De beste films die in 2008 draaiden in de Nederlandse bioscoop (alfabetisch)
1. El Aura (Fabián Bielinsky)
Strakke Argentijnse neo noir met Ricardo Darín als epileptische dierenopzetter Esteban. Als zijn vrouw hem verlaat zet hij zijn gedachten opzij tijdens een jachtpartij met een collega. Dat loopt natuurlijk anders dan gepland. Tijdelijk stapt Esteban uit zijn slaaptoestand (treffend verbeeld in een korte reismontage) en kan hij zijn fantasie uitleven met hulp van een scherp geheugen. Het geheugen van de kijker wordt ook geprikkeld.
2. Cloverfield (Matt Reeves)
Cloverfield is een impressionistische reconstructie van 9/11. De combinatie van subjectieve cameravoering, realistische trucages en oorverdovende soundtrack maken van Cloverfield een achtbaanrit die de meeste toeschouwers eerder met grote verslagenheid in de bioscoopstoel achterlaat dan met vreugdevolle opwinding. Door de realistische benadering is Cloverfield bijna net zo benauwend als het via een televisiescherm tot stofwolk zien veranderen van de WTC-torens.
3. The Dark Knight (Christopher Nolan)
Een hype, maar wel een lekkere hype. Kan de donkere ridder nog donkerder verbeeld worden dan in deze film? De gevleugelde weldoener wordt overtroefd door The Joker, een van de meest tragische schurken van de laatste tijd. The Joker beleeft geen enkele lol aan zijn wrede streken en slikt teleurgesteld een traan weg als hij merkt nog steeds te leven ondanks het geweld van Batmans tegenacties.
4. La Graine et le Mulet (Abdel Kechiche)
Het Algerijnse familiedrama in de zonnige Franse havenplaats Sète lijkt in eerste instantie op degelijk sociaalrealisme totdat alle eerder getoonde details in de tweede helft van de film bij elkaar komen in een tergend lange climax. De lange tijdsduur is essentieel voor de plot.
5. Happy-Go-Lucky (Mike Leigh)
Hoofdpersonage Poppy lijkt op het eerste gezicht een spring-in-'t-veld, oppervlakkig misschien en best een beetje een rare meid. Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen, is haar motto. Haar ontmoeting met een zwerver, in een terloops aandoende scène, geeft haar personage meer ernst en ook een onvermoede schaduwzijde. De scène verrijkt Poppy’s personage en geeft haar diepgang.
6. Hunger (Steve McQueen)
Een visueel gedicht over ontmenselijking en zelfopoffering. Het zijn vooral de details die in vooral de eerste helft van Hunger krachtig overkomen: de kapotte vuisten, de lege straat, de vlieg, een dwarrelend pluisje. Ik was even bang dat ik de film zou gaan ruiken. De lange dialoog (1 shot van iets meer dan 17 minuten vanaf statische camera) is niet alleen verrassend en sterk geacteerd, maar ook een broodnodige verluchtiging in een zwaar verhaal (althans tijdens de koetjes en kalfjes bij aanvang van het gesprek tussen Bobby Sands en de pastoor). De symboliek in de slotfase is wat te zwaar aangezet.
7. Import Export (Ulrich Seidl)
De meest deprimerende film van het jaar, terwijl het naar verluid de meest positieve blik van Oostenrijker Ulrich Seidl is op het menselijke ras.
8. No Country For Old Man (Coen brothers)
De overeenkomsten met Fargo zijn opvallend: het kale landschap vol hekwerken, de tas met geld, de psychopaat (Peter Stormare vs de veel engere Javier Bardem) en de rustige, bezorgde en wijze agent (Frances McDormand vs Tommy Lee Jones) en zijn wat dommige collega, om er maar een paar te noemen. Wat bij No Country For Old Men, op enkele dialogen na, ontbreekt is de bevrijdende lach. Niet eerder eindigde een Coenfilm zo somber.
