home
|
Vido's LogZine
december 2003woensdag 31 december De finale Lijstjes, lijstjes, lijstjes. Het valt me elk jaar weer zwaar. Ik ben er nog steeds niet helemaal uit en weet zeker dat ik iets vergeten ben. Het jaar is over een paar uurtjes om, dus ik kan niet langer blijven dralen. Het jaaroverzicht vind je hier. Ik wens alle lezers uiteraard het allerbeste voor 2004. Tot ziens in het nieuwe jaar. maandag 29 december De Laatste Wals De traditionele eindejaarsreceptie van Excelsior voelt wederom aan als de slotscène in The Game van David Fincher waarin hoofdpersoon Nicolas van Orton arriveert in een kantine gevuld met de acteurs die hij tijdens zijn voorbije hachelijke avonturen is tegengekomen. De meeste gezichten uit 2003 zijn aanwezig in de Oude Zaal. Niet elk gezicht heeft een naam, maar iedereen oogt op zijn minst bekend. Een muzikaal jaar is voorbij en de gebruikelijke verdachten uit het Amsterdamse clubcircuit sluiten het af door in de Melkweg de plastic glazen te klinken. Ik ga even op zoek naar mensen die ik niet ken, zeg ik bij binnenkomst tegen Y. Hij lacht en wenst me veel succes. Björn van zZz slaat hard op de bekkens terwijl vanuit diverse hoeken rondom de bar bekende en vreemde handen me drankjes aanreiken. Ook personen die ik niet ken worden voor even vrienden. De bekkens razen schril als ontsnappend gas en even fantaseer ik hardop een groot percussieorkest dat slechts bestaat uit honderden bekkens en we gaan ermee op tournee door Europa en we spelen in de open lucht en bij elk optreden proberen we luid rammend met hulp van het geluid door monumentale stadsmuren te zagen en we nemen een organist mee en hij danst op zijn toetsen en het instrument steunt en kreunt onder zijn gewicht. Een feestelijk inferno. Een dame naast me haalt me bruusk uit mijn droom door te vragen naar de technische specificaties van het orgel. Ik doe mijn best net te doen of ik er verstand van heb. Wat ik denk te verstaan: We're hitting drop shot shaking loosing all of our sense. Ik zie de staartjes van J. bewegen vooraan bij het podium en probeer zo voorzichtig mogelijk door de massa dichterbij te komen. Scram C. Baby rockt ons de sokken van de voeten. Vanaf het derde nummer gaat de volumeknop plots een stuk hoger. Om mij heen zie ik mensen angstvallig naar oordoppen grijpen. Prachtig van achteren verlicht speelt de band gulzig. Ik sta eindelijk naast J. en daardoor pal voor de iets kleinere jongen achter me. Hij zucht voelbaar. Ik doe een stap opzij zodat hij voor me kan staan en zo kan dienen als een barrière tussen de stompende bassen en mijn maag. Scram C. Baby klinkt geweldig met een paar biertjes op. Een vrolijke dronk schept een band tussen het kwartet en mij. De groep speelt los en vlot. Zanger John Cees probeert danspassen uit. Om niet om te vallen grijpt hij zich vast. In de hitte van het moment wurgt hij de microfoonstandaard. Wat ik nog meer denk te verstaan: Now the floor starts dancing/And the people are swinging/And all my friends are soaked/And splashing and singing. Voordat Caesar ten strijde trekt begint het trio bescheiden met een liedje gezongen door drumster Marit. Ze wandelt vooraan op het podium, begeleid door de snaren en koortjes van haar bendeleden. Het is een prelude voor een heftig en geïnspireerd optreden, met en zonder gastbijdragen. Een echtpaar naast ons krijgt het er helemaal warm van. Zij bespringt hem zo bruusk dat ze beiden tegen de grond smakken, middenin ons gezelschap. Ze slaan een vol bierglas uit mijn handen. Mijn broek is op cruciale plekken doorweekt. Zonder zich te verontschuldigen krabbelen de twee weer overeind. Ze leunen tegen de rand van de bar en beginnen elkaar opzichtig te verorberen. Rock-'n-roll brengt de instincten goed los vanavond. Ik tel tot tien, wil eigenlijk het bierglas dat ik van J. heb geleend voorzichtig leeggooien achter in de broek van de man, maar bedenk me bijtijds. Overmoedig tik ik op de brede schouders van de haarloze spierbundel. Hij keert zich om en ik kijk recht in de dronken ogen van een bokser (de hond, niet de sportman). Het is of excuses of een nieuw biertje, zeg ik hem met dubbele tong. Zijn vriendin trekt ondertussen de bril van mijn neus. Geen idee wat ze ermee van plan is, maar voor alle zekerheid red ik het uit haar vingers. De stemming in de Oude Zaal is te goed voor akkefietjes. De kale man weet niet hoe snel hij een nieuw drankje voor me moet bestellen. Van de schrik bestelt hij zelfs een extra groot glas. Dankbaar omhels ik hem. Het feestgedruis zet zich onverstoord voort. Caesar stort zich op een oude hit en mensen om me heen zingen blij mee. Het jaar is werkelijk voorbij. Laat Oud & Nieuw maar zitten. zaterdag 27 december
