugels strak. In het halletje van Club Lek spraken veel bezoekers na afloop van het radio-optreden hun oprechte verbazing over hoe goed de band live was. Ze hadden waarschijnlijk een puinhoop verwacht.

Het verbaasde mij hoe in zichzelf gekeerd Kimya was. Haar verschijning - woeste bos haar met een grote strik, tekeningen op haar gezicht en tatoeages op de armen - deed een extraverte dame verwachten. Niets daarvan. Ze liet haar armen langs haar brede lichaam hangen en frummelde verlegen aan haar kleren. Slechts tijdens een luid moment (Steak For Chicken als ik me niet vergis, maar dat kun je zelf checken bij 3voor12) pakte ze ook met beide handen de microfoon, sloot ze haar ogen stijver dicht en zong ze dwars door de teksten van Adam heen. De bassist deed rare dansjes in zijn zwarte maillot. Adam maakte vlieggebaren met zijn cape en leek in zijn apenpakje de Peter Pan-versie van Elvis. The Moldy Peaches rockten big time. Vrijdag neem ik oordopjes mee.

Jeffrey Lewis begon in het tweede uur zijn optreden helemaal alleen. Het leek wel of de spanning hem te groot was en hij liever thuis was gebleven. Zijn stem kraakte van de zenuwen en even leek het alsof iedereen in de zaal hem na het eerste nummer had opgegeven. Jeff gaf zich niet snel gewonnen. Hij haalde een groot stripboek uit zijn tas en zong, begeleid door broer Jack en presentator Jaap Boots en met de grote kleurige tekeningen ter illustratie, over zijn korte ontmoeting met het meisje dat hij op straat had horen praten over Leonard Cohen en zijn liedje over The Chelsea Hotel. Alle aanwezigen waren verkocht. Dat Jack de slechtste bastechniek heeft van het westelijk halfrond en de laatste paar herrieliedjes iets teveel van het verkeerde (want onverstaanbaar) waren mocht niet deren. Eat Y'self Fitter was het nummer waar Jeff mee afsloot en iedereen die The Fall covert verdient een ereplekje op de schoorsteenmantel. Na afloop verkocht Jeff zijn stripboekjes en deelde hij een enquête uit met de volgende vragen:

1. So, how did you like the show?

  • I was pleasantly surprised
  • It was okay until Jack came on stage
  • I walked out
  • Just what I wanted
2. Do you have Jeff's cd
  • Yes
  • No
  • I taped it from a friend
  • Who's Jeff?
3. Are you Flemish?
  • Yes
  • No
  • You've offended me by simply asking
4. Do you love The Strokes like me?
  • Yes
  • No
  • What do you mean by love?
  • Who are The Strokes?
Neem de vragenlijst zeker mee de volgende keer als Jeff Amsterdam verblijdt met zijn liedjes. Morgen meer Moldy Peaches wanneer ze GET Records aan de Utrechtsestraat onveilig gaan maken. De platenboer verwacht ongeveer 20 mensen. Volgens mij heeft hij morgenavond een logistiek probleem. Er komen vast veel meer dan 20 mensen op de winkel af. Wees er bij rond 19.00 uur.
dinsdag 22 januari 2002

Een externe recensie

Voor de verandering staat vandaag een nieuwe bijdrage van mijn hand op de site van De Subjectivisten. De titel is Hellhound On My Trail: Canon X versus Songs About My Cats. Ondertussen bereid ik me voor op Miike Takashi (meerdere keren te zien tijdens het komende Filmfestival Rotterdam) en de drie optredens van Moldy Peaches in Amsterdam. Ik houd je op de hoogte.


maandag 21 januari 2002

Daar in het kleine café (een schets om de muziek heen)

De zondagstorm smeet losse takken tegen het autodak. We stonden geparkeerd tussen een weiland en enkele rijtjeshuizen. De wind was zo galant de deur uit onze handen te nemen om zo het uitstappen te vergemakkelijken. Het café waar de band aan het einde van de middag zou spelen was voorbij het haventje. Het water kwam gelukkig niet over de oever heen al spookte de storm vervaarlijk sissend en suizend tussen de kale masten van de aangemeerde zeilboten. Café Spaarndam, bier tappend sinds 1571, was onderdeel van een inham waar een kanaal de huizenrijen van elkaar scheidde in zijn trektocht richting dorpscentrum. Of was het een sluis? Door vroeg ingevallen duister kon ik het niet goed zien. Binnen in het bruine café zaten vaste klanten aan de bar, een heel gezin met twee kleine kinderen zat links in de hoek in afwachting van de soundcheck en de eerste noten van het optreden. Een van de koters werd even opgetild voor een kreet in de microfoon.

De drie muzikanten hadden eerder op de dag hun instrumenten versleept die aan het begin van het straatje in de repetitieruimte lagen opgeborgen. De biljarttafel ging opzij, de kapstok werd aan het zicht onttrokken. De opstelling met de grote contrabas rechts maakte het voor de dames moeilijk ongezien naar het toilet te gaan. We bestelden braaf iets non-alcoholisch want de avond was nog niet begonnen en de aankomende verkoudheid moest getemperd blijven. Dat schuimt! riep de al danig aanschoten vaste klant wijzend naar de vers getapte jus d'orange in mijn hand . Ik zit toch niet in de weg? had hij net daarvoor gevraagd toen hij voor het eerst zijn hoge brede rug omkeerde en ons met kleine dronken ogen opnam. We schudden beleefd het hoofd. Vreemd genoeg vroeg niemand wie we waren en waarom we het noodweer hadden getrotseerd voor een bezoek aan hun afgelegen dorpje. We waren niet de vreemdelingen die we hadden gedacht te zijn.