9. There Will Be Blood (Paul Thomas Anderson)
De duivel (een vlammende Daniel Day-Lewis) als personificatie van de Amerikaanse Droom. Bevat het meest ambigue slot van 2008. Regelmatig kwam ik vorig jaar mensen tegen die daarover hardop hun verontwaardiging of verwarring uitten.
10. Waltz With Bashir (Ari Folman)
Zeer intrigerende animatiedocumentaire over de aanloop tot de slachting in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila te Beirut in september 1982. Regisseur Ari Folman was als jonge Israëlische soldaat een van de getuigen, maar kan zich vreemd genoeg nauwelijks iets herinneren over zijn aanwezigheid tijdens het drama. De film gaat dan ook vooral over de wonderlijke werking van het geheugen. De openingsscène zet de toon met een droom over 26 bloedhonden die recht op de camera af komen rennen, klaar om de toeschouwer te verscheuren. De droombeelden lijken in sommige scènes als LSD-trips. Zo zou Apocalypse Now eruit gezien hebben als dat een tekenfilm was geweest. De werkelijkheid in de slotbeelden komt opnieuw, zoveel jaren na de bekende journaalbeelden, hard aan.
Bubbling under (eveneens alfabetisch)
11. 4:30 (Royston Tan)
Minimalistische film over woordloze (non)communicatie tussen een door zijn moeder thuis achtergelaten Singaporees jochie en zijn ‘oom’ uit Korea. 4:30 is in schril contrast met Royston Tans eerdere, veel luidere, confronterende en soms pijnlijke grappige 15 (uit 2003).
12. Aanrijding In Moscou (Christophe Van Rompaey)
De beste Nederlandstalige film van 2008 of op zijn minst de leukste Nederlandstalige film van 2008.
13. Auf Der Anderen Seite (Fatih Akin)
Niet zo explosief en overdonderend als Gegen Die Wand en ook met iets teveel plotovereenkomsten (zeker in de slotfase), maar wel een film die emotioneel meer raakt dan Akins vorige speelfilm.
14. Before The Devil Knows You’re Dead (Sidney Lumet)
De versnipperde vertelstructuur houdt de kijker bij de les – de topacteurs doen de rest.
15. Il Y A Longtemps Que Je T’Aime (Philippe Claudel)
Een Frans drama waar je zo min mogelijk (het liefst helemaal niets) van tevoren over moet weten. Juliette (Kristin Scott Thomas) komt voor onbepaalde tijd bij haar zus wonen en net als de kijker vraagt de directe omgeving zich af wat voor geheim de vrouw met zich meedraagt. Een onopgemaakte Thomas speelt een introvert en afstandelijk personage waar je de hele film in geïnteresseerd blijft.
16. Julia (Erick Zonca)
De ongebreidelde inzet van Tilda Swinton maakt het makkelijker door de paar onwaarschijnlijke plotmomenten heen te kijken. De onophoudelijke spanning maakt de film minder geschikt voor mensen die van nature al een hoge bloeddruk hebben.
17. Juno (Jason Reitman)
Deze opbeurende film over aanstaande tienermoeder wordt in de herinnering ondergesneeuwd door de zware meesterstukken No Country For Old Men en There Will Be Blood. Snedige dialogen hebben de overhand maar de paar stille momenten vertellen minstens zoveel over Juno’s motieven.
18. Paranoid Park (Gus Van Sant)
Film die aanvoelt als de duizelig makende verdwazing waarin het hoofdpersonage zich bevindt na het getuige zijn van een uitermate traumatisch ongeval.
19. WALL-E (Andrew Stanton)
Wat iedereen zegt: de eerste helft is vrijwel perfect, omdat het dialoogloze en daardoor pure cinema bevat. Jammer van de tweede helft.
20. You, The Living (Roy Andersson)
Niet zo verrassend als Songs From The Second Floor, maar nog steeds met voldoende beklijvende tableaux vivants waarin tragiek en humor moeiteloos samensmelten.