Laat maar liggen
Aro Tolbukhin
Basic woensdag 24 december Inhaalslag
Zelfs op het inferieure videoformaat maakt het huzarenstuk van Alexander Sokurov veel indruk. Door het oog van de camera zien we, al wandelend, de pracht en praal van de Hermitage in St. Petersburg. De man achter de camera is onzichtbaar voor de passanten in de protserige hallen en de zalen. Slechts een in zichzelf mompelende Franse markies is zich gewaar van de camera en samen lopen ze al converserend langs geesten uit drie eeuwen Russische geschiedenis. Bij een van de vele schilderijen vraagt de markies aan een jongeling of hij het portret van de apostels Petrus en Paulus eigenlijk wel kan waarderen zonder kennis van de Bijbel. Een soortgelijke vraag stel ik mezelf over Russian Ark. Kan ik de film eigenlijk wel ten volste appreciëren zonder nauwkeurige kennis van Rusland in de periode 1700-1900? Russian Ark fascineert, mede door de veelbesproken manier waarop gefilmd is: in een onafgebroken shot van tegen de 90 minuten. De steadicam zweeft twee kilometer lang door een dertigtal zalen die bevolkt worden door een duizendtal figuranten. De tocht eindigt bij het laatste bal van Tsaar Nicolaas II waar de camera langs het orkest glijdt en meedanst met de sjiek geklede gasten. Dankzij de technische krachtpatserij blijft de film ook zonder verhaal boeiend. Door het onafgebroken shot wordt de grootsheid van de Hermitage voelbaar. Vreemd genoeg lees ik tijdens het terugbladeren in filmbladen in recensies geen verwijzing naar Timecode (2000) van regisseur Mike Figgis. In deze film worden tegelijkertijd maar liefst vier onafgebroken shots vertoont, alle vier iets meer dan negentig minuten lang. Timecode vertelt wel een verhaal (over liefde en bedrog tegen de achtergrond van een filmproductiebedrijf in Los Angeles) en het geïmproviseerde acteurwerk (met name van Holly Hunter en Stellan Skarsgård) is op sommige momenten zeer geïnspireerd. In tegenstelling tot Russian Ark heeft Timecode in Nederland geen bioscooproulatie gehad. De film draaide slechts heel even in De Balie. Gelukkig verscheen dit jaar in Engeland eindelijk de dvd met daarop de definitieve film (take 15) en de eerste versie (take 1). De film is op dvd interactief, want de kijker kan een eigen geluidsmix maken. Timecode is zeer origineel, maar het dunne verhaaltje niet goed genoeg om superlatieven uit de kast te halen en Mike Figgis te prijzen als pionier. Niettemin was Figgis eerder dan Sokurov en is zijn experiment technisch zeker geslaagd te noemen. Ondertussen ga ik m'n lijst met beste films van 2003 nog eens kritisch doornemen. Wordt vervolgd. Kerstpakket Het kerstpakket van De Avonden is nu geheel on-line te beluisteren. Met bijdragen van ondermeer Lazarus, Centro:matic, Little Wings, Audiotransparent, Minotaur Shock, The Transmissionary Six, No Neck Blues Band en Whip. maandag 22 december Aftellen Vrije dagen. Eindelijk tijd om een boek uit te krijgen. Als het me lukt heb ik dit jaar maar liefst twee romans gelezen. Daarmee is het record van vorig jaar ruimschoots verbroken. De Nieuwe Man van Thomas Rosenboom speelt zich op pagina 90 af in het jaar 1922. Op de achtergrond mixt Rude66 live bij Radio Mortale. Ik herken Living Ornaments en Harco Pront. Verhaal en muziek matchen niet bepaald. De housedreunen zijn merendeels vlot en scheepsbouwer Bepol is traag van stof. Rosenboom heeft opnieuw een uiterst irritante hoofdpersoon geschapen. Elk moment als Bepol zijn mond open doet, meurt de gêne uit het inkt. Wat een vreselijke man. Ik ben benieuwd of ik 210 pagina's verderop medelijden met hem zal hebben. Boven mijn hoofd schuiven de nieuwe bovenburen de hele dag met het meubilair. Het jonge paar heeft sinds kort een baby. Het is hier zo gehorig dat niet alleen zij maar ook ik wakker lig van het gejank. Ik zit al jaren te denken aan verhuizen, maar chronische luiheid heeft me tot nu toe