home
|
Vido Liber
zaterdag 21 juli 2012 Mientras Duermes (Sleep Tight) (Jaume Balagueró, 2011) bioscoop (8) De Spaanse thriller Sleep Tight maakt de kijker medeplichtig in plaats van slechts een getuige en daarmee zet de film alles op z'n kop. Met Hitchcockiaans genoegen zet regisseur Jaume Balagueró ons op het verkeerde been en introduceert hij hoofdpersoon César als een stille, behulpzame huismeester in een oud appartementencomplex. De boeventronie van acteur Luis Tosar, vermaard vanwege boosaardige personages, zoals de brute echtgenoot in Take My Eyes (2003) en de oppercrimineel tijdens de gevangenisopstand in Cell 211 (2009), had ons direct kunnen alarmeren. Tosar is geen goeiige James Stewart, maar het soort man dat Stewart in Rear Window (1954) nauwlettend met zijn verrekijker zou hebben gevolgd vanachter zijn slaapkamerraam. Achter de façade gaat een gevaarlijk, ziek individu schuil.
Sleep Tight en Rear Window gaan beide over voyeurisme. Het essentiële verschil tussen de films is dat James Stewart ondanks zijn voyeuristische inslag een heldenrol krijgt toebedeeld en César als hoofdpersoon de rol van antagonist heeft. Sleep Tight kent geen helden. César beperkt zich niet tot het observeren van zijn slachtoffers, maar dringt onopgemerkt hun levens binnen. Zijn hoofddoel is het ongelukkig maken van anderen, omdat dat de enige manier is om bij zichzelf een geluksgevoel op te roepen. Hoe groter zijn gevoelens voor zijn slachtoffers, des te erger zij het te verduren krijgen. Clara (Marta Etura) heeft de pech dat César heimelijk verliefd op haar is. Wat de film zo verraderlijk maakt, is dat de kijker stiekem hoopt dat de man niet gesnapt wordt tijdens zijn clandestiene nachtelijke uitstapjes in het huis van de nietsvermoedende vrouw. Onder normale omstandigheden wil je hem zo snel mogelijk laten arresteren. Bij de film is het juist prettig als César ongemoeid zijn gang kan gaan. De lange uitstel van de ontmaskering vergroot de spanning en we hebben geen bioscoopkaartje gekocht om na een half uur alweer buiten te staan. We willen Césars motivatie en zijn psyche doorgronden en dat lukt alleen als het verhaal slecht afloopt voor zijn slachtoffers. Ook wij als kijker krijgen dus pas een tevreden gevoel als hij slaagt in zijn opzet. Die behoefte maakt ons net zo verknipt als de hoofdpersoon. |