Slechte films in de Nederlandse bioscoop in 2008
1. Speed Racer
Speed Racer is een op hol geslagen kleuterfilm die oogt als een Jasmin-etalage vol plastic zuurtjes waar een orkaan doorheen raast. De vertelwijze is een uitputtende drietrapsoverdrijving. Het probleem van de film wordt haarfijn geïllustreerd in de scène waarin Spritle (Paulie Litt), het kleine broertje van de titelfiguur, samen met zijn chimpansee Willy het futuristische vliegtuig van antagonist Royalton (Roger Allam) binnendringt en zich daar tegoed doet aan het overdadig aanwezige snoepgoed. Uitgeput van het volvreten liggen ze daarna allebei op de vloer. Ook de regisserende broers Larry and Andy Wachowski doen zich tegoed aan een teveel aan verblindend gekleurde zoetigheid. Dat ze de bijkans als religie opgediende ernst van de Matrix-trilogie achter zich willen laten, is te begrijpen, maar dat ze die verruilen voor een foplolly als Speed Racer is weer het andere uiterste.
2. [REC]
Na het succes op het afgelopen Amsterdam Fantastic Film Festival en het wereldwijd opvallend unisono klinkende bazuingeschal kon [Rec] alleen maar tegenvallen. Irritatie te over. Het filmwerk van de cameraman is zo expres slordig dat het eruitziet als het product van de eerste de beste amateur. Wat waarschijnlijk nog het meest irriteert aan de goedkoop gemaakte Spaanse film is de luide soundtrack waarop meer dan een uur lang heel veel en heel hard geschreeuwd en gekrijst wordt. [Rec] is net zo beangstigend als een veel te hard rockconcert. Je hoeft alleen maar bang te zijn voor een permanente gehoorbeschadiging.
3. Het Echte Leven (Robert Jan Westdijk)
Zusje 2 voor navelstaarders.
De beste films die in 2008 op DVD verschenen
Uit de archieven
1. The Long Day Closes (Terence Davies, 1992)
Tiener houdt zich overeind in troosteloze tijden dankzij muziek en de cinema. Net als Terence Davies’ debuut Distant Voices, Still Lives (1988) is de vertelstructuur associatief en zorgen liedjes voor troost.
2. The Small Back Room (Michael Powell en Emeric Pressburger, 1949)
Een van de meest opvallende momenten in dit WO II-drama is de surrealistische verbeelding van het verlangen van een alcoholist naar de whiskyfles – een Dali-achtige scène die indertijd werd verguisd door de Britse critici omdat het volgens hen vloekte met het realistische karakter in de rest van het verhaal.
3. Blast Of Silence (Allen Baron)
Hitman uit Cleveland heeft laatste opdracht in New York. Deze late film noir is letterlijk gitzwart vanaf de openingsscène. De voice-over is de meest cynische die ik ooit gehoord heb, wat versterkt wordt door het feit dat hij in de tweede persoon enkelvoud spreekt. Voice-over, locatie en het personage dat Baron neerzet doen heel erg denken aan Taxi Driver (Scorsese was dan ook fan van deze film tijdens zijn filmstudiejaren). Barons onhandige omgang met vrouwen is even pijnlijk als de pogingen die Travis Bickle onderneemt.
4. The Phantom Carriage (Victor Sjöström, 1921)
The Phantom Carriage heeft de laatste 87 jaar op meerdere filmmakers indruk gemaakt en alleen al om die reden is dit horrordrama verplicht kijkvoer. Het verhaal over de Dood die op oudejaarsavond de geest komt ophalen van de aan lager wal geraakte David Holm (vertolkt door de regisseur zelf), en hun verschijning aan het sterfbed van de Leger des Heilssoldate Edit (Astrid Holm), heeft niet de minste regisseurs geïnspireerd: o.a. Ingmar Bergman, Lars von Trier en Stanley Kubrick (zie: The Shining).
