home
|
Vido's FilmZine
september 2005
Groeten uit Glasgow: drie dagen op zoek naar nieuw Schots talent Donderdag 22 september We zoeken een veiligere plek op achter de Strathclyde Universiteit. In The Arc is de hele dag een bandpresentatie. Binnen, in de immense drankzaal, is op de begane grond elk bankje en elk tafeltje bezet door een nieuwe lichting studenten, gehuld in T-shirts van hun favoriete bands. Het podium staat buiten in de biertuin onbereikbaar hoog onder een wit tentzeil. De afstand tussen band en publiek is ongeveer even groot als bij Pinkpop. We hopen de nieuwe Franz Ferdinand te ontdekken, maar worden verbijsterd door een gezelschap dat zich Half A Cup noemt. Reisgenoot S. weet direct waar de naam op zinspeelt. Half A Cup is net iets meer dan 10cc, verduidelijkt hij. Het seksisme zet zich voort in stuitende teksten over gewillige vrouwen en incestueuze triootjes. De zanger blaft melodieloos door de microfoon dat hij een back door man is. De meeste bezoekers converseren ongestoord geanimeerd door het optreden heen en dus heeft enkel ons reisgenootschap last van plaatsvervangende schaamte. Vrijdag 23 september Zaterdag 24 september The Garage is een van de grote poppodia in Glasgow, maar King Tut's Wah Wah Hut aan St. Vincent Street (een zaaltje net zo groot als de helft van het oude Patronaat in Haarlem) heeft de grootste naam, zowel letterlijk als figuurlijk. Het lijkt of daar op onze laatste avond in Glasgow een programma is samengesteld door bandjes willekeurig uit een grabbelton te graaien. Openingsact Vanlustbader staat niet eens op de poster of op het concertkaartje. De vier Australiërs zweten dan ook voor een handjevol publiek dat de kat fanatieker uit de boom kijkt dan de gemiddelde Amsterdammer. De band maakt het er zelf naar met hun doorsnee variant op The Stooges. Hun mechanisch meppende drummer probeert het geluid hedendaags te maken, maar zijn effen gemep slaat elk nummer plat. De bassist staat wijdbeens in zijn eigen wereldje, dromend van een basisopstelling in The Ramones. Thank you, it has been lonely up here, bedankt de zanger de vrijwel lege zaal voordat hij het laatste nummer inzet. De tweede band heeft meer succes, al ligt dat niet aan eventueel talent. Dankzij vrienden en familie wordt het bij The Echo Session een opgewekte boel. De band klinkt alsof de drie gitaristen/zangers thuis elk afzonderlijk liedjes van The Kinks hebben ingestudeerd en die vanavond voor het eerst collectief uitvoeren. Helaas zijn ze elk per ongeluk de bijpassende melodieën vergeten mee te nemen. Drie gitaren waarop dezelfde akkoorden worden aangeslagen is een beetje teveel van het verkeerde. De drummer trapt tijdens de refreinen iets te fanatiek op zijn basdrum. De jongen met de akoestische gitaar lijkt dankzij zijn kapsel en wenkbrauwen op een kruising tussen de broertjes Gallagher. Hij voelt zich helemaal thuis op de bühne en neemt ongevraagd de regisseursrol voor zijn rekening. Hij bemoeit zich zelfs met de wijze waarop de bassist zijn petje draagt (met de kap iets hoger dan normaal). Ondanks zijn charisma worden de meeste leadpartijen gezongen door zijn veel minder tot de verbeelding sprekende muzikale partner en mag de ster van de band voornamelijk hoge koortjes inzingen. De muzikanten hebben moeite met het afronden van hun nummers en laten menig liedje zo onherroepelijk in duigen vallen. De derde band heeft de zaakjes helemaal voor elkaar. Al tijdens Vanlustbader klampt een meisje me aan met de vraag of ik mijn e-mail op de mailinglist van The Modern wil zetten, in ruil voor een sticker. Overal in het zaaltje hangen posters van de band (voor 1 pond te koop mij de merchandising). De bandleden zien er flitsend uit met hun Flock Of Seagulls-kapsels en hun elektronische apparatuur. Achter de computergestuurde drumpads van de drummer draait een ouderwetse bandrecorder. De zangeres wordt aangekondigd door een in een pak gestoken, lange androgyne jongen met toverstaf, hoge hoed en geschminkt gezicht. De rest van het optreden wandelt hij doelloos door de zaal. De blonde zangeres zit in strak zwart kostuum. Als een überkoele Sharon Stone weigert ze haar felrode lippen tot een glimlach te krullen. Na het laatste nummer bedankt ze ons kortaf en wandelt ze voorgoed uit ons gezichtsveld. Tot die tijd zingt ze samen met beide toetsenisten stevig aangezette, zoete electropop, vergelijkbaar met de liedjes van Yazoo, maar dan met teksten die het vooral goed doen tijdens het Eurovisie Songfestival. Zonder te verkrimpen zet de zangeres voor het afsluitende Tokyo Girl flapoortjes van een Playboy Bunny op haar hoofd. Op een paar dansende heren na staat het publiek onaangedaan te wachten tot het korte optreden voorbij is. De meeste mensen zijn gekomen voor de afsluitende plaatselijke act The 88's, een naam die, als je het op z'n Schots uitspreekt, waarschijnlijk klinkt als The Idiots. De Schotten spelen een stevige set geconcentreerde Britpopliedjes, zonder ons te verwonderen met oorspronkelijke invalshoeken, maar met neus voor poppy hooks en zo bevlogen en zo zeker van hun zaak dat we het na afloop van hun optreden zeker weten: The 88's gaan in de nabije toekomst ook makkelijk buiten de stadsmuren van Glasgow volle zalen trekken. |