God, God, God, geloven we nog in God?, riep de zanger bij wijze van soundcheck door zijn microfoon. Het was immers zondag. Na de eerste twee liedjes haalde het complete gezin de jassen van de kapstok en stapten pa, ma en de kinderen stilletjes richting uitgang. Ze werden afgelost door een kapitein met leren petje op en een sierlijk krullende snor. Het volgende liedje kennen jullie vast wel, kondigde de zanger/gitarist aan. Ik dacht het niet! schreeuwde de brede man met een nog bredere glimlach. Liedjes over meeuwen en chocolade werden afgewisseld met liedjes over Spaanse vliegen, feestjes om half negen en ruzie in de file. De bassist zei een paar keer voor de gein dat het nu even pauze was. Het meisje achter de bar had de grap niet begrepen en moest teleurgesteld haar digitale jukebox weer uitzetten. Ze snoerde The Bee Gees wreed de mond. De drummer sloeg op een omgekeerde pannendeksel en een koebel en gebruikte heel even de snaredrum als microfoon. De zangers schopten om beurten tegen een zwaar toegetakelde trommel en stapten op een toeter. Beiden mochten een nummer op een grote tuba toeteren. Niet dat ze er een rechte noot op konden spelen, maar er kwam geluid uit.

Het publiek stond op ooghoogte met de drie bandleden. Eigenlijk had ik verwacht dat het grootste gedeelte van de cliëntèle de benen zou nemen en thuis met een bord eten op schoot naar Studio Sport ging kijken. Dat viel reuze mee. Het café was een knusse schuilplek. Het natuurgeweld waaide over de daken waaide en kon ons niet bereiken. Het voor deze plek vreemde muzikale geweld nam iedereen voor lief. Buren sloegen elkaar joviaal op de schouders, rondjes werden uitgedeeld en de voorbije week werd geëvalueerd voorzover het volume van de muziek dat toeliet. Na het laatste applaus en de laatste slok bleek buiten de storm getemperd. Teruglopend naar de auto vroegen we ons af waarom niet alle concerten zich in cafés afspeelden. Muzikant en luisteraar horen dicht bij elkaar te staan. Weg met de afstand van het podium, de verblindende lichtshows, stinkende rookmachines en dure geluidsinstallaties. Houd het klein. Laat publiek en performers elkaar in de ogen kijken.

Ga en zie

Hoe kan ik dat nu vergeten!? Gisteren bladerde ik door het filmoverzicht van deze week, op zoek naar iets geschikts voor de maandagmiddag, en bleef mijn blik voor de zoveelste keer hangen op de titel Kom En Zie, de klassieker die nu in het Filmmuseum draait. Het zei me helemaal niets. Toch maar eens de beschrijving in het Parool lezen: Russische film uit 1985 van Elem Klimov over de wandaden van de nazi's in Wit-Rusland tijdens WO II. Het zal toch niet? Snel de analoge Speelfilmencyclopedie er naast gelegd en ja hoor, Idi I Smotri, een van de beste (anti)oorlogsfilms die ik ooit gezien heb. De film draaide een paar jaar geleden in filmhuis Cavia en ik weet nog hoe stil we na afloop het zaaltje uit slopen en hoe verdoofd ik aan mijn biertje nipte in het kleine voorcafeetje. De meeste beelden staan nu nog op mijn netvlies gebrand. Van de poëtische momenten (een verkleumde ooievaar die in het bos probeert te schuilen voor de regen) tot de onthutsende pogrom en de wanhopige blik in de ogen van de hoofdrolspeler als hij een gebouw vol mensen in vlammen ziet opgaan. Laat ik het heel simpel zeggen: Kom En Zie moet je gezien hebben. Tot eind deze maand kan dat in het Filmmuseum in het Vondelpark en anders later dit jaar elders in het land.


week 3

zaterdag 19 januari 2002

3x3 in de OCCII

Als je een beetje je best doet kun je het hele jaar door veel sterke Nederlandse bandjes zien. Sommige bands zijn zo de moeite waard dat je ze graag meerdere keren bezoekt, om te zien hoe ze groeien of, als het tegenzit, om getuige te zijn van hun aftakelingsproces. Soda P stelt me zelden teleur. De vorige keer in de OCCII, precies een jaar geleden, staat niet te boek als het beste optreden dat ik van ze heb gezien, dus een revanche op deze plek was wel op zijn plaats. Helaas sloegen de overige twee groepen de plank gisteren flink mis. Voor een verslag kun je hier terecht.


donderdag 17 januari 2002

Electric Cafe

Het eerste optreden dat ik meemaakte in Café Sonore was boven in Werkgebouw het Veem aan de van Diemenstraat in Amsterdam. Ultrasound (niet te verwarren met Ultrasound) had zijn versterkers verplaats naar de kale hal net buiten het café. Terwijl ijle ambientdrones uit gitaren via effectenkastjes opsteeg, zagen we door een groot raam achter de in Den Haag residerende Amerikaanse muzikant Robert Ovetz lange en diep in het water drijvende vrachtschepen sierlijk hun bochten maken tussen de oevers van het IJ. Of het aanstaande maandag ook zo poëtisch zal worden, weet ik niet. Café Sonore, het podium voor oude en nieuwe composities uit de elektronische muziek, begint de 21ste vanaf 20.00 uur 's avonds een (ver)nieuw(d)e serie concerten met een sessie van het Cem Componisten Collectief (o.a. Armeno Alberts, Hans van Zijp, Jouke Schouwstra, Dyane Donck, Ruud Lekx en Arno Peeters) samen met speciale gast Stefan Robbers (onder meer bekend van de Acid Junkies). Het Veemgebouw ligt aan de Diemenstraat nummer 410 en de toegang is gratis. De fanatiekelingen onder jullie kunnen na afloop alsnog een stukje meepikken van The Music in Paradiso, maar ik heb uit betrouwbare bronnen vernomen dat je daar niet gegarandeerd blij van gaat worden.


woensdag 16 januari 2002

Fake Kennedys

De Dead Kennedys (1978-1986) zijn weer op tournee. Dat is geen reden tot vreugde, want de groep speelt zonder het belangrijkste bandlid: hun zanger Jello Biafra. Het ergste van de tournee is niet alleen dat de band klinkt alsof ze nauwelijks gerepeteerd hebben, maar dat in de promotie rondom de 'reünie' niet of nauwelijks wordt gerept over het feit dat Biafra is vervangen door Brandon Cruz (zanger uit de mij niet bekende band Dr. Know). Misleide fans zijn woedend. Een getuige in Brazilië ontdekte dat Cruz zelfs de tekst van Elvis-cover Viva Las Vegas op een spiekbriefje had geschreven. Jello Biafra distantieert zich van deze zogenaamde Dead Kennedys-revival. De heruitgaven en live-opnamen die nu via het label Manifesto verschijnen zijn niet door hem geautoriseerd. De rechtszaak loopt nog. Don't get me wrong, schreef hij afgelopen september. I'm as proud as ever of Dead Kennedys and grateful for how much we mean to people. But to me what they (zijn drie voormalige bandleden, VL) are trying to do is like spray-painting a McDonalds logo on the Mona Lisa. Voor meer informatie over deze voor Biafra zeer pijnlijke en geldverslindende zaak kun je terecht op de site van Biafra's label Alternative Tentacles waarop het persbericht is te vinden dat eergisteren werd gepubliseerd. (via MetaFilter)