5. The Bill Douglas Trilogy (Bill Douglas, 1972-1978)
Treurigheid troef in My Childhood, My Ain Folk en My Way Home, de drie autobiografische films van de Schotse regisseur Bill Douglas (1934-1991). Zijn jeugd was geen pretje in de grijsgrauwe hooglanden, zonder vrienden, met een afwezige vader, een moeder in het gesticht en grootmoeders die of te seniel of te wreed waren. De toekomst lijkt slechts twee keuzes te bieden: de steenkolenmijn of de gevangenis. Douglas’ alter ego vindt een alternatief.
6. A Man Escaped (Robert Bresson, 1956)
In zijn films legt Bresson machinaties bloot en niet de ziel. Er is schoonheid te ontwaren in die machinaties, zoals het verfijnde raderwerk in een Zwitsers horloge bewondering oproept, maar wat te zien is, is een wereld die kil oogt en koud laat. Een van Bressons weinige optimistische films is A Man Escaped. De titel verraadt de goede afloop. Luitenant Fontaine (François Leterrier) is gevangen genomen door de Duitsers en vanaf de eerste scène is ontsnappen zijn enige doel. Geen detail blijft de kijker bespaart. De film lijkt wel een Teleac-cursus ontsnappen, zoals Pickpocket een ideale cursus is voor aanstaande zakkenrollers. God loont de doorzetter en offert zonder medelijden andere mensen op om de weg vrij te maken voor onze held. De God van Bresson gaat moeiteloos over lijken om Fontaine's plannen tot een succes te maken.
7. La Roue (Abel Gance, 1923)
De vernieuwende beeldtaal in La Roue was wereldwijd inspiratie voor grote regisseurs (Eisenstein, Kurosawa, et al.). De fotografie en de montage overtreffen de wat eenvoudige plot. De loop van de het verhaal werd mede bepaald door de ziekte van Abel Gance’s vrouw Ida en de plekken die het meest geschikt werden geacht voor haar genezing. Toen zij gezonde berglucht kreeg voorgeschreven, vertrok de regisseur met haar, en cast en crew in hun kielzog, naar de Alpen en sloot daar zijn epos af. Ida overleed vlak na de voltooiing van La Roue. Van de zeven uur speelfilmlengte zijn vier uur overgebleven en dat is al meer dan mooi.
8. I Was Born, But… (Yasujiro Ozu, 1932)
De eerste belangrijke film van grootmeester Ozu is een lichte familiekomedie over twee broertjes en de getroebleerde relatie met hun zwoegende vader.
9. White Dog (Samuel Fuller, 1982)
Deze door de studio onbegrepen aanklacht tegen racisme verdween lange tijd uit het zicht en mocht pas vanaf begin jaren negentig op kleine schaal in de herkansing.
10. Road House (Jean Negulesco, 1948)
Twee woorden (en een uitroepteken): Ida Lupino!
De beste nieuwe(re) films op DVD die de Nederlandse bioscoop (vooralsnog) niet hebben gehaald
1. The Guatemalan Handshake (Todd Rohal, 2006)
Frisse, wonderlijke, licht absurdistische Amerikaanse indie met depressieve Will Oldham die al na tien minuten spoorloos verdwijnt. Het acteerwerk is soms danig overdreven, maar verklaarbaar aangezien het kleine meisje Turkeylegs het vertelperspectief vormt. Met o.a. muziek van Moldy Peaches, een jaar voor het verschijnen van Juno.
2. Der Freie Wille (Matthias Glasner, 2006)
Onverbloemd Duits drama over een gewelddadige serieverkrachter die probeert terug te keren in de maatschappij. De volle 2 uur en 3 kwartier volledig waard, mede dankzij de acteurs Jürgen Vogel en Sabine Timoteo. Het eerste kwartier is als een dreun.
3. Slipstream (Anthony Hopkins, 2007)
In zijn regiedebuut Slipstream ontpopt acteur Anthony Hopkins zich als de nieuwe David Lynch. In deze droom binnen een droom (binnen een droom, binnen een gedroomde film, etc.) spelen naast Hopkins (als een in zijn eigen script verdwaalde scenarist) ook nog o.a. Christian Slater (als acteur die bezwijkt aan zijn eigen overacting), John Turturro (als lastige producer) en Kevin McCarthy (als zichzelf). Alleen voor liefhebbers van films als Mulholland Dr., Inland Empire of Fear X. Er kan overigens meerdere keren gelachen worden.
