home
|
Vido's FilmZine
donderdag 16 augustus 2007
Khadak (Peter Brosens en Jessica Hope Woodworth, 2006) bioscoop Bagi (Batzul Khayankhyarvaa) woont op de Mongoolse vlakten bij zijn moeder en grootvader. Zijn vader is lang geleden als piloot omgekomen. De jongen waakt over het vee. In het avondlijke donker blijkt een schaap van de kudde geraakt. Bagi gaat op zoektocht op zijn paard. Aangekomen bij het schaap krijgt hij een visioen van een brandende hut, een voorbode van een mogelijke, angst inboezemende toekomst. Het angstbeeld veroorzaakt bij de jongen een epileptische aanval. Het paard houdt Bagi warm tot de dorpsbewoners hem vinden. Hij is buiten westen en de enige die hem terug in de wereld kan trekken is de plaatselijke bejaarde sjamane (Dashnyam Tserendarizav). De verbeelding van haar aftocht in de ziel van Bagi zet de toon voor de film. Bagi's geest ligt te slapen voor een cirkelvormige bosje bomen midden in de besneeuwde steppen. De sjamane betreedt dat innerlijke landschap en probeert de jongen wakker te maken en naar zich toe te lokken. Als je als kijker hier het spoor bijster raakt, heb je een zware dobber aan vooral de tweede helft van Khadak. (Waarschuwing: de tekst hieronder bevat enkele spoilers!).
De Mongoolse nomaden worden door de overheid gedwongen naar de stad te trekken. De reden: hun vee is besmet met een door het land warend virus en moet worden afgemaakt. De veehouders worden te werk gesteld in de mijnen en gestouwd in onooglijke afbraakflatjes. Sommigen ervaren het leven op de nieuwe plek als uitzichtloos en springen van het dak. Bagi rijdt op een tweespanmotor van en naar zijn werk. In een van zijn visioenen ziet hij dat het meisje Zolzaya dreigt te stikken in een kolenberg op een van de rijtuigen van een goederentrein. Hij graaft haar op en de twee worden opgepakt op verdenking van kolendiefstal. Zo wordt Bagi opgenomen in het gezelschap van de eveneens opgepakte progressieve muziektheater- annex actiegroep van Zolzaya. De regelmatig terugkerende epileptische aanvallen van de jongen brengen hem in een psychiatrische inrichting waar hij dankzij zijn speciale gaven geestelijk in dialoog komt met zijn sjamane die hem waarschuwt over de toekomst. Hij kan tevens horen en voelen waar het in beslag genomen vee wordt opgeslagen. De dieren zijn helemaal niet besmet en hun vlees wordt buiten medeweten van de nomaden duur verkocht. Bagi bundelt al zijn geestelijke krachten om vanuit de inrichting spiritueel in contact te treden met Zolzaya, zodat zij met haar groep als verzetsdaad het vee kan bevrijden. Bagi neemt het risico dat zijn krachtsinspanning een fatale aanval bij hem teweeg gaat brengen.
Het Westerse regisseursduo Peter Brosens en Jessica Hope Woodworth heeft met Khadak een visueel rijke spirituele film gemaakt die zich voornamelijk afspeelt in innerlijke werelden, dromen en hallucinaties. Vanaf het moment dat de wereld letterlijk op zijn kop keert, is van een heldere vertelstructuur geen sprake meer. De kijker moet zich geheel overgeven aan de wonderlijke wegen van Bagi en de betoverende filmbeelden waarmee zijn tocht door fantasie en realiteit worden vastgelegd. De als standbeelden stilstaande nomaden op de daken van de flatgebouwen zullen mij in ieder geval bijblijven. De magie wordt geïnjecteerd met opvallend veel Bijbelse verwijzingen, terwijl naar mijn weten de Bijbel geen bestseller is in Mongolië. De Filmkrant spreekt treffend van een cinematografische hoogmis. Waarschijnlijk dachten de filmmakers dat op deze manier het Westerse publiek het spirituele karakter van de film beter zou aanvoelen en accepteren. De Bijbelse symbolen zijn soms erg nadrukkelijk. Bagi is een Christusfiguur, een jongen wiens vader de grote onbekende is, in het bezit van speciale gaven waarmee hij in de toekomst kan kijken en mensen kan waarschuwen en inspireren. Hij belandt bij een muziekgroep die bestaat uit twaalf mensen (de twaalf apostelen) en is aanwezig bij een gevangenismaaltijd die verdacht veel op het laatste avondmaal lijkt. Net als Jezus offert Bagi zijn leven op voor een betere wereld en voor het helpen van zijn familie, vrienden en lotgenoten. Zijn dood in de armen van een verpleger is vormgegeven als een piëta. Bagi associeert zichzelf met de hemel. Deze hemel wordt verbeeld door een blauw doek (de khadak uit de titel) gewikkeld rondom een boom. De kale boom speelt ook een belangrijke rol in Offret (1986) van Andrei Tarkovsky, spiritueel filmer bij uitstek bij wie het Christelijke offer een van de centrale thema's in het oeuvre vormt. De geest van Tarkovsky dwaalt zeker rond in Khadak.
Een ander Christusfiguur in een speelfilm is Donnie Darko, een personage waar Bagi veel mee gemeen heeft. De jongens hebben dezelfde leeftijd, zijn buitenstaanders met een speciale gave en leven het grootste gedeelte van het verhaal in een andere dimensie waar ze worden bijgestaan door een boodschapper (een sjamane/een man in een konijnenpak) die hen waarschuwt over de toekomst. Hun geestelijke aandoening wordt gezien als een ziekte die door deskundigen het liefst met psychotherapie en medicijnen bestreden wordt. Beide jongens maken zich zorgen over de mensen in hun naaste omgeving en offeren zichzelf op om hun naasten een betere toekomst te gunnen. Simplistisch gesteld kan Khadak samengevat worden als 'Donnie Darko in Mongolië'. |