Ba-Da-Bong-Ra

No Solex and no Seedling, verzuchtte John Peel gisteren in zijn Groningenspecial op BBC Radio 1. Als ik het goed verstaan heb vervolgde hij die constatering met: Nothing to take our fancy in a big way. Noorderslag had geen grote indruk op hem gemaakt. Hij beschreef de immense drukte in de Oosterpoort als een afgeladen treinstation en beperkte zich tot het draaien van slechts een paar Nederlandse bands. Na Peter Pan Speedrock draaide hij Nauwe Mijter van De Kift. Het was een mooi moment in zijn twee uur durende uitzending die via de modem tot mij kwam als een moeilijk te ontvangen piratenzender. De ontdekking in Groningen van Peel was dit jaar geen band die in een van de Oosterpoortzalen speelde, maar een underground danceact die hij 's middags tijdens de seminars voor het eerst ontmoette: Bong-Ra. De spetterende junglebeats van zijn track Ghettoblaster denderden door mijn koptelefoon terwijl ik goedgemutst indommelde op de bank. En hoorde ik ome Peel het woord session in zijn mond nemen in dezelfde zin waarin de naam Bong-Ra voorkwam? Houd voor alle zekerheid deze site de komende tijd goed in gaten voor de laatste ontwikkelingen.


dinsdag 15 januari 2002

Een geslaagd filmfeestje

Films waarin een acteur of actrice zichzelf regisseert kunnen soms leiden tot tenenkrommende egotripperij. Je houdt je hart vast als je hoort dat een film gemaakt is door twee acteurs die tegelijkertijd de hoofdrollen voor hun rekening nemen. Jennifer Jason Leigh was niet te harden in het door haar medegeproduceerde Georgia (1995), een film over twee zussen waarvan de oudste een succesvolle countryzangeres is en de jongste (Leigh zelf) niets anders doet dan aanmodderen in het leven. Zelden heb ik zo verveeld twee uur lang in de bioscoop op een voortijdig einde zitten wachten. Georgia was weliswaar geregisseerd door Ulu Grosbard maar die had duidelijk de opdracht gekregen mevrouw Leigh alle ruimte te geven. Dan is er niemand die de schaar in het celluloid zet op plekken waar het verhaal niet vooruit te branden lijkt.

Tot mijn geluk heeft The Anniversary Party nauwelijks last van gebrek aan zelfrelativering. Er is slechts 1 scène tegen het eind van de film waarin scenaristen, producers, acteurs en regisseurs Jennifer Jason Leigh en Alan Cumming een ruzie uitvechten waarbij niemand ingrijpt. Ze schreeuwen, krijsen en janken en niemand roept dat de scène beter werkt als de spelers het subtieler zouden aanpakken. Het is de enige smet op een verder zeer vermakelijke en goed gespeelde film over het zesjarig huwelijksfeest van schrijver en aankomend regisseur Joe en actrice Sally. Net als bijvoorbeeld in Hurlyburly (Anthony Drazan, 1998) krijgen we een kijkje in het huiselijke bestaan van Hollywood en zien we dat daar veel ongelukkige mensen rondlopen. Het feestvierende echtpaar is pas zeer recent na een tijdelijke scheiding van tafel en bed weer bij elkaar gaan wonen. De spanning tussen de twee is niet helemaal weggeëbd. De egoïstische Joe is een zelfingenomen rotzak die meer om zijn hond geeft dan om zijn junkyzus in Londen. Sally is even onzeker over een eventueel moederschap als over haar acteerprestaties. De bezoekers van hun feestje proberen allen hun geluk te beproeven in de filmwereld of hebben die zoektocht opgegeven, zoals zenuwpees Jane Adams die ons net als in Happiness met grote verdrietige ogen aankijkt. Haar echtgenoot (John C. Reilly, de agent uit Magnolia en in Georgia een vriendje van Leigh) is een niet al te succesvolle regisseur die middenin een film zit waarin Kevin Kline (in een voor zijn doen ingehouden rol) de hoofdrol speelt. Het ensemble is sterk op dreef en de grappen (met name die rondom de om politieke redenen uitgenodigde buren) zijn regelmatig raak. The Anniversary Party is in korte tijd op video gedraaid en vervolgens zonder al te veel kwaliteitsverlies overgezet op film. Je blijft helaas zien dat de bron digitaal is. Het gaat in deze film echter niet zozeer om fotografische kwaliteiten. Het aantrekkelijk acteren is de leidraad en voldoende voor een positief eindoordeel.

Plan K from outer Spacey

In het voorprogramma van The Anniversary Party werden vanmiddag twee trailers achter elkaar vertoond van films waarin Kevin Spacey de hoofdrol speelt. In K-PAX (Iain Softley, in 1993 verantwoordelijk voor de Beatle-biopic Backbeat) zit Spacey in een inrichting omdat hij beweert van een andere planeet te komen. Een sceptische therapeut (Jeff Bridges) komt langzaam tot de conclusie dat Spacey wel eens de waarheid zou kunnen spreken. De andere, en volgens mij interessantere film is The Shipping News (Lasse Hallström, in 1977 verantwoordelijk voor ABBA The Movie). The Shipping News is niet alleen de naam voor een goede band uit Amerika, maar vooral de succesvolle en gelauwerde roman van E. Annie Proulx over de ongelukkige journalist Quoyle (Kevin Spacey, genomineerd voor een Golden Globe) die New York verruild voor Newfoundland om daar, in de sporen van zijn voorouders, een nieuwe draai aan zijn leven te geven. Dat klinkt minder spannend dan K-PAX en misschien is het dat ook. Ik ben echter sinds The Usual Suspects een groot liefhebber van Kevin Spacey, dus ik vrees dat ik The Shipping News, ook gezien de goede berichten over deze film op internet, op mijn verlanglijstje zet.