4. Garage (Leonard Abrahamson, 2007)
De simpele Ierse pompbediende Josie als de Balthazar en Mouchette van de jaren ’00.
5. Shotgun Stories (Jeff Nichols, 2007)
Broedertwist op het Amerikaanse platteland met een hoofdrol voor de immer intense jonge acteur Michael Shannon als Son Hayes. Regisseur Jeff Nichols houdt het subtiel, laat de camera tijdens het geweld op afstand en concentreert zich op de acteerprestaties. Shotgun Stories won in 2007 meerdere prijzen op diverse Amerikaanse festivals
6. The Year Of The Dog (Mike White, 2007)
Amerikaanse zwarte komedie met bekend (semi)indiegevoel over eenzaamheid en vervreemding in suburbia. Peggy (Molly Shannon) leeft alleen met haar hondje en raakt het spoor bijster als het beestje vergiftigd raakt en sterft. Ze vindt in haar familie en op het werk geen begrip en draait geleidelijk aan door. Als regisseur Mike White geen mededogen had gekend voor zijn hoofdpersonage, had dit net zo goed een film van Todd Solondz kunnen zijn. Zover komt het gelukkig niet.
7. The TV Set (Jake Kasdan, 2007)
Eindelijk een komedie waar Judd Apatow bij betrokken is waarbij het een keer niet gaat om opspelende mannelijke hormonen. De film is een satire over Amerikaanse commerciële televisie en gaat over de pogingen tot het maken van een pilot. The TV Set is voor televisie wat Living In Oblivion (Tom DiCillo, 1995) is voor de onafhankelijke filmwereld, en bijna net zo grappig.
De beste concerten in 2008
1. Kanipchen-Fit (Pleintheater 1/6)
2. Solbakken (OCCII 29/5)
3. The Bent Moustache (De Nieuwe Anita 23/2)
4. Voicst (Melkweg 19/1 + Paradiso 11/1)
5. The Chap (De Nieuwe Anita 6/6)
6. The Dirty Projectors (Paradiso 7/5)
7. Vic Chesnutt (Paradiso 13/2)
8. Claw Boys Claw (Waerdse Tempel 1/3)
9. Einstürzende Neubauten (Melkweg 20/5)
10. Melt Banana (Paradiso 11/6)
De prettigste albums van 2008
- 2562 ‘Aerial’
- Antlers ‘Antlers’
- Atlas Sound ‘Let The Blind Lead Those Who Can See But Cannot Feel’
- AU ‘Verb’
- Bersarin Quartett ‘Bersarin Quartett’
- Circle ‘Katapult’
- The Declining Winter ‘Goodbye Minnesota’
- DIT ‘Dissolving Images Of Idiotic Ambitions’
- Evangelista ‘Hello, Voyager’
- Flying Lotus ‘Los Angeles’
- God Is An Astronaut ‘God Is An Astronaut’
- Gregor Samsa ‘Rest’
- Hammock ‘Maybe They Will Sing For Us Tomorrow’
- Harvey Milk ‘Life… The Best Game In Town’
- Jean Parlette ‘Much Younger’
- Joan of Arc ‘Boo! Human’
- Kaki King ‘Dreaming Of Revenge’
- Legendary Pink Dots ‘Plutonium Blonde’
- Milosh ‘III’
- Barbara Morgenstern ‘BM’
- Murcof ‘The Versailles Sessions’
- The Rural Alberta Advantage ‘Hometowns’
- Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra & Tra-La-La Band ‘13 Blues for Thirteen Moons’
- TV On The Radio ‘Dear Science’
- Voicst ‘A Tale Of Two Devils’
Voor eerdere jaarlijstjes kun je terecht in het archief.