tegengehouden. Het plafond botst sinds dit weekend tegen mijn kruin. Het duwt mijn kin tussen de schouders. Ik moet hier weg voordat ik claustrofobisch word. Voor het einde van 2003 hoop ik de lezer te verblijden met een jaaroverzicht. De lijstjes zijn bijna klaar. Nog even uitzoeken of de laatste plaat van The Aislers Set in 2003 is uitgebracht (volgens de All Music Guide wel, red.) voordat ik kan beginnen met begeleidende teksten. Voor de Subs bewaar ik twee lange verhalen, eentje over de plaat van het jaar (die van Nederlandse makelij is, kan ik alvast verklappen) en eentje over de film van het jaar (die zeker niet van Hollandse komaf is). Tussendoor hoop ik bandjes te zien in Desmet (woensdag) en in de Melkweg (de 27ste). Als het even meezit zal ik daarvan verslag doen. dinsdag 16 december I can't live without my webradio (vrij naar LL Cool J, 1985) Het leukste afwisselende radiostation op internet dat de laatste tijd het vaakst aan staat in huize Liber is Global Pop Conspiracy. Ze wisselen Bearsuit af met Stevie Wonder en draaien daarna Donna Regina, Chris Bell, Peaches, Von Bondies en Beulah. Deze uitstekende webzender is geschikt om bij te werken (zonder dat collega's gaan klagen) en om de komende weken vakantie bij te vieren. Global Pop linkt op de hoofdpagina ook naar een handjevol MP3's waaronder Hey Ya van The Blankket (een afsplitsing van Barcelona Pavilion, het bandje met zangeres Maggie van The Hidden Cameras) en Is This It, het liedje van The Strokes gespeeld door Royal City. maandag 15 december De afgelopen week in zeven alinea's en enkele woorden
Dinsdag 9 december, bovenzaal Paradiso
Woensdag 10 december, Desmet tijdens Club 3voor12
Vrijdag 12 december, OCCII woensdag 10 december Steve Reich-'n-roll Een man met een baseballpet. Zo stond Steve Reich vorige week omschreven in Het Parool. De Amerikaanse componist was maandag in Amsterdam. Na het slotakkoord van Tehillim betrad hij de zaal van Paradiso om het applaus in ontvangst te nemen en zelf te applaudisseren voor de prestatie van de jonge orkestleden. We zaten helemaal boven, op het allerhoogste balkon, en waren vanaf die plek niet in staat het onder de onafscheidelijke pet verborgen gezicht van Reich te spotten. We gingen er gemakshalve van uit dat het daadwerkelijk de beroemde componist was en niet de - pak-'m-beet - programmeur van het Oosterparkfestival. Door de opstelling van het orkest bleef er voor het publiek op de begane grond van Paradiso weinig ruimte over. De uitvoerende muzikanten bezetten minimaal tweederde van de zaal. Dirigent Reinbert de Leeuw stond ter hoogte van de nooduitgangen op een verhoging met zijn armen te zwaaien. Wat beneden restte voor het concertbezoekers waren een paar rijtjes gereserveerde stoeltjes. Boven was het niet veel beter gesteld. Alle stoeltjes op de eerste rij van het balkon waren eveneens gereserveerd. Vanaf de plaatsen die overbleven was nauwelijks iets van het orkest zien. Tijdens het eerste stuk Dessert Music keken we voornamelijk tegen de achterhoofden en ruggen van de mensen die voor ons zaten. Flashback: De eerste kennismaking met de muziek van Steve Reich was ergens tweede helft jaren zeventig toen ik door mijn ouders oud genoeg bevonden werd om naar het Simplisties Verbond te mogen kijken. In elke uitzending dat seizoen verdween het portret van Van Kooten en De Bie stapsgewijs richting einder, begeleid door een repeterend motief op wat klonk als xylofonen en vibrafonen. Pas enkele jaren later kwam ik erachter dat het Six Marimbas van Reich was en dat de stroming waarin de componist geplaatst werd minimal music heette. Omdat ik tijdens Dessert Music weinig van de orkestbak kon zien en al helemaal niets van de dirigent, keek ik naar toeschouwers aan de overzijde. Het voornamelijk oudere publiek luisterde aandachtig. Sommige mensen hielden hun ogen gesloten en leunden met hun hoofd tegen de reling. Twee tieners trokken ongeduldig aan de mouw van hun ouders. Ze hadden duidelijk geen leuke avond. Een van hen viel halverwege Dessert Music in slaap. Als ik mijn best deed, kijkend langs de mensen voor me, ontwaarde ik op de begane grond de toetsenisten van het orkest. Twee van hen zaten naast elkaar achter een van de keyboards. De een speelde snelle ingewikkelde patronen terwijl de ander zijn