maandag 14 januari 2002

The N.W.R.A.: een weekendje Groningen

Dit jaar was Eurosonic interessanter dan Noorderslag. Het Noorderslagprogramma speelde voornamelijk op safe, dat van Eurosonic bood veel meer avontuur. Groningen was koud afgelopen vrijdagavond. Ik hield mezelf buiten warm door met versnelde tred me te verplaatsen van concertzaal naar muziekcafé en weer terug naar studentensociëteit. Samen met Alacran (die ik voor het eerste ontmoette) zag ik The Plan in de kale, sfeerloze Vindicat-zaal van Mutua Fides aan de Grote Markt. De vreemde combinatie van vrolijke Elephant6-pop en getergde en in ruime mate onvaste zang van Theodor Jensen (wiens geluid me deed denken aan de zanger van Bright Eyes) werkte wonderwel. In een solotoegift liet Jensen horen wel degelijk toon te kunnen houden als hij met falset zingt. Aangezien de rij buiten Huize Maas voor Millionaire een ontmoedigende lengte had, koos ik voor tweeëneenhalf liedje Alamo Race Track. De vier jonge Amsterdammers klinken gelukkig niet meer zo retro als hun vorige incarnatie Redivider. Er is een volwassen rust in hun repertoire getreden en ze zijn niet bang afwijkende wendingen aan te brengen en elektronica toe te passen. Als gitarist Ralph zich niet zichtbaar gefrustreerd laat afleiden door de voor ons toch niet hoorbare technische probleempjes, staat niets ze in de weg een goede aanwinst te worden voor het label Excelsior.

Samen met een collega en twee bevriende medewerkers van Radio Mortale wachtten we ongeduldig tot Leaves eindelijk al hun instrumenten in gereedheid hadden gebracht. De groep uit IJsland speelde een zwaar aangezette, ietwat wollige variant op de popbombast waar Coldplay beroemd mee is geworden. De liedjes van Leaves bleven op het eerste gehoor niet hangen, het was vooral de sound die indruk maakte. In elke zaal was het overigens tamelijk donker zodat het moeilijk was gezichten in de zaal te herkennen en nog moeilijker het programma te lezen op zoek naar een nieuwe zaal voor alweer een bandje. Bij gebrek aan beter bezochten we de Muziekschool voor de vrolijke begrafenismuziek van de Dead Brothers. We vonden een zitplaats aan de rand van de tribune en lieten de freakshow gelaten over ons heen komen. De mannen uit Zwitserland waren gestoken in groezelig zwarte pakken. Hun kruinen gingen verscholen onder gedeukte hoge zwarte hoeden. De ontzettend dronken uit zijn scheve ogen starende, zwart bekrulde zanger gebruikte regelmatig een megafoon. De blazers gaven de exotica van New Orleans een hoemparandje. Om de tijd te doden in afwachting van de laatste act in het Grande Theatre pikten we een stukje rootsrock mee van de Zweed Peter Dolving en zijn begeleidingsband vol langharige zwervers.

De hoge muur rondom het Grand Theatre heeft een levendig reliëf, alsof het nog lang niet af is, sinister belicht als de monsterkop van Boris Karloff. Vlak voor het podium hadden we goed zicht op de drie Vikingen van Aereogramme uit Glasgow. Hun extreme afwisseling van ingetogen en uitbarstend was een verademing. Het klonk alsof Mogwai de kracht van het liedje had herontdekt. De zanger/gitarist hield de ogen stijf dicht terwijl hij met hoge stem zijn emoties verwoordde. Meestal met hoge, breekbare stem en als het moest gebruikmakend van een trommelvliesdoorklievende oerbrul. Naast hem stampte de brede bassist met forse tred en wild zwiepende haren over de planken, bij elke stap extra hard trekkend aan zijn bassnaren. Onopzichtig voegden ze in enkele nummers elektronische effecten toe. De felle lampen, het merendeel op het publiek gericht, deed de zweetdruppels op mijn voorhoofd verdampen. Een grootse band op een grootse plek. Een ideale combinatie. Terug in Vera sloeg de vermoeidheid heftig toe tijdens de soundcheck van Reiziger. Ik had dan ook geen energie over hun set in z'n geheel bij te wonen. Aan energie geen gebrek bij de Belgen. Hun heftige en hoekige nummers bevielen mij meer dan de poging tot Karate-imitatie.

Zaterdag overdag was er genoeg tijd voor het jaarlijkse verplichte rondje langs de Groningse platenzaken. Bij Platenworm (een van de favoriete platenzaken van John Peel) kwam ik Subjectivisten-collega Paul voor het eerst in levende lijve tegen. Hij stopte enkele goede tips (de fijne elektronica van Christian Kleine en de intieme liveset at Jittery Joe van Neutral Milk Hotel-voorman Jeff Mangum) in mijn handen die ik in blind vertrouwen zonder te beluisteren op de toonbank legde. Andere aankopen waren oudjes van Microphones, Khön (hun tweede album) en Draco (Japanse pop), en recenter werk van Herbert (Bodily Functions) en Marumari (oftewel Jake Mandell). Bij Elpee vond ik herrie van Thee Michelle Gun Elephant en de vandaag pas officieel verschenen nieuwe Notwist. Mijn voeten brandden nog toen ik 's avonds de Oosterpoort binnenstapte, maar dat is een heel ander verhaal (zie hieronder).


week 2

zondag 13 januari 2002

Kop eraf

Noorderslag is voorbij. De kop is eraf. Het concertjaar is officieel van start gegaan. Voor de verandering is het verslag van het festival niet op deze site te vinden, maar op die van De Subjectivisten (titel: Noorderverslag: een spoor van herinneringen).


