home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

17 april 2005

Erfgoed, beter, best: Gang Of Four in de Melkweg

Gang Of Four speelde louter hun bekende werk, op een dusdanig levendige wijze dat het niet leek alsof de band vanuit 1979 naar de toekomst was geteleporteerd, maar het voelde alsof wij als publiek waren teruggereisd in de tijd. Het optreden van de vier Britten tijdens Bevrijdingspop in Haarlem waar mijn collega me wildenthousiast over vertelde leek eerder gisteren dan 25 jaar geleden te hebben plaatsgevonden. Meer dan bij andere reünies van invloedrijke popgroepen hoorde ik tijdens het optreden in de volle oude zaal van de Melkweg vele bands voorbijkomen die in de jaren tachtig, negentig en recentelijk rijkelijk uit het repertoire van de Britten hebben geput, zoals Nasmak, The Ex, No Means No, Red Hot Chili Peppers, The Three Johns, Medium Medium en de huidige generatie punkfunkende popbands als Radio4, !!!, Outhud, Franz Ferdinand en Bloc Party. De oude meesters stuurden de jeugd resoluut terug de schoolklas in.

Vanaf mijn plek tegen een van de zaalpilaren, niet al te ver verwijderd van het blauwverlichte podium, verbaasde ik me over de grote hoeveelheid energie die de vier oude mannen na twee decennia hadden bewaard. De onverstoorbare, brede drummer Hugo Burnham sloeg net zo solide op zijn instrument als hij eruit zag. Hij leverde een minimaal oerritme zonder overbodige sier en vol extra leven gestompt door de bassen van Dave Allen. De man met het sikje had weinig noten nodig en hield in de maten voldoende lege plekken, samen met Burnham zorgend voor een onophoudelijke, pressende swing. Gitarist Andy Gill wisselde akkoorden en riffs af met schrapende ritmes. Lange zanger Jon King zwaaide breeduit theatraal met zijn armen, onvermoeibaar vliegend van de ene naar de andere microfoon, zijn ogen wijdopen. De drie microfoonstandaarden zegen om beurten ineen door zoveel veerkracht. Tijdens It's Her Factory blies King door een melodica en schudde hij gelijktijdig met een sambabal. Een oven moest het onder zijn klappen ontgelden in He's Send In The Army.

Het publiek (veel dertigplussers, veel muzikanten en een handjevol jeugd) warmde steeds meer op. Sommige dansers in de menigte sprongen hoger dan Maori-krijgers. Hoe groter de hits, hoe groter de sprongen. Onderwijl zong een deel van de zaal luid mee in de refreinen en sommige coupletten van At Home He's A Tourist (Two steps forward/Six steps back) en I Found That Essence Rare van het klassieke popalbum Entertainment. Dwars door het kale, minst dansbare nummer Anthrax zorgde Andy Gill voor tierende feedback. Voor extra effect smeet hij zijn gitaar vlak voor de voeten van de versterker. Dat niet veel later de gitaar een nummer lang ontstemd was deerde niet. Ook om de hapering tijdens het inzetten van Damaged Goods konden de verder zeer ernstig kijkende bassist en gitarist wel lachen. Zanger King plaagde de twee door naar hun grijze koppen te wijzen en de titel van het nummer nog eens luid en duidelijk te noemen.

Waar haalden ze toch de energie vandaan? Was het nog steeds dezelfde politieke gedrevenheid van weleer? Was er na Thatcher en met de opkomst van New Labour helemaal niets veranderd in Engeland? Of waren de muzikanten zo gedreven omdat ze wisten met welk gemak ze alle bandjes te kakken zetten die de laatste jaren succesvol putten uit hun nalatenschap. Gang Of Four veegde de vloer met ze aan. De nieuwe generatie verbleekte in menig nummer tot het niveau van een coverbandje. De aanstichters en erfgoedbewaarders van de punkfunk maakten de cirkel rond. Terug bij af, alsof er de laatste kwart eeuw niets was gebeurd. Hun navolgers hadden het nakijken.

De foto van Gang Of Four anno nu is van afkomstig van Dusk Digital


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]