hand boven het klavier hield en middels handbewegingen tekens gaf, waarschijnlijk om zo het aantal tellen per maat aan te geven. Er werd daar beneden heel hard geteld. Het orkest schoof repeterende ritmepatronen en harmonieën in elkaar. Enkele zangeressen in het koor, helemaal achterin de zaal, gebruikten een stemvork om, voordat ze inzetten, precies te weten op welke noot ze moesten invallen. Het geluid was goed in Paradiso, maar als je niets of nauwelijks iets kunt zien van de muzikanten kun je net zo goed thuis een cd van Steve Reich opzetten. De goede uitvoering en de aanwezigheid van de componist vergoedden veel. In de pauze zagen we gelukkig twee onbemande stoelen op het tweede balkon aan de overkant. Zo hadden we tijdens het tweede stuk Tehillim eindelijk goed zicht op de grijze kruin van de dirigent, het nieuwe, kleinere ensemble strijkers en percussionisten plus de vier zangeressen op het grote podium achter het orkest. Tehillim was minder somber klinkend dan Dessert Music. Geholpen door snel handgeklap en opjuttende ritmes op kleine trommeltjes klonken de Hebreeuwse psalmen juist zeer uitgelaten. De strijkers op de voorgrond zorgden voor een warme onderlaag. Vanuit onze hoge positie konden we goed zien hoe vaak de zangeressen en de dirigent de bladzijden van de partituren omsloegen. Het stuk had zo'n hoog tempo dat al na enkele maten een nieuwe pagina aan de beurt was. Zou je van minimal music eerder RSI krijgen dan van andere serieuze gecomponeerde muziek? Bij de cd-stand in de foyer verkochten ze helaas geen baseballpet met Steve Reich-logo. dinsdag 9 december Tip Aanstaande vrijdag speelt vanaf 20.30 uur de improvisatiegroep Supersilent in het kader van Worm Op Locatie in het Slaakgebouw te Rotterdam. De locatie (Slaak 34) ligt vlakbij het Oostplein in Rotterdam en is dus makkelijk via de metro te bereiken. De berichten over hun liveverrichtingen zijn zeer lovend. Luister hier alvast naar een fragment van hun album Supersilent 6 op Rune Grammofon. Reserveren wordt aanbevolen. vrijdag 5 december It takes one to no one Begin volgend jaar brengt Lomechanik een eerste verzamelaar uit. No One is een lp met bijdragen van negen avontuurlijke Nederlandse elektronische acts. De plaat begint ijzersterk met The Smoke Cella die samen met rapper Terra op venijnige wijze het terrein verkent tussen Funkstörung en Kid606. De overige nummers zijn van VD Inc. (verknipt en dreigend traag), Apzolut (kale EBM), Modules en Müslee (Warp-adepten), Maersk (lijzige zang begeleid door overspannen cyborgs), Seegee (met krassende vioolsamples), Tok Tek (geleidelijk aan flarden geschoten junglebreakbeats) en Tubisch (onrustige ritmes in Tigerbeat6-regionen). Helaas is de site nog flink under construction zodat de meeste muziekjes nog niet of heel lastig (zip files?!) zijn te downloaden. Tracks (niet op het album!) die je zonder al te veel poespas kunt beluisteren zijn in ieder geval Seneedogree van Modules en Amelion van The Smoke Cella. No One wordt op 16 januari 2004 feestelijk gepresenteerd in Doornroosje te Nijmegen. De oplage is gelimiteerd tot 500 exemplaren. dinsdag 2 december Bijna vergeten Vorige week donderdag. Alweer een Tombola in Paradiso. What Wilbur? Wilbur wants to kill himself. De vraag blijft: waarom wants Wilbur to kill himself? En zou iemand die nare Wilbur a.u.b. een handje willen helpen? Dan kan hij na zijn eerste poging direct onder de groene zoden en hoef ik niet al die 111 saaie minuten in Cinecenter te verblijven. De hoofdpersonen (Wilbur, Harbour en Alice) hebben alledrie geen geschiedenis. Wie zijn deze mensen? Wat moet ik met ze? Waarom zou ik me druk om hen maken? Is dit een lollig bedoelde film? Is het de bedoeling dat ik in de lach schiet omdat dokter Horst een kettingroker is. Is het grappig als de onuitstaanbare, onzekere psychiater Moira in het Chinese restaurant schuttingtaal gebruikt en zich vervolgens met excuse my Chinese verontschuldigt bij een meeluisterende restaurantmedewerker? Lars von Trier staat op de credits vermeld als script consultant, maar hij moet tijdens het lezen in slaap zijn gevallen anders had hij het scenario subiet in de prullenbak gekeild. Regisseur Lone Scherfig heeft na Italian For Beginners voor de tweede maal mijn kostbare tijd verspild.
Reactie van Zebra: |