donderdag 10 januari 2002

Voorpret

Noorderslag is m'n eerste uitje van het jaar, het jaarlijkse schoolreisje naar het hoge noorden. Met een flinke groep stappen we vrijdag vroeg in de morgen op de trein, broodjes en drinken mee, en in de loop van de avond zijn we elkaar allemaal kwijt omdat ieder een eigen route heeft uitgestippeld langs de zalen in Groningen. De eerste keer dat Noorderslag vooraf werd gegaan door Eurosonic (toen nog Euroslag) ging ik veel te lang door op vrijdag en gleed en glibberde ik tegen half vier 's nachts haveloos over de Vismarkt me afvragend hoe ik ooit mijn slaapplaats zou bereiken. Het was 1995 en Soom had net een sterke set gespeeld in het voorzaaltje van Huize Maas. Het album dat de Groningse band daarna maakte heeft het daglicht nooit gezien, want Soom werd niet lang daarna ontbonden. Een dag later speelden nu totaal vergeten bandjes als Hanniball en Alison Gross in de Oosterpoort. 2 Unlimited won de Popprijs en Anita en Ray gebruikten de trofee om zich te beschermen tegen de bierregen. Het bierritueel was me niet bekend tijdens mijn eerste bezoek aan het festival in 1994. Er werd gefluisterd dat Bettie Serveert de Popprijs zou krijgen en die uitreiking wilde ik wel eens van dichtbij meemaken. De rest van de avond plakten mijn kleren door de flinke hoeveelheid Heineken (RIP) die de Betties net niet wist te bereiken.

Wat kan ik me nog meer herinneren van 8 jaar Noorderslag? En vooral: wat heb ik allemaal verdrongen? Ik heb in 1996 vrij vroeg in de avond gedanst op Eboman en was er van overtuigd dat hij een hele grote, belangrijke jongen zou worden. Een mens kan zich vergissen. Van El Weirdo's Jazz Sextet en Vitalis kan ik me niets meer voor de geest halen. Een jaar later kreeg Eboman tijdens de uitreiking van de Popprijs zijn machines bijna niet aan de praat, tot grote hilariteit van alle elektronicahaters in de Grote Zaal. De Kift zegevierde in de Marathonzaal (of welke naam die ruimte in 1997 had). Ik kan me Eurosonic 1998 herinneren en de hyperactieve zanger van Simm Alley (de danceformatie van Thee J Johanz) in Simplon en moet eerlijk bekennen me prima vermaakt te hebben bij Popprijswinnaar Marco Borsato. Het was best wel stoer dat hij zich in het hol van de leeuw durfde te begeven, de langs zijn hoofd vliegende bierglazen trotseerde en heftiger klonk dan menig bandje elders in het pand. Verder haat ik de kleffe hap die deze likker van oranje hielen opdient, maak je daar vooral geen zorgen over.

1999 was volgens mij de leukste Eurosonic vanwege de IJslandse meiden van Bellatrix (waar hangen die tegenwoordig uit?), de Groningse helden van de Blueband (fijn gerag uit voorhistorische versterkers), de alles vermorzelende Blaar uit Friesland in een donkere kelder en de jonge jochies van Kopna Kopna in de kuil van wijlen café Koekkoek. Transformed Dreams presenteerde zich voor het eerst op Noorderslag met maar liefst twee bands: Birdskin en The Gluemen. Seedling speelde een jaar later, buiten het officiële programma van Eurosonic om, een semi-akoestische set boven in De Spieghel. Later die avond hebben we erg gelachen bij een stelletje Finse dronkelappen die hoempacovers speelden van al je favoriete hits. Arling & Cameron waren op Noorderslag samen met Fay Lovsky vroeg op de avond verstopt in de Binnenzaal, Meindert Talma las voor uit eigen werk, zea won het hart van vrijwel elke VPRO-medewerker en Rude Rich & The Highnotes was de eerste skaband (en ook meteen de laatste) die me live wist te boeien. 2001 was het jaar van Seedling's doorbraak in de Basement en de fronsende wenkbrauwen bij 99% van het publiek toen bekend werd gemaakt dat Arling & Cameron de Popprijs hadden gewonnen. Ik stond op dat moment achter in de Grote Zaal ergens verstopt op het balkon en zag enkele provinciale feestgangers rode strepen in de nek krijgen van woede. Met gevaar voor eigen leven probeerde ik tevergeefs, maar zonder klappen te incasseren, de overwinning van het Groningse duo te verdedigen.

Zaterdag stijgt opnieuw de spanning bij de uitreiking van de Popprijs. Als Kane die daadwerkelijk gaat winnen zal ik op de site van De Subjectivisten mijn gal spuien en uitleggen waarom dat een doodsteek voor de Nederlandse popmuziek betekent. Verder zie ik zeer uit naar Eurosonic-optredens van Aereogramme, Reiziger en The Plan (of zal ik toch kiezen voor Stereo Total?) en ben ik benieuwd naar Leaves (uit IJsland), Saybia (volgens maatjes van me een van de hoogtepunten op het afgelopen Roskilde Festival), AC Acoustics, Tiedo, Lawn en The Shot Mugs. Tijdens Noorderslag ga ik proberen vooral veel nieuwe namen te checken. Zelfs bands als Soaptrip en Fools Fatal die naar mijn bescheiden mening niets op Noorderslag te zoeken hebben (ik leg na het festival wel uit waarom). De hoogtepunten overdag tijdens het Noorderslag Seminar lijken mij de keynote speech van Steve Albini en het demopanel met John Peel (vorig jaar was hij ontzettend gevat). Andere dingen om naar uit te kijken zijn de ontmoetingen met vele vrienden en bekenden, de kennismaking met enkele collega-Subjectivisten, de Italiaan op de Vismarkt en de biertjes in Vera. Als er tijd is om tussentijds te rapporteren doe ik dat via De Subjectivisten en anders zo snel mogelijk ergens in de loop van aanstaande zondag op deze site. Wie weet staan we komend weekend, zonder het ons bewust te zijn, schouder aan schouder naar een revelatie te kijken.

