home
|
Vido Liber
vrijdag 11 mei 2012 The Story Of Film: An Odyssey, Part One (Mark Cousins, 2011) dvd Het artikel in De Filmkrant over het fenomeen video-essay heeft als risico dat je vervolgens uren lang filmpjes op YouTube gaat zitten bekijken. Een van de langste recente video-essays is gemaakt door Mark Cousins met wie het blad een maand eerder sprak in verband met de dvd-uitgave van zijn 15 uur durende magnum opus The Story Of Film: An Odyssey. De maker blijft in de documentaire zelf buiten beeld en vertelt in zijn zangerige Ierse accent over de hoogtepunten van de wereldcinema in een tempo dat is geïnspireerd door de kalmte in het werk van zijn favoriete regisseur Ozu. Na het zien van de eerste drie uur weet ik al dat er geen betere gefilmde introductie op de filmgeschiedenis denkbaar is. Cousins' aanpak is zoveel beter dan Paul Merton in diens recente BBC-serie over de geboorte van de Amerikaanse film. Merton staat pontificaal in beeld en gedraagt zich halsstarrig wanneer het gaat om politiek gevoelige zaken. Hij kookt zichtbaar over van woede als het stuitend racistische The Birth Of A Nation (1915) van D.W. Griffith ter sprake komt. Een dergelijke reactie is begrijpelijk, maar dat is geen reden om het belang van Griffith te bagatelliseren. Cousins heeft geen behoefte zijn mening door onze strot te duwen. Hij ontkent zeker niet dat Griffith inhoudelijk foute keuzes heeft gemaakt en dat hem meer innovaties worden toegeschreven dan feitelijk juist is, maar hij weet met voorbeelden hard te maken voor welke vernieuwingen de Amerikaanse pionier wel degelijk verantwoordelijk was. De kijker mag vervolgens zijn eigen conclusies trekken.
The Story of Film kan onmogelijk om Hollywood heen, maar de focus ligt op de filmmakers die zich buiten gebaande banen begaven. Zo zijn in elke aflevering nieuwe namen te (her)ontdekken, zoals de vroege vrouwelijke regisseurs Alice Guy en Lois Weber, de Rus Yevgeni Bauer, de Japanner Teinosuke Kinugasa, maker van het impressionistische A Page Of Madness (1926), en het werk van de vroeg gestorven ster Ruan Lingyu, de Chinese Greta Garbo. Cousins plaats the usual suspects in een nieuw perspectief. Zo zet hij een scène uit Osaka Elegy (1936) naast eentje uit Citizen Kane (1941) als bewijs dat Kenji Mizoguchi vijf jaar eerder dan Orson Welles deep focus toepaste. Mark Cousins vult filmbeelden aan met interviews en bezoekjes aan historische filmlocaties over de hele wereld, van filmstudio The Black Maria van Thomas Edison in New Jersey tot aan de werkkamer van Eisenstein in Moskou. In Eisensteins kamer komt de experimentele Sovjet-cinema samen met Hollywood, in de vorm van een tekening aan de muur, gemaakt en gesigneerd door grote fan Walt Disney. Als de eerste 180 minuten al zoveel nieuwe inzichten bieden, dan staat me de overige 12 uur nog veel te wachten. De overige video-essays houd ik voorlopig ongezien. |