Virtueel vuurwerk

Als je jezelf mocht vervelen tijdens mijn korte afwezigheid, vergaap je dan aan het kunstzinnige en muzikale vuurwerk op de Japanse site van Canon.co. Bij voorkeur te ondergaan met koptelefoon over je oren.


woensdag 9 januari 2002

Een nieuw jaar, een nieuwe stroming (2) (14.00 uur)

Vanmiddag vertelt Alacran in het tweede uur van het internetprogramma Dubbelcheck op VPRO's 3voor12 meer over de motieven van de De Subjectivisten. Na de live-uitzending is het programma on demand te beluisteren.


dinsdag 8 januari 2002

Een nieuw jaar, een nieuwe stroming

Het is officieel. De Subjectivisten zijn actief. Een nieuwe stroming in de Nederlandse popjournalistiek is een feit. Eigenlijk wordt het Subjectivisme al langer bedreven. Neem bijvoorbeeld fanzines als Bananafish (waarvan helaas slechts een niet zo representatieve oude pagina op het net staat) en, tot op zekere hoogte, het Nederlandse Kraakpen. De stroming wordt echter het best vertegenwoordigd op internet, met name door diverse weblogs. Op initiatief van de bevlogen Alacran zijn de krachten gebundeld en is er een gezamenlijk Manifest opgesteld. De website van De Subjectivisten is interactief. We hopen dat hier vele liefhebbers van avontuur in de (pop)muziek nieuwe ideeën zullen opdoen, opinies vormen en op kritische en enthousiaste wijze hun beleving van muziek zullen delen met gelijkgestemden. Het Schaduwkabinet van De Subjectivisten bestaat op dit moment (naast Alacran en Vido) uit Stereo, Bas Ickenroth, Norbert Pek en Omar Muñoz-Cremers van KindaMuzik, Theo Ploeg van Cut-Up Media Magazine, Paul Schwarte, Bert Temme en Chez Lubacov. Kom zeker een kijkje nemen en doe mee met ons avontuur.

Even geen recensie

Ga je nog wat schrijven over vanavond? vroegen enkele muzikanten gisteren in de bovenzaal van Paradiso. Nee, was mijn voor hen teleurstellende antwoord. De avond was een feestje, een besloten feestje zelfs, en feestjes ga je niet recenseren, die ga je vieren. Vraag me niet hoe ik binnengekomen ben (dank je, Tjeerd!), maar uiteindelijk kon ik met een biertje (1 Euro 90, da's meer dan 4 piek, Paradiso!) in de hand mijn aandacht verdelen over sympathieke muziekfans en zeer dronken wordende muzikanten. De sets die afwisselend door Belgen en Nederlanders werden gespeeld waren kort en duurden meestal niet langer dan een liedje of vijf. Zany (het alterego van zea's Arnold) ramde op akoestische gitaar, soms begeleid door een machine met groen knipperend lichtje naast hem op een tafeltje. Zijn hoofddeksel gleed steeds verder over zijn ogen. De vier mannen van Fence uit Hasselt giechelden er zoals gebruikelijk luid op los voor, tijdens en na hun indieprogrock. Het Amsterdamse trio Voicst speelde hun door Pixies en Foo Fighters doordrenkte powerindiepop alsof ze AC/DC zelve waren en vergaten hun hit American College Pop. Seedling testte drie van de vier nieuwe liedjes uit die ze de 20ste bij ome John Peel gaan opnemen. Vooral de op prettige wijze lichtelijk schor gezongen compositie van violiste Suzanne smaakte naar meer. Een ander liedje had het woord attack in de titel en zat vol plezierige agressiviteit. William Tell Me (of was het vanavond Julian Tell Me?) was zo te horen niet meer het favoriete nummer van de band. De besjaalde presentator begon, naarmate de avond vorderde, steeds meer vermakelijke wartaal uit te slaan. Twee lolbroekjes van Fence begeleidden John Belushi (of hoe de goede man op het podium ook moge heten) van Buffoon in wat alweer een heavy metal set werd. Onze vuisten gingen vanzelf in de lucht, net als bij de onbedwingbare arm van Peter Sellers in de slotscène van Dr. Strangelove. Maar wacht even, nu ben ik toch aan het recenseren! Dat is helemaal niet de bedoeling. Het was gewoon een prettig feestje met ongedwongen optredens beschenen door de meest overdreven lichtshow die me ooit in de bovenzaal van Paradiso heeft verblind. Het was gisteren een mooie opwarmer voor het komende Noorderslag-weekend. Over dat festival zal ik volgende week uitgebreid rapporteren.


maandag 7 januari 2002

Je moet de grotten van Moria hebben

Ze zat pal naast me, haar knieën warm gehouden door zowel jas als trui, helemaal klaar voor het avontuur dat binnen enkele ogenblikken aan onze ogen zou voltrekken. Ze was niet de enige die als een kind vol verwachting in City 7 zat. Ik voelde me vijftien jaar jonger. Voor een maandagmiddagvoorstelling was de zaal behoorlijk bezet en voor een Pathé-publiek waren de mensen relatief stil. Dit zou wel eens een mooie middag kunnen worden.

Het boek had ik als tiener twee keer proberen te lezen. Tot tweemaal bleef ik halverwege de trilogie steken. Ik had gehoopt dat regisseur Ralph Bakshi mij zou helpen door The Lord Of The Rings heen te komen. Groot was mijn teleurstelling toen ik ergens in 1981 de woorden To Be Continued zag verschijnen op het filmdoek, exact op dezelfde plek waar ik in het boek niet verder kwam. Twintig jaar later heb ik best wel moeite met woorden als elfjes, trollen, tovenaars, orks, het Oude Woud, de Raad van Elrond, de brug van Khazad-dûm en de spiegel van Galadriel. Toch laat ik me meeslepen en zie ik, na de tocht over de Grote Rivier en bij het uiteenvallen van het reisgenootschap, in mijn ooghoeken het meisje naast me voorzichtig haar tranen wegpinken. Het is die rare Nieuwzeelander gelukt. Ik geloof niet in sprookjes, ik geloof in Peter Jackson.

Get the picture

20 januari duikt Seedling voor de derde keer binnen een jaar de BBC-studio in voor een John Peel-sessie. Ditmaal gaat het niet om een live-optreden, maar een heuse studio-sessie waarbij de vier Amsterdammers binnen een dag vier nieuwe, niet eerder uitgebrachte nummers gaan opnemen die enkele weken later worden uitgezonden op BBC Radio 1. Bij concerten van Seedling zul je misschien wel eens Behnam Bornak in actie hebben gezien. Deze in 1976 in Iran geboren fotograaf is een fanatieke muziekliefhebber. Het lukt hem met gemak zijn helden en heldinnen van heel dichtbij te benaderen en vrienden met hen te worden. Zo is hij in staat zeer intieme plaatjes van de muzikanten te schieten waar de liefde voor hun werk uitstraalt. In de Winston hing een paar jaar geleden tijdens een editie van de allang voorbije maandelijkse serie Soapavonden (georganiseerd door leden van ondermeer Seedling en zea) werk van zijn hand aan de muur, maar zijn foto's verdienen beter. In Gallery Wanda Michalak is vanaf vandaag onder de titel Musick Hurts My Eyes eindelijk op een goede plek een overzicht te zien van vijf jaar muziekfotografie waarbij Bornak's grote voorkeur voor en betrokkenheid bij de Belgische scene (dEUS, Soulwax, Zita Swoon, Flowers For Breakfast) wordt afgewisseld met grote sterren als Nick Cave, Dr. John en Tricky. Het feestje in Paradiso vanavond ter gelegenheid van de tentoonstelling is op het laatste moment een besloten aangelegenheid geworden, dus daar kun je helaas niet zomaar bij terecht. Gallery Wanda Michalak zit aan de Elandsgracht 35 en is elke donderdag, vrijdag en zaterdag en elke eerste zondag van de maand te bezoeken tussen 14.00 en 18.00 uur.

Bij het Britse e-zine Drowned In Sound vind je overigens zowel een bespreking van Elevator Tourist als een interview met Seedling.


week 1

zondag 6 januari 2002

Een rustig weekend

Afgelopen vrijdag en zaterdag had ik even geen zin in bandjes of films. De eerste week van 2002 was een mooie gelegenheid goede vrienden te bezoeken. Vrijdag had Louisa van het eigenzinnige duo Louisa Lilani & John Prop een heerlijke maaltijd bereid in haar huiskamer annex atelier. Terwijl Louisa de laatste handelingen in de keuken verrichtte, liet John de opnamen horen van de later dit voorjaar bij Livingroom Records te verwachten LP. Het is een plaat met bijzondere en verrassende momenten inclusief een nieuw arrangement (omgedoopt tot romix) door Ro Hagers van het recyclenummer Round & Around. Louisa's gefluister wordt daarin omringd door onheilspellende samples. Gisteren was ik eindelijk weer eens in Weesp op bezoek bij meneer Senzor, een gepassioneerde muziekfanaat die even unieke als obscure juweeltjes weet op te duiken uit de mondiale muziekunderground. Gelukkig heeft hij verschillende uitlaatkleppen om zijn ontdekkingen door te geven aan het publiek. Elke maandagavond hij is bijvoorbeeld tussen 21.00 en 22.00 uur te beluisteren op Radio 100, zowel in de Amsterdamse ether (op 99.3 MHz FM) als via een livestream. Wat let je om je bij zijn steeds groter groeiende schare fans te voegen?

De meest opwindende plaat, die ik hoorde tijdens mijn eerste bezoekje van het jaar aan Distortion, was gistermiddag niet te koop. De compilatie Euphony op Centrifugal Phorce Records heeft namelijk geen Europese distributie. Dikke pech. Bij Euphony huist ondermeer Atoms Family dat bestaat uit het illustere gezelschap Cryptic, Alaska, Vordul, Vast, Windnbreeze, Jest en Cip-One. Er is een connectie met Cannibal Ox, maar de details kan ik vooralsnog niet vinden op het net. Ik heb eind vorige maand een aanvang genomen mijn Cannibal Ox-achterstand in te halen en The Cold Vein in huis gehaald. De plaat klinkt spannend, maar het gaat me flink wat draaibeurten kosten om compleet overtuigd te raken. Bij het horen van Euphony was ik direct verkocht. Amond van Distortion vertelde dat ik niet de enige was die direct zo enthousiast werd. Een van zijn klanten had vorige maand zelfs een mobiele telefoon bij de speakers in de platenwinkel gehouden om zo het thuisfront deelgenoot te maken van deze hiphop-ontdekking. Euphony gaat flink wat stappen verder in de duistere doomhop. De nummers zijn rijk aan geluiden die moeilijk te plaatsen zijn. De plaat is een afwisselende aaneenschakeling van sinistere samples (Hangar 18), Middeleeuws gezang (als basis voor de raps van Aesop Rock), gesamplede rockgitaren (Cryptic One), klassieke piano en een saxsolo (Greenhouse Effect), en de soundtrack van een sci-fi uit de jaren 50. Wie o wie is zo vriendelijk de distributie van Centrifugal Phorce Records op zich te nemen? Ik schrijf me bij voorbaat al in. Laat jezelf overtuigen door de RealAudio-voorbeelden die je kunt vinden op hun site.


donderdag 3 januari 2002

Eurodebuut

Gisteravond gaf ik mijn eerste Euro's aan de Afrikaanse bezorger van De Echo. Ik lees dat vod niet eens, maar ik weet uit ervaring hoe zwaar het werk van krantenbezorger kan zijn en hoe belangrijk het verspreiden van nieuwjaarswensen in deze bedrijfstak is. De jongen keek naar de nieuwe munt en werd zo blij dat hij bijna een winterdansje voor mijn deur ten beste te gaf. Mijn volgende Euro-uitgave, een klein half uur later, betrof een cd met de muziek van de Slowaak Vladimir Godar voor de films van Martin Sulik (onder meer The Garden en Krajinka). Hiermee kan ik aanstaande zaterdag een vriend in Weesp heel erg blij maken. Na het inwisselen van een tienrittenkaartje (5 Euro) voor een filmkaartje kocht ik in Rialto voor 1 Euro en 80 Eurocent mijn eerste Eurobiertje. De hoofdfilm werd voorafgegaan door een ongelooflijk saai praatje door een man wiens naam niet werd genoemd. In plaats van een leuke inleiding op de film kwam hij op de proppen met een gortdroge opsomming van wat we allemaal kunnen verwachten op de eerstvolgende editie van het Filmfestival Rotterdam dat 23 januari van start gaat. Daarna doofden de lichten en zag ik mijn eerste film van het jaar:

Bitterzoete tranen in lollykleuren

Ik ben van de generatie die is opgegroeid met een zwart-wit televisie. De komst van een heuse kleurenkast in het huishouden moet speciaal geweest zijn al ben ik vergeten wat het eerste programma was dat ik in kleur zag. Ik kan me ook niet meer voor de geest halen hoe het voelde The Wizard Of Oz voor het eerst in kleur te zien op het kleine scherm in onze huiskamer. Ik had de klassieker uit 1939 meerdere malen zonder de tinteling van het regenboogpallet verslonden op diverse zaterdagmiddagen tijdens lange zomervakanties en moet mijn ogen hebben uitgekeken toen Victor Fleming's onwerkelijke schildering in al zijn volle glorie op de beeldbuis te zien was.

Misschien zag Oz er toen uit als Tears Of The Black Tiger gisteren in Rialto tijdens de eerste van een reeks speciale landelijke voorpremières. Het doek in de bioscoop aan de Ceintuurbaan veranderde in een uitvergroot televisiescherm, wazig door de grove korrels die de digitale cinema met zich mee brengt. De filmvertoner had moeite er achter de komen dat het beeld nooit echt scherp te krijgen was. Aan de extreme kleuren kon hij (zij?) niets meer veranderen. Ze deden pijn aan de ogen. Het gras in de film is felgroen, de huizen in de stad pimpelpaars, kaarsen doen een tempel vuurrood oplichten, de hal van het landhuis lijkt gemaakt van marsepein. Tears Of The Black Tiger is een Taiwanese western, een kitscherig zoet verhaal in lollykleuren over liefde en verraad, verteld als een melodrama dat je wellicht eens gezien hebt in een willekeurige Bollywoodproductie. Enkele scènes worden begeleid door in het Taiwanees gecroonde popliedjes. De acteurs zetten hun rollen zwaar aan en zijn gekleed alsof ze op weg zijn naar een gekostumeerd bal. De kwaadaardige bandiet Mahesuan heeft een opgeplakt Errol Flynn-snorretje, zijn boevenmaatje, snelschieter en gedoemde held Dum heeft een dromerige oogopslag onder zijn litteken en zijn verboden liefde, de gouverneursdochter Rumpoey, plengt in vrijwel elke scène in soft focus haar rijk vloeiende tranen.

Begeleid door een komische plastic soundtrack vallen bladeren precies van de bomen wanneer de held en zijn geliefde elkaar moeten verlaten. Weidse, exotische landschappen lijken extra opgedofte, bewegende versies van plaatjes uit reisgidsen. Het verschil tussen locatie en studio ligt er dik bovenop. Het bordkartonnen acteerwerk vindt regelmatig plaats in een bordkartonnen decor. De maan tussen de wolken is een schildering die kan concurreren met een decor van een schooltoneelstuk, maar dan vele malen uitvergroot. Regisseur Wisit Sasanatieng mengt elementen van al zijn favoriete klassieke films tot een betekenisloze maar niet minder vermakelijke hutspot. We zien nostalgisch Hollywood door de extra getinte bril van een Oosterse cineast. Een curieuze botsing van culturen verpakt in een leeg, postmodernistisch omhulsel. De mondharmonica die Dum van zijn lief heeft gekregen als aandenken, bespeelt hij als Charles Bronson in Once Upon A Time In The West (1969). Net als in The Wild Bunch (1969) bevatten de shoot-outs tussen bendes en politie explosies in slowmotion waarbij bloed uit aderen opspat als het versneld groeien van rode rozen. De overdreven actiescènes vol bloederige effecten zijn soms even absurd als in de wildste films van Miike Takashi (hopelijk weer vertegenwoordigd tijdens het filmfestival in Rotterdam).

Het hoongelach dat regelmatig uit boevenkelen opstijgt zorgt voor ongemakkelijk gegrinnik in de zaal. Tears is hilarisch, camp, een instant cultfilm. Een film als snoepgoed, zonder enige voedingswaarde en o zo lekker. De komende dagen reist hij door het land, vanaf eind januari is hij een van de honderden films tijdens het International Film Festival Rotterdam en daarna, als jullie geluk hebben, te zien bij een bioscoop ergens vlakbij. Tears Of The Black Tiger draait deze maand in het Haags Filmhuis (6 januari), Lux te Nijmegen (9 januari), 't Hoogt te Utrecht (11 januari), Chassé Cinema te Breda (14 januari), Lumière te Maastricht (16 januari), Filmcentrum Poelestraat te Groningen (18 januari) en Lantaren/Venster te Rotterdam (21 januari). Doe jezelf een plezier: sla de inleiding over en houd je tandenborstel bij de hand.


dinsdag 1 januari 2002

2002: A Post-Odyssey

Een nieuw lijstje voor een nieuw jaar:

  • Films om naar uit te kijken: À Ma Soeur (Catherine Breillat), Animal Factory (Steve Buscimi), Éloge De L'Amour (Jean-Luc Godard), El Espinoza Del Diablo (Guillermo del Toro), The Man Who Wasn't There (The Coen Brothers), Storytelling (Todd Solondz), Mullholland Dr. (David Lynch), The Navigators (Ken Loach), Tears Of The Black Tiger (Wisit Sasantieng) en Va Savoir (Jacques Rivette).
  • Nieuwe platen om vol spanning op te wachten, waaronder die van Nederlandse bandjes als: Damer, El Camino, Louisa Lilani & John Prop, Mercy Giants, Seesaw en zea.
  • Het vooruitzicht op volgepakte concertzalen bij de laatste hypes (Black Rebel Motorcycle Club op 24 februari en The Strokes op 28 februari) en de nieuwste sensaties (met Eurosonic als goede start).
  • Zal het me dit jaar wel lukken meer dan 5 boeken te lezen?
  • Het startsein voor een nieuwe stroming in de Nederlandse popjournalistiek. Binnenkort!
  • Een nieuwe naam bedenken voor King Me wanneer Michael Milo toch een alternatief zoekt. Wat dachten jullie van Milo & The Minderbinders?
  • Stoppen met het maken van lijstjes. (Dit houd ik vol tot ongeveer vlak voor het komende weekend)

Dat 2002 voor iedereen een mooi, inspirerend, intens, spannend en goed gevuld jaar mag worden.


De weblogs van september, oktober, november en december 2001 zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]